3 apr 2018 | Actualia

VLABEL spreekt zich uit over nieuwigheden uit het hervormde erfrecht (Deel 2)

Door Cazimir

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 03/04/2018 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

VLABEL spreekt zich uit over nieuwigheden uit het hervormde erfrecht (Deel 2/2)

Dit artikel is het vervolg op de publicatie van dinsdag 27 maart 2018. Klik hier om het te (her)lezen.

Omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot – VLABEL SP. nr. 17048

Een derde punt van vernieuwing is de mogelijkheid tot buitengerechtelijke omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot. In hersamengestelde gezinnen met niet-gemeenschappelijke kinderen hebben de langstlevende echtgenoot en de niet-gemeenschappelijke kinderen het recht om de omzetting van het vruchtgebruik te eisen. Opgelet, de gemeenschappelijke kinderen hebben dit recht niet, ook al zijn er in dat gezin ook niet-gemeenschappelijke kinderen. Natuurlijk behouden de gemeenschappelijke kinderen (als blote eigenaars) een initiatiefrecht tot gerechtelijke omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot.

In principe bepalen de blote eigenaars en de vruchtgebruiker onderling zelf de wijze en de modaliteiten van deze omzetting. Bij gebrek aan akkoord zal het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot omgezet worden in een aandeel van de nalatenschap in volle eigendom. Op dat moment ontstaat er een onverdeeldheid tussen de langstlevende echtgenoot en de kinderen.

VLABEL heeft hier geoordeeld dat het verdeelrecht verschuldigd is op een dergelijke omzetting van vruchtgebruik, althans voor zover de omzetting betrekking heeft op onroerend goed. Deze zienswijze strookt met artikel 2.10.1.0.1, 3° VCF. Dit artikel bepaalt dat het verdeelrecht gevestigd wordt naar aanleiding van de registratie van akten of geschriften die als titel gelden van een overeenkomst houdende de omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot op basis van de artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek. Dit nieuwe buitengerechtelijk omzettingsrecht vindt zijn wettelijke grondslag in een nieuwe paragraaf 1/1 van artikel 745quater van het Burgerlijk Wetboek. Het verdeelrecht is dus ook toepasselijk op deze buitengerechtelijke wijze van omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot.

Tot slot bevestigt VLABEL dat zij niet tweemaal zal overgaan tot de heffing van het verdeelrecht wanneer de kinderen en de langstlevende echtgenoot in één akte overgaan tot zowel de omzetting van het vruchtgebruik als tot een verdeling van de onverdeeldheid die hierdoor tussen hen bestaat. Dit lijkt ons niet meer dan billijk en het strookt met de zienswijze dat opeenvolgende verdelingen in dezelfde akte die geheel of gedeeltelijk dezelfde goederen tot voorwerp hebben, slechts eenmaal aanleiding geven tot de heffing van het verdeelrecht.

Opgelet, indien de uitonverdeeldheidtreding gebeurt in een aparte akte, na de omzetting van het vruchtgebruik, dan zal het verdeelrecht wél een tweede maal verschuldigd zijn, ook al gebeurt de uitonverdeeldheidtreding de dag na de omzetting van het vruchtgebruik.

Opgedrongen inbreng in natura – VLABEL SP. nr. 17053

De inbrengregels worden door de hervorming van het erfrecht aanzienlijk gewijzigd. Onder de oude erfregels gebeurde de inbreng van een geschonken roerend goed door mindere ontvangst en van een geschonken onroerend goed in principe in natura. VLABEL vergeet dit onderscheid te maken wanneer zij in standpunt nr. 17053 stelt dat “in de huidige regelgeving een inbreng van een schenking in principe in natura gebeurt”.

De hervorming van het erfrecht streeft naar een uniformisering van de inbrengregels waardoor zowel de inbreng van een geschonken roerend goed als de inbreng van een geschonken onroerend goed in waarde zal moeten gebeuren. Toch behoudt de erfgenaam die tot inbreng is gehouden de mogelijkheid om het geschonken goed in natura in te brengen (evenwel onder de voorwaarde dat dit goed nog aan de begiftigde toebehoort en dit goed vrij is van elke last of bezetting waarmee het nog niet bezwaard was ten tijde van de schenking).

