AI heeft op korte termijn enorme sprongen gemaakt. Rob Valkeneers duikt in de geschiedenis van artificiële intelligentie: waar komt AI vandaan, en waar gaat het naartoe? En wat is de impact op het recht?
Over kerfstokjes, telraampjes en megacomputers (ca 40.000 v.Chr. – 1950 na Chr.)
De mens heeft sinds zijn ontstaan voortdurend naar manieren gezocht om zijn activiteiten gemakkelijker en efficiënter te maken. Handenarbeid heeft de mens al snel kunnen delegeren aan trek- en lastdieren en later aan ‘allerhande’ machines.
Het delegeren van intellectuele en artistieke activiteiten aan machines was evenwel lange tijd niet mogelijk. Er werd geen enkel ander wezen op aarde gevonden dat zo creatief en intelligent was als de homo sapiens.[1] Het duurde ook duizenden jaren voordat machines werden uitgevonden die het intelligentieniveau van de mens zouden evenaren (en overtreffen).
De mens had natuurlijk weliswaar allerlei technische hulpmiddelen ontdekt om bepaalde intellectuele taken sneller en efficiënter te kunnen uitvoeren: de vingers bleken al snel een hulp bij het tellen en later zou men kerfstokken[2] en telramen gaan gebruiken. In oude samenlevingen bestonden er vanzelfsprekend ook allerlei complexe toestellen voor het voeren van oorlogen, voor het optrekken van gebouwen en voor astronomische (of astrologische) studies. Al meer dan honderd jaar breken wetenschappers hun hoofd over de uitzonderlijke complexiteit van sommige mechanische voorwerpen uit de oudheid, zoals de Antikythera, die met al zijn radertjes zou hebben gefunctioneerd als een soort eerste (analoge) computer (en als een inspiratiebron voor de laatste Indiana Jones-film).
Toch zou een echte doorbraak nog lang op zich laten wachten. Wiskundigen uit de zeventiende eeuw begonnen allerlei mechanische rekenmachines uit te vinden, die konden optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en wortel trekken. Deze toestellen waren echter ontzettend duur en dus geen commercieel succes. Van de ‘Pascaline’ werden er slechts vijftig prototypes gemaakt.
Ondertussen zou men in deze periode (als een soort van spin off van de koekoeksklokken en mechanische klokken) ook allerlei bewegende robotten (automata) beginnen te ontwerpen. De meest bekende daarvan is wellicht ‘De Turk’ die Wolfgang von Kempelen in 1770 als sterke schaakrobot voorstelde aan keizerin Maria Theresia[3], maar waarvan later werd aangetoond dat een kleine menselijke schaker de machine vanuit een geheim compartiment bediende.
De eerste ‘computerprogrammeur’ (avant la lettre) die een mechanische computer in 1843 beschreef, was overigens verrassend genoeg, de vrouwelijke wiskundige en onderzoekster, Lady Lovelace (1815-1852). De eerste ontwerper van dit apparaat is de Britse wiskundige en filosoof Charles Babbage (1791-1871).
Het was vanaf het begin duidelijk dat de elektronische computer intellectuele taken kon verrichten, die de intelligente mens (binnen hetzelfde tijdsbestek) niet aankon, zoals het breken van de Duitse enigma-code
Echte vooruitgang kwam er pas in de twintigste eeuw, toen de praktische toepassingen van elektriciteit hun intrede deden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog worden ook de eerste elektronische (en gigantische) computers gebouwd. Het was ook vanaf het begin duidelijk dat de elektronische computer intellectuele taken kon verrichten, die de intelligente mens (binnen hetzelfde tijdsbestek) niet aankon, zoals het breken van de Duitse enigma-code. Reeds in 1950 zou Alan Turing in zijn artikel ‘Computing Machinery and Intelligence’ het concept van artificiële intelligentie aan het grote publiek voorstellen.
De zoektocht naar een intelligenter wezen dan de mens eindigde dan ook ca. 40.000 jaar nadat het eerste kerfstokje als hulpmiddel bij het tellen zou zijn gebruikt. Het delegeren van intellectuele en artistieke taken aan een slimmere machine kon eindelijk een aanvang nemen.
Computers konden wel enorm goed en snel rekenen, maar ze konden de taal van de mens amper doorgronden
De computer als hulpmiddel van de mens (1950 na Chr. – ca. 2010 na Chr.)
