Aanpassing rechtsgrond voor planschade cover

4 dec 2023 | Civil Law & Litigation

Aanpassing rechtsgrond voor planschade

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Artikel 3 van het zogenaamde Woonreservedecreet voorziet een aanvulling van artikel 2.6.1, § 2 VCRO in verband met het recht op planschade. Er wordt een clausule toegevoegd die (principieel) in planschade voorziet wanneer voorafgaandelijk aan de herbestemming die een bouwverbod vestigt, een grond in aanmerking kwam voor een vrijgavebesluit in de zin van de nieuwe regeling.

Planschade in perspectief: artikel 2.6.1, § 2 VCRO uitgelicht

Het nieuwe artikel 2.6.1, § 2 luidt nu als volgt:

“§ 2. Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, of voor het verkavelen van gronden, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of voor het verkavelen van gronden, of voor een gemeenteraadsbesluit tot gehele of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied als vermeld in artikel 5.6.11.”

Volgens de toelichting bij het amendement nummer 13 is de bedoeling van de toevoeging het vermijden dat een planschade-eis bij een herbestemming van woonreservegebied naar open ruimte afgewezen wordt met als argument dat reeds voor de herbestemming geen vergunning kon worden afgegeven bij gebreke aan vrijgavebesluit. Daarom wordt de clausule toegevoegd die (principieel) in planschade voorziet wanneer voorafgaandelijk aan de herbestemming die een bouwverbod vestigt, een grond in aanmerking kwam voor een vrijgavebesluit in de zin van de thans voorgestelde regeling.

Die tekstversie geldt totdat het Instrumentendecreet in werking zal treden op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum. Dan zal artikel 2.6.1, § 2 als volgt zijn:

“§2. Planschadevergoeding wordt toegekend als een perceel volgens de voor dat perceel toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften van het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen als vermeld in artikel 4.2.1, 1°, of om te verkavelen, terwijl het volgens de op het perceel toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften van de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen die golden op de dag die aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan voorafging, wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen, of voor een gemeenteraadsbesluit tot volledige of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied als vermeld in artikel 5.6.11.”

Evolutie in planschade: verandering van context

Enkel de formulering is anders, maar inhoudelijk wijzigt er niets. De reden voor de herformulering is dat de huidige planschaderegeling nog gebaseerd is op de oorspronkelijke planschaderegeling uit de Stedenbouwwet van 22 april 1962. Op dat ogenblik waren er amper gronden waarvoor vroeger al een verordenend plan was vastgesteld, behoudens enkele gemeentelijke bestemmingsplannen. Voor de beoordeling van vorderingen tot planschade moest doorgaans de nieuwe planbestemming vergeleken worden met de feitelijke toestand van vóór de vaststelling van het plan.

Dat is vandaag niet meer het geval: alle gronden in Vlaanderen hebben een juridische bestemming met bijhorende stedenbouwkundige bestemmings- en/of inrichtingsvoorschriften. De decreetgever vond het zinvol om het toepassingsgebied van de planschaderegeling duidelijker te herdefiniëren, rekening houdend met de meest recente context. Via het Instrumentendecreet wordt daarom verduidelijkt dat het bouw- of verkavelingsverbod rechtstreeks moet voortvloeien uit de toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften van het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan, terwijl de tot dan toe geldende stedenbouwkundige voorschriften bouwen en/of verkavelen niet uitsloten.

Het Instrumentendecreet verduidelijkt in artikel 2.6.1, § 1, tweede lid VCRO ook dat het recht op planschade enkel kan voortvloeien uit een bouw- of verkavelingsverbod dat volgt uit de definitieve vaststelling van een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat principe staat vandaag in artikel 2.6.1, § 2 VCRO, maar wordt in de toekomst door het Instrumentendecreet in de decreettekst naar voren geschoven.

Planschade en vrijgavecriteria voor woonreservegebieden

Een belangrijke discussie die kan ontstaan voor de woonreservegebieden die via een RUP worden omgezet naar een openruimtebestemming, zal gaan over de vraag of het woonreservegebied de dag voor de inwerkingtreding van het RUP al dan niet in aanmerking kwam voor een volledige of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied.

Zoals hoger werd besproken, is een vrijgavebesluit afhankelijk van een beoordeling aan de hand van de criteria die zijn opgesomd in artikel 5.6.11, § 2 VCRO. De meeste van die criteria vereisen een inhoudelijke afweging met een ruime beoordelingsmarge, maar dat is niet voor alle criteria het geval. Vooral de vereiste dat een vrijgavebesluit slechts mogelijk is als dat in overeenstemming is met het gemeentelijke ruimtelijk structuurplan of het gemeentelijke of intergemeentelijke ruimtelijk beleidsplan kan tot de conclusie leiden dat een woonreservegebied de dag voorafgaandelijk aan het herbestemmings-RUP niet in aanmerking kwam voor een vrijgavebesluit. In dat geval zal het RUP geen recht op planschade geven.

Hetzelfde geldt voor een woonreservegebied dat geheel of gedeeltelijk is gelegen in een gebied dat is aangeduid als watergevoelig openruimtegebied zoals vermeld in artikel 5.6.8, § 3.

Pieter-Jan Defoort


Deze tekst is een kort uittreksel uit het artikel Overzicht van de ontwikkelingsmogelijkheden van woonuitbreidingsgebied volgens het decreet Woonreservegebieden – van Pieter-Jan Defoort (Advocaat bij LDR en master in de Ruimtelijke Planning). De integrale versie leest u in Rechtskroniek voor het Notariaat. Lees op Jubel ook de inleiding bij dit stuk “Ontwikkelingsmogelijkheden volgens het decreet Woonreservegebieden”.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.