Voortaan kan binnen een groep van vennootschappen het verlies van de ene vennootschap met de winst van een andere vennootschap worden gecompenseerd. Wel is het aangewezen de groep van vennootschappen tijdig goed te structureren om optimaal van deze regeling gebruik te kunnen maken, en telkens in voorbereiding op de indiening van de aangiftes in de vennootschapsbelasting een fiscale evaluatie op groepsniveau te maken.
Wat voorafging…
In tegenstelling tot heel wat van de ons omringende landen bestond in België tot voor kort geen enkele mogelijkheid tot fiscale consolidatie of verliesverrekening op groepsniveau.
Dit zorgde voor de nodige frustraties. Binnen eenzelfde groep kon het verlies van de ene vennootschap niet worden gecompenseerd met de winst van een andere vennootschap, ook niet wanneer deze vennootschappen elkaars activiteit ondersteunen. Dit was wel mogelijk indien deze activiteit binnen één en dezelfde vennootschap werd uitgeoefend. Eenzelfde activiteit werd bijgevolg zwaarder belast indien uitgeoefend binnen een groep van vennootschappen in plaats van binnen één en dezelfde vennootschap.
Dan toch fiscale consolidatie mogelijk?
Bij de hervorming van de vennootschapsbelasting is de wetgever tegemoetgekomen aan deze verzuchtingen, althans in beperkte mate. De Belgische wetgever heeft geopteerd voor de invoering van een groepsbijdrageregeling, geïnspireerd op het Scandinavisch model maar aangepast aan de Belgische juridische en fiscale context.
Vanuit de gedachte van de fiscale neutraliteit wordt aan welbepaalde verbonden vennootschappen vanaf aanslagjaar 2020 (verbonden aan een boekjaar dat ten vroegste vanaf 1 januari 2019 aanvangt) de mogelijkheid geboden winst van de ene vennootschap als groepsbijdrage over te dragen aan een andere vennootschap. De overdragende vennootschap neemt de groepsbijdrage in mindering van haar belastbaar resultaat. De verkrijgende vennootschap compenseert de groepsbijdrage met haar verlies van hetzelfde belastbaar tijdperk.
Geen opmaak geconsolideerde fiscale aangifte vereist
De aftrek van de groepsbijdrage wordt louter via de fiscale aangiftes van de betrokken vennootschappen verwerkt. Er moet geen gezamenlijke fiscale aangifte op geconsolideerde basis worden opgemaakt. In de overdragende vennootschap wordt de groepsbijdrage als belastingaftrek in mindering genomen van de belastbare grondslag. In de verkrijgende vennootschap wordt de groepsbijdrage toegevoegd aan de belastbare grondslag via een verlaging van de begintoestand van de reserves.
Formaliteiten: groepsbijdrageovereenkomst en -vergoeding
Wel moeten de betrokken vennootschappen voor elk aanslagjaar waarin toepassing van de groepsbijdrageregeling wordt gemaakt een overeenkomst sluiten waarin de modaliteiten van de groepsbijdrageregeling worden vastgeklikt. Deze overeenkomst moet aan de aangifte in de vennootschapsbelasting of belasting der niet-inwoners van het betrokken aanslagjaar worden gehecht.
In deze overeenkomst verbindt de overdragende vennootschap er zich ook toe een vergoeding te betalen aan de verkrijgende vennootschap. Deze groepsbijdragevergoeding is gelijk aan het fiscaal voordeel dat de overdragende vennootschap geniet door de verschuiving van haar winst naar de verkrijgende vennootschap, en vergoedt dus de verkrijgende vennootschap voor haar ‘verlies aan verliezen’ (die zij had kunnen aanwenden bij winst in een volgend belastbaar tijdperk). Met deze groepsbijdragevergoeding gaat wel een vermogensrechtelijke verschuiving gepaard, en bijgevolg een verwerking ervan in de boekhouding van de betrokken vennootschappen. Fiscaal gezien is de vergoeding neutraal, dus niet aftrekbaar voor de overdragende vennootschap en niet belastbaar voor de verkrijgende vennootschap.
Enkel voor sterk en duurzaam verbonden vennootschappen
De groepsbijdrageregeling is beperkt in draagwijdte, en vergt de nodige aandacht bij de structurering van een groep van vennootschappen om er optimaal gebruik van te kunnen maken.
De wetgever heeft er immers voor geopteerd de groepsbijdrageregeling te beperken tot vennootschappen die een sterke band hebben. Deze sterke band is volgens de wetgever aanwezig bij een rechtstreekse deelneming van minstens 90% van de ene betrokken vennootschap in de andere (moeder-dochtervennootschappen), of van een derde vennootschap in de beide betrokken vennootschappen (zustervennootschappen). Een buitenlandse vennootschap komt enkel in aanmerking indien gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EU + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).
Kleindochtervennootschappen vallen uit de boot. Bij het structureren van een groep van vennootschappen is het voortaan aangewezen tijdig te opteren voor een vlakke structuur van zustervennootschappen onder één overkoepelende holding (waarin een desgevallend gediversifieerd aandeelhouderschap wordt gecentraliseerd).
De groepsbijdrageregeling is bovendien enkel bestemd voor groepen die geen fiscale bestaansreden hebben. Vandaar dat uitsluitend vennootschappen in aanmerking komen waarvan de band onafgebroken gedurende ten minste 5 opeenvolgende belastbare tijdperken werd aangehouden. Dit vormt een aandachtspunt bij het structureren van een nieuwe activiteit met mogelijke opstartverliezen binnen een bestaande groep.
Beperkt tot verlies van belastbaar tijdperk
De betrokken vennootschappen zijn vrij het bedrag van de groepsbijdrage te bepalen, maar de groepsbijdrage kan enkel worden gecompenseerd met het verlies van het belastbaar tijdperk (en dus niet met vorige verliezen, DBI-aftrek e.d.). Vorige verliezen kunnen bijvoorbeeld niet worden gecompenseerd met een uitzonderlijk resultaat van een andere verbonden vennootschap.
Bedraagt de groepsbijdrage meer dan het resultaat van de overdragende vennootschap, dan zal de overdragende vennootschap ten belope van dit gedeelte de aftrek van de groepsbijdrage definitief verliezen.
De ontvangende vennootschap kan enkel het verlies van het belastbaar tijdperk in aftrek nemen van het bedrag van de groepsbijdrage dat in de belastbare grondslag wordt opgenomen. Bedraagt de groepsbijdrage meer dan het verlies van het belastbaar tijdperk dan is de ontvangende vennootschap daarop sowieso belasting verschuldigd, zonder de mogelijkheid om dit gedeelte van de belastbare basis te compenseren met andere belastingaftrekken (zoals vorige verliezen, DBI-aftrek, e.d.).
De groepsbijdrageregeling is een stap in de goede richting voor groepen van vennootschappen, maar blijft beperkt in draagwijdte en vergt een correcte verwerking en toepassing!
Anouck Sandra en Jan Sandra
0 reacties