Vervolgens begon men vanaf het midden van de twintigste eeuw de computer in een kleiner model te commercialiseren en deed de pc zijn intrede in de ondernemingen en later in de private woningen. Tot diep in de jaren 1980 bleef men over het algemeen een computer echter als een hulpmiddel voor de mens beschouwen. De computer was immers niet in staat om zelfstandig creatief te redeneren. Computers konden wel enorm goed en snel rekenen, maar ze konden de taal van de mens amper doorgronden, zodat ze enkel als ‘autistische machines’ inzetbaar waren, wanneer zij hyperduidelijke (binaire) instructies kregen.
Op zeer korte tijd, is de computer echter fundamenteel veranderd. Nergens is deze evolutie zo duidelijk als bij de schaakcomputer (de droom van de schaakcomputer was dan ook al geboren in 1770).
In 1989 werd de destijds heersende wereldkampioen schaken Garri Kasparov nog gevraagd of een (schaak)computer ooit de wereldkampioen zou kunnen verslaan. Zijn antwoord was duidelijk: “Ridiculous! A machine will always remain a machine, that is to say a tool to help the player work and prepare. Never shall I be beaten by a machine! Never will a program be invented which surpasses human intelligence. And when I say intelligence, I also mean intuition and imagination. Can you see a machine writing a novel or poetry? Better still, can you imagine a machine conducting this interview instead of you? With me replying to its questions?”[4]
Zeven jaar later was het echter al zover. In 1996 verloor Kasparov voor het eerst in zijn leven een (officiële) partij van een schaakcomputer (Deep Blue).
Kasparov had de technologische evoluties in artificiële intelligentie duidelijk zwaar onderschat.
Deze schaakcomputers in de twintigste eeuw voerden snelle berekeningen uit en werden beter dan de mens, maar zij werden wel nog steeds gevoed met menselijke modelzetten en schaaktheorie door de eeuwen heen op punt gesteld door menselijke grootmeesters.
De computer als vervanger van de mens (ca. 2010 na Chr. – heden)
In 2010 werd het Brits-Amerikaanse bedrijf DeepMind in Londen opgericht, dat al in 2014 werd overgenomen door Google. Sinds 2015 heeft AI een grote vlucht genomen (het aantal patenten dat verband houdt met AI is sindsdien exponentieel gestegen).
In 2016 ging er een schokgolf door de schaakwereld, toen bekend raakte dat de op dat ogenblik sterkste schaakcomputer (Stockfish 8) verslagen werd door AlphaZero, een computerprogramma dat enkel de spelregels kreeg uitgelegd.
Na slechts vier uur speelde AlphaZero al op bovenmenselijk niveau. Dit impliceert dat alle schaakkennis en schaaktheorie die de mens gedurende honderden jaren tijd had verzameld, al na vier uur achterhaald bleek in het licht van deze nieuwe vorm van kunstmatige intelligentie.
Nadat AlphaZero negen uur tegen zichzelf had geschaakt, speelde het programma honderd partijen tegen Stockfish 8. De uitkomst: 28 winst, 0 verliezen, 72 gelijk spel.
Dit toont allicht het intelligentieniveau aan van deze nieuwe vorm van artificiële intelligentie: na slechts enkele uren, is geen enkele mens of klassieke computer meer opgewassen tegen dit soort (“bijna buitenaardse”) intelligentie.
De mens kan intellectueel en artistiek bijzonder veel, maar onze hersenen zijn ruimtelijk beperkt door het volume van onze schedel – een nadeel dat deze nieuwe vorm van artificiële intelligentie vanzelfsprekend niet heeft. Bovendien heeft de mens bij tijd en stond rust nodig, daar waar AI rusteloos voortsnelt.
Vanuit een louter economisch perspectief beoordeeld, kan de menselijke schaker beter worden vervangen door de schaakcomputer. De schaakcomputer speelt immers veel preciezer en sneller.
Toch is het schaakspel onder mensen nog nooit zo populair geweest als de dag van vandaag. Bij denksporten, maakt het weinig uit dat er machines zijn die beter kunnen presteren. We willen nog altijd weten wie de beste menselijke schaker is. Het is niet omdat thans een gemiddelde auto 250 km/u kan rijden, dat we als mensen niet kunnen genieten van lopen of joggen of … wandelen. Het is voor mensen ook aangenamer om te spelen tegen een persoon (of computer) van hetzelfde niveau. Het schaakspel wordt allicht niet rechtstreeks bedreigd door de AI, maar wel loert voortdurend het risico van bedrog om de hoek.
