Heb je zicht op de interessante klantenportefeuille van je contractant? Is jouw contactpersoon bij je klant het geknipte profiel om bij je eigen onderneming aan de slag te gaan? De schaarste op de arbeidsmarkt of de bikkelharde concurrentie in je sector kunnen je ertoe aanzetten om het ondernemersspel hard te spelen. Hoewel het vrije handelsprincipe het uitgangspunt is van onze vrijemarkteconomie, is dit geen vrijgeleide om over te gaan tot afwerving van cliënteel en/of personeel van je concurrent. De wettelijke regels inzake oneerlijke concurrentie gelden uiteraard ook voor jouw bedrijf. Een balans zoeken tussen beide wettelijke kaders is een must.
Heb oog voor de spelregels…
Hoewel het afwerven van klanten of werknemers van een concurrerende onderneming in principe is toegestaan, kan dit een onrechtmatig karakter krijgen op basis van de omstandigheden waarin de afwerving plaatsvindt en/of het doel dat wordt beoogd (bv. destabiliseren van je concurrent). Zo oordeelde de ondernemingsrechtbank van Antwerpen dat het gebruik maken van klantenlijsten of van computergegevens van een contractant met oog op de afwerving van zijn cliënteel, een onrechtmatige afwerving betreft gelet op het structureel karakter ervan op een korte tijdspanne. Misbruik van opgedane kennis tijdens de samenwerking om personeel en/of cliënteel af te werven kan – gelet op de omstandigheden – ook als ongeoorloofd worden beschouwd.
… en wapen je voldoende tegen afwerving van je werknemers, cliënteel en leveranciers
Hoe werkt dit juist in de praktijk? Stel Veranda Bouwers BV treedt als onderaannemer op voor bouwfirma Wonen & Bouwen BV en zal dus veranda’s bouwen bij klanten van Wonen & Bouwen. Partijen sluiten bij aanvang van hun samenwerking een dienstverleningsovereenkomst waarin ze alle praktische afspraken opnemen. Goede afspraken maken nu eenmaal goede vrienden. Helaas zijn de partijen uit het oog verloren om een afwervingsverbod contractueel op te nemen. Na enige tijd komt de samenwerking tot een einde. Ondanks de beëindiging van deze samenwerking komen de orders tot het bouwen van veranda’s bij Veranda Bouwers binnen als zoete broodjes. Bob, bestuurder van Veranda Bouwers, is dringend op zoek naar extra arbeidskrachten en contacteert bijgevolg enkele werknemers van Wonen & Bouwen. Bob gaat nog een stapje verder en benadert actief de klanten van Wonen & Bouwen en dit op basis van een Excelsheet die Bob tijdens de samenwerking van Isabelle, bestuurder van Wonen & Bouwen, mocht ontvangen. De Excelsheet betreft een lijst van toekomstige bouwprojecten die Wonen & Bouwen heeft binnengehaald. Bob trekt zijn stoute schoenen aan, benadert deze klanten rechtstreeks en tracht hen te overtuigen om met Veranda Bouwers in plaats van met Wonen & Bouwen in zee te gaan.
Wonen & Bouwen krijgt weet van deze praktijken en dient een vordering tot staking in bij de rechter zetelend zoals in kort geding in lastens Veranda Bouwers en daarnaast een vordering tot schadevergoeding bij de rechter ten gronde. Zonder contractuele bepaling moet Wonen & Bouwen zowel het onrechtmatig afwerven als de schade die Wonen & Bouwen werkelijk heeft geleden ingevolge de vermeende onrechtmatige afwerving volledig bewijzen. Geen sinecure dus.
Ten strijde trekken met ‘het afwervingsverbod’
Met een contractueel verbod op afwerving van cliënteel, leveranciers en/of werknemers kan je als slachtoffer van dergelijke praktijken al een heel eind verder fietsen.
Wat houdt zo’n clausule juist in? Welke spelregels gelden hiervoor?
Denk na over de concrete situatie en redelijkheid
Houd rekening met redelijkheid. Het verbod op afwerving kan immers niet tot in het oneindige blijven duren na de samenwerking, vermits dit de ondernemingsvrijheid van Veranda Bouwers aanzienlijk inperkt. Als Bob een samenwerking met Isabelle had voor de duur van zes maanden, zou het een disproportionele beperking zijn een afwervingsverbod van bijvoorbeeld vier jaar af te spreken. Door rekening te houden met de concrete situatie en de daarop afgestemde geldigheidsduur van het beding, vermijd je dat een dergelijk beding disproportioneel wordt geacht.
Verlies niet uit het oog dat het rechtmatig karakter van zo’n beding ook beoordeeld wordt in het licht van andere omstandigheden zoals de geografische toepassing ervan en de activiteiten van beide partijen.
Voorzie een forfaitaire schadevergoeding
Het implementeren van een forfaitaire schadevergoeding in het niet-afwervingsbeding maakt de bewijslast omtrent de omvang van de schade eenvoudiger. Dit kan eventueel gekoppeld worden aan een recht om alsnog een werkelijk geleden schade te vorderen. Opnieuw moet je dit telkens op de concrete situatie afstemmen. Buitenproportionele schadevergoedingen kunnen immers door de rechtbank worden gematigd.
Wie valt er onder ‘personeel’ en ‘cliënteel’?
Baken de scope van het niet-afwervingsbeding af, definieer met andere woorden ‘personeel’ en ‘cliënteel’ om discussies in de toekomst te vermijden. Wordt een cliënt bijvoorbeeld gezien als iemand die een offerte heeft ontvangen of enkel iemand die effectief een bestelling heeft geplaatst?
Wees ook alert bij andere soorten overeenkomsten
Het afwerven van personeel, cliënteel of leveranciers speelt ook in andere contractuele relaties. Denk hierbij aan aandeelhoudersovereenkomsten, leveranciersovereenkomsten, consultancy- en freelanceovereenkomsten, etc.
Gewapend door je contract
Je beschermen zodat je contractant niet aan de haal kan met je klantenbestand of je werkkrachten is een must in het ondernemingsleven. Nochtans krijg je geen vrij spel en moet het beding proportioneel zijn, rekening houdend met de concrete situatie. Laat je dus naar behoren informeren zodat je contractueel stevig in je schoenen staat.
Rani Roels, legal advisor bij VGD Accountants en Belastingconsulenten
0 reacties