Een kwestie van rekenwerk
De Tijd, dinsdag 29 augustus 2017, p. 6
Waarom in Godsnaam zou iemand afzien van zijn pensioen, tenminste als men onder afzien begrijpt “afstand doen van” en niet “lijden”, wat het ook zou kunnen zijn (en in sommige gevallen ook is)?
Wie 65 is kan toch met pensioen gaan, d.w.z. en onbeperkt bijverdienen (art. 64, § 4, Algemeen Reglement Werknemerspensioenen).
Waarom zou je dan geen pensioen aanvragen als je daarop aanspraak kan maken?
Het antwoord werd onrechtstreeks al gegeven in een vorige post van WikiSoc. Ik beperkt mij opnieuw gemakshalve tot de werknemersregeling: de jaren waarin een rustpensioen wordt genoten, worden in beginsel niet meer in aanmerking genomen voor de berekening van het rustpensioen (art. 7, 8ste lid, Pensioenwet Werknemers). Wie zijn pensioen niet opvraagt hoewel hij dat zou kunnen, ziet zijn pensioen wel nog aandikken.
Hij of zij moet er dan wel op rekenen nog voldoende lang te leven zodat het verschil tussen het totaal van de niet-opgenomen pensioenbedragen en het totaalbedrag van de verhoging van het latere pensioen die daarvan het gevolg is, een positief saldo oplevert.
Conclusie
Afzien van het pensioen dat men zou kunnen opnemen, is voor rekenaars en optimisten. Wij weten nu met hoeveel ze zijn in België. Het verbaasde mij al dat er zo weinig zijn.
Meer lezen van deze auteur?
0 reacties