Artistieke prestaties van AI
Ook op artistiek niveau, is AI thans heer en meester (ook op dat punt had Kasparov de wetenschappelijke evoluties onderschat – samen met ongeveer eenieder uit de twintigste eeuw). Eind 2022 kon iedereen kennis maken met ChatGPT. Het was meteen[5] duidelijk dat deze artificiële intelligentie de opdrachten perfect begreep en dus de mens kon vervangen bij zowat alle intellectuele en artistieke prestaties. AI componeert thans muziekstukken (“Thriller in de stijl van Beethoven”), creëert onmiddellijk beelden op bevel (“een giraf in de stijl van Rembrandt”), schrijft volledige boeken (“in de stijl van whoever”).
Vanuit een zuiver economisch perspectief, is een heel team van creatieve schrijvers/kunstenaars dus zeker niet langer nodig en kan men deze personen dus perfect vervangen door kunstmatige intelligentie. Voorlopig heeft de maandenlange staking (2 mei 2023 – 27 september 2023) van de Writers Guild of America ertoe geleid dat AI met omzichtigheid zal worden ingezet. Maar hoelang zal dat nog duren?
Gevolgen voor de arbeidsmarkt?
Het grootste deel van alle intellectuele en artistieke beroepen kan evenwel door artificiële intelligentie worden overgenomen.
De gevolgen voor de arbeidsmarkt zijn op dit ogenblik moeilijk te voorspellen: AI staat immers nog in zijn kinderschoenen, het is moeilijk zicht te krijgen op hoeveel nieuwe jobs AI op termijn zal creëren en men mag de impact van de technologische vooruitgang ook nooit onderschatten. Michio Kaku waarschuwde daarover: “Predictions for the future, with a few exceptions, have always underestimated the pace of technological process.”[6] Een goed voorbeeld is allicht de uitspraak van Thomas Watson (de bestuurder van IBM) die in 1943 voorspelde: “I think there is world market for maybe five computers.”
Zeer pessimistische voorspellingen zijn in het verleden zelden bewaarheid geworden (denk bijvoorbeeld aan de voedseltekorten die Malthus voorspelde).
Bovendien werkt Europa volop aan een AI-Verordening die in een regelgevend kader zal voorzien.
AI begrijpt juridische teksten al beter dan de gemiddelde afgestudeerde rechtenstudent en kan vragen die in de praktijk rijzen, minstens even goed begrijpen als een geschoolde jurist
AI en recht
Het recht doorgronden vereist vooral een begrip van de relevante, gelaagde en complexe (wet)teksten en de wijze waarop deze in de samenleving worden geïnterpreteerd en toegepast.
In 2016 toonden onderzoekers al aan dat algoritmen zeer nauwkeurig (79%) de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen voorspellen. De resultaten van dit onderzoek openden ook de deur naar verder onderzoek naar de mogelijkheid van de ‘robot-rechter’.
Inmiddels begrijpt AI de juridische (en andere) teksten al beter dan de gemiddelde afgestudeerde rechtenstudent en kan AI de vragen die in de praktijk rijzen, minstens even goed begrijpen als een geschoolde jurist.
GPT-4 deed in 2023 mee aan het notoir zware (en geüniformiseerde) Amerikaanse balie examen en scoorde bij de top 10% (negentigste percentiel), zowel voor het meerkeuzegedeelte als voor het schrijven van het essay. De vooruitgang die GPT-4 op korte tijd boekte ten opzichte van het vorige programma (dat nog zwaar faalde op de test) is dan ook opmerkelijk.
Ook scoorde GPT-4 in 2023 even goed bij de top bij de Law School Admission Test (LSAT) (88stepercentiel). AI ‘denkt’ dus inmiddels even goed als een ‘topjurist’ of een ‘topstudent’.
Er zijn nog steeds kinderziekten, waarbij GPT soms – met veel stelligheid – fictieve teksten genereert (‘hallucinaties’) en presenteert als feiten, maar de latere modellen boeken ook op dit punt wel aanzienlijke vooruitgang.
Inmiddels gebruiken (rechten)studenten natuurlijk met veel enthousiasme deze intelligente chatboxen.