In het standpunt nr. 17053 behandelt VLABEL de vraag of de inbreng belast zal worden met registratiebelasting wanneer het ingebrachte goed een onroerend goed is. VLABEL oordeelt dat een dergelijke inbreng buiten de toepassing van de registratiebelasting valt omwille van het feit dat de inbreng in natura een eenzijdige beslissing is van de inbrenger (de mede-erfgenamen kunnen dit niet weigeren of daarmee instemmen) en er geen sprake is van een conventionele overdracht van het onroerend goed. Ook hier heeft VLABEL het bij het rechte eind door te bevestigen dat er geen sprake is van een conventionele overdracht aangezien de wet aan de begiftigde uitdrukkelijk de mogelijkheid biedt om het geschonken goed in natura in te brengen en de overige erfgenamen hier geen enkele inspraak in hebben. Doch kan de vraag gesteld worden waarom men zich afvroeg of de inbreng in natura van een onroerend goed met registratiebelasting belast zou worden. De inbreng van geschonken goederen is een verdelingsverrichting en is bijgevolg fiscaal neutraal.

VLABEL sluit dit standpunt af met de vermelding dat indien later wordt overgegaan tot de verdeling van het ingebrachte onroerend goed, het verdeelrecht verschuldigd zal zijn op de verdeling.

Verklaring tot behoud van de modaliteiten van oude schenkingen – VLABEL SP nr. 17054

In principe zijn de nieuwe erfregels van toepassing op nalatenschappen van personen die overlijden vanaf 1 september 2018, inclusief op de schenkingen die voor deze spildatum werden gedaan. Op dit basisprincipe bestaan 3 uitzonderingen:

Een rechtsgeldige rechtshandeling gesteld voor 1 september 2018, blijft rechtsgeldig na 1 september 2018;

De kwalificatie van een schenking gedaan voor 1 september 2018 (als voorschot op erfdeel dan wel buiten erfdeel) blijft beheerst door de wet die gold ten tijde van de schenking;

De oude regels omtrent de wijze van inbreng en inkorting, met inbegrip van de waarderingsregels, blijven van toepassing indien uitdrukkelijk werd bedongen dat de schenking vatbaar is voor inbreng of inkorting in natura of wanneer er een verklaring van behoud wordt afgelegd voor de notaris (opgelet, dit moet gebeuren voor 1 september 2018).

Mogelijkerwijs wordt in een dergelijke verklaring van behoud melding gemaakt van oude schenkingen die destijds niet aan schenkbelasting werden onderworpen. Zou deze vermelding ertoe kunnen leiden dat alsnog schenkbelasting verschuldigd is? VLABEL bepaalt in haar standpunt nr. 17054 uitdrukkelijk dat dit niet zo zal zijn. Een verklaring van behoud is een eenzijdige rechtshandeling die uitsluitend uitgaat van de schenker, hetgeen geen titel oplevert voor de heffing van schenkbelasting.

Hierbij rijst evenwel de vraag wat het nut is van het vermelden van de oude schenkingen in een dergelijke verklaring van behoud. Het is immers een alles-of-niets-verhaal: legt men een verklaring van behoud af, dan zullen alle oude schenkingen vallen onder de oude regels omtrent de wijze van inbreng en/of inkorting.

Daarentegen zou een dergelijk standpunt uitermate nuttig zijn met betrekking tot de vermelding van schenkingen die niet aan schenkbelasting werden onderworpen in een globale erfovereenkomst. In de Memorie van Toelichting bij het voorontwerp van decreet houdende de modernisering van de erfbelasting kan men lezen dat de vermelding van dergelijke schenkingen in een globale erfovereenkomst geacht wordt geen titel te vormen voor de heffing van de schenkbelasting. Dit zou betekenen dat er ook geen schenkbelasting zal worden geheven op de schenkingen uit het verleden die in een globale erfovereenkomst worden vermeld. Thans wordt in het voorontwerp van decreet tot hervorming van de erfbelasting effectief voorgesteld dat het vermelden van niet-geregistreerde schenkingen in een globale erfovereenkomst in principe geen aanleiding zal geven tot het heffen van schenkbelasting. Het is afwachten tot de definitieve goedkeuring van dit voorontwerp in het Vlaams Parlement om deze vraag met zekerheid te kunnen beantwoorden.

Conclusie

De hervorming van het erfrecht brengt heel wat burgerrechtelijke wijzigingen met zich mee. Welke gevolgen deze wijzigingen op fiscaal vlak zullen hebben, wordt gaandeweg verduidelijkt via standpunten van VLABEL en des te meer via de nakende hervorming van de erfbelasting.

Voor meer informatie kan u steeds terecht bij ons kantoor.

Cazimir Advocaten

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.