8 nov 2017 | Actualia, Advocaten, Balies

Advocaten mogen dagvaarden

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 08/11/2017 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

LAMON op woensdag

Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en vanaf 1 september bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies.
Iedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.

Het begon allemaal met de wet van 19 oktober 2015, beter gekend als Potpourri I, waardoor de IOS-procedure zijn intrede deed. De bedoeling van de wetgever  leek voor sommigen duidelijk: er moeten minder zaken bij de rechtbanken worden ingeleid. In B2B-geschillen zonder betwisting is er geen vonnis meer nodig van de rechtbank. Na een brief van de advocaat, waarin die bevestigt dat er geen betwisting is, handelt de gerechtsdeurwaarder de zaak verder af. Ook de uitvoerbaarverklaring van de titel van de gerechtsdeurwaarder zou niet langer door de rechtbank gebeuren.

De nieuwe regeling werd binnen de advocatuur op gemengde gevoelens onthaald, zeker bij advocatenkantoren die zich hebben toegelegd op het innen van schuldvorderingen. Toch werd er ook gewezen op de relatief beperkte intellectuele meerwaarde van de tussenkomst van zowel de advocaat als de rechter (de vonnissen werden toch vaak door de griffier gemaakt).

Toch zorgde de wet ook voor wat merkwaardige reacties bij een bepaald deel van de magistratuur. Zij vonden dat de IOS-procedure verplicht moest worden toegepast, terwijl de wetgever nochtans uitdrukkelijk de bedoeling had om dit systeem facultatief te maken. Er volgden vonnissen met veroordeling van de in het gelijk gestelde partij tot de gerechtskosten en er was zelfs sprake van tergend en roekeloos geding. Dat noopte de wetgever tot een nieuwe tussenkomst in Potpourri IV (wet van 25 december 2016), waarbij gepreciseerd werd dat nutteloze kosten (en ook de rechtsplegingsvergoeding) ten laste kunnen worden gelegd van de in het gelijk gestelde partij, maar enkel wel wanneer die “foutief” handelde. Tijdens de parlementaire bespreking werd toen uitdrukkelijk gezegd dat de interpretatie waarbij de eisende partij die niet koos voor het betalingsbevel de kosten moet dragen “helemaal niet de bedoeling is van de wetgever. Iedereen moet het fundamentele recht hebben een geschil voor te leggen aan de natuurlijke rechter van het geschil”. Er kan geen sprake zijn van een fout wanneer bijvoorbeeld de schuldeiser via een procedure een grotere vergoeding kan bekomen (hogere intresten of een groter schadebeding).

Die principes zijn nu ook nog eens bekrachtigd in een recent cassatiearrest van 12 oktober. Het Hof van Cassatie bevestigt daarin dat “de keuze van een gewone gerechtelijke procedure in plaats van voor de procedure van invordering van onbetwiste geldschulden op zich geen fout uitmaakt, noch blijk geeft van procesrechtsmisbruik”.

Interessant is ook een arrest van het hof van beroep van Gent van 23 oktober. Daarin wordt ook bevestigd dat de IOS-procedure een facultatief karakter heeft.  De eerste rechter had geoordeeld dat, door te dagvaarden “de schuldenaar met bijkomende kosten wordt belast die slechts door de beslissing om te dagvaarden werden veroorzaakt”  en dat “de rechtbank nodeloos wordt belast met een geding terwijl er geen  betwisting is”. Het hof van beroep stelt, en ik citeer: “Dit kan niet worden gevolgd. Vooreerst voorziet art. 780bis Ger.W. geen sanctie voor deze overwegingen van de eerste rechter. De betrokken sanctie is enkel toepasselijk indien een procedure wordt aangewend met ‘kennelijk vertragende of onrechtmatige doeleinden’”.

Interessant is ook de overweging dat de procedure voor de rechtbank slechts een klein verschil in kostprijs met zich meebrengt. “Voor het geringe verschil in kostprijs, koos appellante een titel die kracht van gewijsde krijgt en die verdere interesten genereert tot de dag dat geïntimeerde betaalt, wat een beter resultaat is dan bij de IOS-procedure. Aldus is de keuze die appellante heeft gemaakt verantwoord en legitiem en kan zij niet met een geldboete gestraft worden”.

Het lijkt dan ook stilaan duidelijk te worden dat de IOS-procedure een nieuw instrument is dat in principe facultatief is. Van zodra een partij aannemelijk maakt dat een procedure voordeel oplevert kan dit nooit als een misbruik worden beschouwd. Rechtbanken moeten met die juridische evidentie rekening houden.

Overigens moet er ook nog gewacht worden op het oordeel van het Grondwettelijk Hof. Er zijn daar nog drie procedures hangend. Het zou dus kunnen dat het systeem wel in zijn geheel ongrondwettelijk wordt verklaard.

Hugo LAMON

Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en vanaf 1 september bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse BaliesIedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.

Lees hier alle artikels van ‘LAMON op woensdag’.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

2 Reacties

2 Reacties

  1. Patrick Leenders

    Toch buiten Voorzitter Koophandel , afdeling Limburg, gerekend, dewelke in afwijking van de wet op de betalingsachterstand dd 02.08.2002 bij wijze van ‘sanctie’/ ‘rechtsmisbruik ‘ het schadebeding herleidt tot maximum 40€…
    ((Ongeacht het bedrag)
    Zelfs na het arrest van Cassatie…
    Patrick Leenders

    Antwoord
  2. Dirk De Beule

    Mag ik mr Lamon vragen mij meer inlichtingen te geven over de drie procedures voor het Grondwettelijk Hof (eventueel rolnummers) en wat op 13.4.2018 de stand van zaken is.

    Hartelijk dank.
    Dirk DeBeule – d.debeule@a-law.eu

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.