Volgens diverse internetberichten zouden rechters inmiddels ChatGPT gebruiken als hulpmiddel bij het schrijven van hun uitspraken of steunen op de verstrekte informatie. Dit zou het geval zijn in China, Dubai, India, Columbia en Pakistan. Onlangs zou ook de Britse rechter, Lord Justice Birss, erkend hebben dat hij ChatGPT gebruikte als hulpmiddel bij de redactie van uitspraken (waarbij hij een samenvatting verzocht van een bepaald rechtsdomein en deze samenvatting kopieerde en plakte in zijn uitspraak). Het is echter moeilijk om de authenticiteit van deze ‘internetartikelen’ te achterhalen, nu veelal niet wordt verwezen naar de authentieke bronnen.
Toch blijft het oppassen met de hallucinaties van ChatGPT. De New York Times berichtte op 27 mei 2023 dat advocaten recent in de problemen kwamen toen zij als eiser optraden in de zaak van Roberta Mata tegen Avianca Airlines voor het Southern New York US District Court. De advocaten van de eiser zouden ChatGPT gebruikt hebben bij het opstellen van de akte. In de akte stonden evenwel verschillende verwijzingen naar fictieve rechtspraak (“Martinez v. Delta Air Lines”, “Zicherman v. Korean Air Lines”, “Varghese v. China Southern Airlines”) en rechtsleer. De rolnummers kwamen ook totaal niet overeen.
De advocaten in kwestie riskeren thans tuchtsancties voor het presenteren van fictieve zaken (voorgelepeld door ChatGPT) als authentieke cases.
Rechter Castel was not amused: “an unprecedented circumstance, a legal submission replete with “bogus judicial decisions, with bogus quotes and bogus internal citations.”
De ontwikkelingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden, zullen zeer ingrijpende gevolgen hebben, ook voor het juridische domein. Er is geen weg terug
Enkele slotgedachten
De mens heeft thans zijn unieke en superieure positie voor het eerst definitief verloren en dit aan een uitvinding van hemzelf. Hij is niet langer het meest artistieke en meest intelligente wezen op deze planeet. Wanneer men terugblikt op de duizenden jaren geschiedenis, kan men enkel schrikken over de enorme wetenschappelijke progressie die op korte tijd op het gebied van de AI is geboekt.
De ontwikkelingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden, zullen zeer ingrijpende gevolgen hebben, ook voor het juridische domein. Er is geen weg terug.
Rob Valkeneers, MPLOY Advocaten
Lees ook de andere stukken van Rob Valkeneers
- De rechten van Moeder Natuur
- Over taal, taalwetgeving en formalisme in het Belgisch recht
- Is onze rechtspraak een loterij?
- Le gouvernement des juges: regeren onze rechters?
- Klassenjustitie in België
Referenties
[1] Bepaalde dieren hebben uiteraard uitzonderlijke talenten die deze van de mens te boven gaan, te denken valt aan de ruimtelijke oriëntatie van trekvogels, het gebruik van echografie/sonar door vleermuizen, dolfijnen en walvisachtigen, het reukvermogen van honden (die weefselafwijkingen, zoals tumoren, in een vroeg stadium kunnen opsporen), het uitzonderlijke zicht van roofvogels enz. Intelligentie is ook te vinden in dierengedrag, zoals de v-formaties tijdens een ganzenvlucht (waarbij energie wordt gespaard, de vogels wisselen ook van positie om de werklast te verdelen), de systematische zeshoekige structuur van bijenraten die voordelen biedt vanuit architecturaal standpunt, de constante koele temperatuur in termietenheuvels enz. Tal van wetenschappelijke doorbraken werden ook geïnspireerd door de oplossingen in de natuur: zie Biomimetics – Wikipedia en Bionics – Wikipedia. Zie hierover bv. ook de boeken van FRANS DE WAAL (Zijn wij slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn) CLIVE WYNNE (Denken dieren na?).
Sommige dieren zijn ook bijzonder creatief. Pas in 2011 ontdekte men de witgevlekte kogelvis, die geometrische (en artistieke) zandstructuren maakt (zie A Pufferfish's Masterpiece | Big Pacific: Mysterious | PBS LearningMedia).
[2] Een van de oudste kerfstokken is het Lebombo-beentje uit Swaziland, dat ca. 42.000 of 43.000 jaar oud zou zijn. Zie Lebombo bone – Wikipedia
[3]Zie daarover T. STANDAGE, The Turk. The Life and Times of the Famous Eighteenth-Century Chess-Playing Machine, New York, Walker Publishing Company, 2002, 272.
