Vanaf 1 september 2018 is het zover: het nieuwe erfrecht treedt in werking. Vanaf die datum krijgen mensen een grotere vrijheid om hun nalatenschap te regelen. De hervorming is ingrijpend, en in de media is er dan ook al veel inkt gevloeid over deze nieuwe regels. Om u wegwijs te maken in deze bijzondere hervorming én om een aantal misverstanden uit de wereld te helpen, geven wij u alvast een antwoord op de vijf meest gestelde vragen over het nieuwe erfrecht.
-
Zal het in de toekomst mogelijk zijn om afspraken te maken over de verdeling van mijn nalatenschap?
Afspraken maken over de verdeling van zijn nalatenschap is vandaag – behoudens een paar strikte uitzonderingen – absoluut verboden. De maatschappelijke vraag naar méér vrijheid om afspraken te maken over zijn nalatenschap, staat in schril contrast met de beperkte mogelijkheden die we vandaag kennen. Als gevolg daarvan introduceert de wetgever vanaf 1 september 2018 de zogenaamde “erfovereenkomsten”. Daarbij is het heel belangrijk om te begrijpen wat die nieuwe erfovereenkomsten precies zijn. Of niet zijn… want de wetgever heeft niet volledig komaf gemaakt met het verleden: het principieel verbod om een erfovereenkomst op te stellen blijft ook in de toekomst overeind. De hervorming van het erfrecht schrapt met andere woorden het verbod niet, maar het breidt wel de uitzonderingen op het verbod uit. De nieuwe erfovereenkomsten zullen bijvoorbeeld niet toelaten dat erfgenamen onderling de goederen van hun ouders gaan verdelen (“jij neemt het appartement aan zee, ik krijg de spaarpot van mama”). Het zal evenmin gaan over de verdeling van de goederen tussen de overlevende ouder en zijn of haar kinderen. Met een erfovereenkomst zullen ouders ook niet kunnen beslissen wie mag erven en wie niet.
Maar waarop zullen erfovereenkomsten dan wel betrekking hebben? Antwoord: met een erfovereenkomst trachten de partijen een subjectief evenwicht tussen de kinderen te bereiken. Ouders die in het verleden een kind op een bepaalde manier hebben bevoordeeld (bv. door dure studies in het buitenland te financieren of door jaren gratis op de kleinkinderen te letten), zullen de financiële scheeftrekking tussen de kinderen kunnen “goedmaken”. De schenkingen, genoten voordelen en de persoonlijke situatie van de kinderen zullen bij wijze van spreken op een weegschaal geplaatst worden. Hun impact op de erfenis van de kinderen zal worden bestudeerd en eventueel worden bijgestuurd zodat het evenwicht tussen de kinderen wordt hersteld. Een evenwicht waar iedereen zich in kan vinden, die de familiale vrede na overlijden van de ouders moet waarborgen.
Anderzijds zullen er ook een aantal specifieke erfovereenkomsten bestaan die opgesteld zullen worden op initiatief van één of een aantal erfgenamen met betrekking tot specifieke rechtshandelingen. Zo zullen erfgenamen bijvoorbeeld een definitieve waarde kunnen “plakken” op een schenking, wat vandaag de dag niet kan.
Via deze video kunt u meer te weten komen over erfovereenkomsten in het nieuwe erfrecht.
-
Kan ik zelf een erfovereenkomst opstellen?
Een erfovereenkomst ondertekenen is een zwaarwichtige handeling. Erfgenamen en ouders moeten voldoende besef hebben over de draagwijdte van hun beslissingen en de gevolgen die erbij komen kijken. Deze gevolgen zullen in veel gevallen pas in de toekomst tot uiting komen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die via een erfovereenkomst aanvaardt dat zijn reserve (minimum beschermd erfdeel) kan worden aangetast in het voordeel van zijn broer. Deze beslissing kan grote financiële gevolgen hebben die op het moment van het opstellen van de erfovereenkomst nog niet voelbaar zijn. Een erfovereenkomst ondertekenen zal méér zijn dan kijken naar de situatie “vandaag”; het zal ook vooruitblikken zijn. Een juiste begeleiding en een onafhankelijk en onpartijdig advies van een notaris zal dan ook cruciaal zijn. Juist daarom zullen mensen niet zelf op eigen houtje een geldige overeenkomst kunnen opstellen. De tussenkomst van de notaris en het werken in verschillende stappen zal verplicht zijn, zodat iedereen met voldoende kennis van zaken een erfovereenkomst kan sluiten.