[4] Zie https://www.chesshistory.com/winter/extra/computers.html
[5] Ik gaf enkele artistieke opdrachten aan ChatGPT en was verwonderd over de uitzonderlijke kwaliteit van de antwoorden die binnen enkele seconden werden gegenereerd. Ik geef enkele voorbeelden.
Opdracht 1. Schrijf een kort gedicht (4 zinnen) in het Afrikaans over kuikentjes die voor het eerst een piering zien. AI: “Saggiesgeel pluimpies wip en hop, verwonderd oor wat hulle ontdek. 'n Kronkelworm wat daar beweeg, 'n feesmaal, vir kuikentjies wat die wêreld ontdek.”
Opdracht 2. Schrijf een kort gedichtje in het Afrikaans in de stijl van Ingrid Jonker over een slakje dat langzaam kruipt over het vensterraam. AI: “Sagkens kruip 'n slak oor die vensterraam, Sy lyfie traag en stadig, sonder baie raam, Maar sy leef in sy eie tempo, sonder haas of spoed, En bring 'n bietjie vrede, in hierdie wêreld vol gejaagde gemoed.”
Opdracht 3. Write a funny love sonnet in the style of Shakespeare which one computer (windows) sends to an apple computer. Use at least three times the expression "Lo and behold, the Apple of my eye". AI:
“My dearest Apple, on whom I rely, Lo and behold, the Apple of my eye. Your beauty and grace, like code so fine, Makes my Windows heart simply pine./In your presence, my circuits race, My software heart begins to pace. I long to touch your sleek design, To be with you, my love so divine./Lo and behold, the Apple of my eye, Your OS so seamless, it makes me sigh. I cannot help but feel so blessed, To have you, my sweet digital quest/May our love last through many an upgrade, And never falter, nor once degrade. For you are the one who truly understands, My binary heart, my digital demands./So take my love, my sweet Apple Mac, And know that I will always have your back. For you are the one who truly makes me fly, Lo and behold, the Apple of my eye.”
Opdracht 4. Maak een parodie op "The Raven" van Edgar Allen Poe in het Engels, getiteld "The elephant" en laat een man een monoloog houden met de "Elephant in the room". Volg daarbij zoveel mogelijk de bewoordingen, de stijl en de boodschap van "The Raven". AI:
“Once upon a midnight dreary, I pondered weak and weary, Over an elephant in the room, Whose presence brought me gloom./Although I tried to ignore, The elephant was there for sure, Its bulk and weight impossible to hide, My feelings I could no longer suppress inside./I asked it to leave, to no avail, It just stood there, big and pale, A reminder of what I refused to see, A source of discomfort for me./I tried to reason with the beast, But my words seemed to have ceased, It just stared at me with its beady eye, And let out a mournful sigh./The elephant in the room, a symbol of denial, A burden I couldn't reconcile, I knew I had to face it, no matter the cost, And so I did, and my worries were lost./Now the elephant is no longer in sight, And my heart is light, For I have faced my fears, and won, And my battle with the elephant is done./So, let this be a lesson to us all, To face our fears, no matter how tall, For only then can we truly be free, From the elephant that haunts you and me.”
Opdracht 5. Rewrite the balcony scene from Shakespeare's Romeo and Juliet. Keep the original dialogue for Juliet, but let Romeo speak like an ordinary kid from the 21st century. Start from Romeo sees light coming from an upper window. Let Romeo also be distracted by his cell phone. AI:
“Romeo: "Yo, what's up with that light coming from that window over there?" (Romeo pulls out his phone and starts scrolling)
Juliet: "Oh, Romeo, Romeo! Wherefore art thou Romeo?"
Romeo: "Hold up, Juliet. Lemme snap a quick pic of this dope view first." (Romeo takes a selfie with the balcony in the background and sends it to his friends)
Juliet: "Deny thy father and refuse thy name."
Romeo: "Uh, excuse me? Can you repeat that? I was posting on my Insta story."
Juliet: "I said, if you won't do that, I'll give up being a Capulet."
Romeo: "Oh, okay. I feel you. But like, can we talk about this more in person? I don't really wanna text."
Juliet: "Then come to me, and I'll take you to my heart."
Romeo: "Bet. I'll be there in five. Gotta finish this tweet real quick." (Romeo puts away his phone and runs offstage)”
[6] M. Kaku, Physics of the Future. The inventions that Will Transform Our Lives, Penguin books, 2011, p. 5.
0 reacties