-
Zal ik in de toekomst mijn erfgenamen kunnen onterven?
Het nieuwe erfrecht komt tegemoet aan de steeds groeiende vraag om meer vrijheid en flexibiliteit te krijgen bij het verdelen van zijn vermogen. Het kerngezin dat in harmonie samenleeft, is vandaag niet altijd de regel. Mensen blijven bewust vrijgezel, scheiden en hertrouwen, hebben stief- en zorgkinderen… Nieuwe tijden vragen om nieuwe wetten. Maar ook de nieuwe regels behouden het evenwicht tussen vrijheid voor de erflater enerzijds en zekerheid voor bepaalde erfgenamen anderzijds. Vanaf 1 september 2018 zal iedereen, ongeacht het aantal kinderen, over de helft van zijn vermogen kunnen beschikken. Dit zal dus een groter deel betreffen, in vergelijking tot wat vandaag het geval is. Goed nieuws dus voor de mensen die willen schenken of een testament willen opstellen in het voordeel van bv. hun feitelijk samenwonende partner of hun stiefkinderen. Zij krijgen meer mogelijkheden. Dit betekent echter ook dat de andere helft steeds voorbehouden zal worden aan de erfgenamen die recht hebben op een reserve (een minimaal beschermd erfdeel). Kinderen kunnen dus ook in de toekomst niet uitgesloten of onterfd worden. Ongelijkheid tussen de kinderen zal wel kunnen maar elk kind heeft recht op een minimaal deel dat hij of zij altijd zal kunnen opeisen. Wel zal de reserve per kind kleiner zijn naarmate er meer kinderen zijn. De helft moet immers opgesplitst worden door het aantal kinderen…
Meer weten? Klik hier voor de Notaristip van Notaris TV.
-
Zullen ouders nog kunnen erven in de toekomst?
Vandaag erven ouders indien de overledene geen kinderen nalaat. Dit blijft ook zo in de toekomst. Wat verandert er dan wel? Vandaag hebben ouders, net zoals de kinderen, recht op een reserve. Dat betekent dat zij hoe dan ook, recht hebben op een minimaal deel van de erfenis (1/4de per ouder). Deze reserve kan vandaag wel beperkt worden indien de erflater een schenking of een testament heeft opgesteld in het voordeel van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner. Feitelijk samenwonende partners en anderen vallen vandaag nog uit de boot… de ouders van de overledene kunnen tegenover hen hun erfrechten opeisen indien een schenking of een legaat “te groot” is. Vaak gebeurt dit tegen de oorspronkelijke bedoeling in van de overleden partner. De nieuwe erfregels maken komaf met deze beperking: vanaf 1 september 2018 hebben ouders een erfrecht, maar dit erfrecht zal altijd beperkt kunnen worden door schenkingen of legaten aan andere mensen, ongeacht wie deze mensen zijn (de kinderen, een vriend, een partner…).
-
Zullen de nieuwe erfregels altijd in ons voordeel spelen?
Voor een groot deel van de mensen staat de hervorming van het erfrecht gelijk aan goed nieuws: meer mogelijkheden bij het plannen van schenkingen en/of legaten, meer flexibiliteit, meer zekerheid… Maar in sommige gevallen kunnen de nieuwe regels de bestaande successieplanning van mensen die al schenkingen hebben gedaan in de war gooien. Het nieuwe erfrecht bepaalt bijvoorbeeld nieuwe methodes voor de waardering van schenkingen. Afhankelijk van geval tot geval kan het zijn dat sommige erfgenamen beter af waren met de oude regels…
De wetgever heeft rekening willen houden met deze mensen. Iedereen die twijfels en vragen heeft bij de toepassing van de nieuwe regels op zijn reeds gedane schenkingen kan bij de notaris advies vragen over zijn specifiek geval. Indien nodig kan de notaris tot en met 31 augustus 2018 een “verklaring van behoud” opstellen waarbij de erflater kan verklaren dat de oude regels van toepassing moeten blijven op al zijn reeds gedane schenkingen.
Wilt u meer artikels lezen van deze auteur? Klik hier.
Er worden interessante punten aangekaart in deze tekst, dat vind ik goed. Met name punt 4 over ouders. Goed om te weten dat dit op 1 september verandert. Ik ga me verder verdiepen in dit onderwerp.
Interessante vragen die er gesteld worden. Het lijkt me inderdaad een onderwerp dat in de toekomst zeker aan bod kan komen. Ik denk namelijk dat velen van ons graag afspraken maken over de verdeling van zijn of haar nalatenschap.