Er is de laatste weken wat heisa ontstaan in de media rond artikel 67ter Wegcode. Deze wetsbepaling verplicht een rechtspersoon om bij een verkeersovertreding begaan met een voertuig ingeschreven op haar naam, binnen de vijftien dagen de identiteit van de bestuurder ten tijde van de overtreding mee te delen aan de vervolgende autoriteiten.
Via deze link kan u ons volledig artikel over artikel 67ter Wegcode terugvinden.
Veel ondernemingen betalen bij het ontvangen van het proces-verbaal betreffende een verkeersovertreding begaan met hun voertuig de boete die wordt opgelegd, maar vergeten de identiteit van de bestuurder die de overtreding beging, mee te delen. Om die reden ontvingen veel ondernemingen recent een minnelijke schikking van 509,06 euro.
Er gaan verschillende stemmen op om deze ‘bijkomende’ minnelijke schikking te betwisten. Deze stemmen menen dat de boete voor het niet meedelen van de identiteit van de bestuurder enkel zou mogen worden uitgeschreven wanneer de boete voor de achterliggende verkeersovertreding niet werd betaald, bij recidive of bij zéér zware achterliggende verkeersovertredingen. Ook wordt er gesteld dat de oorspronkelijke boete niet duidelijk aangeeft dat óók de identiteit moet worden meegedeeld los van betaling van de boete. Ten slotte bekritiseert men dat er niet eerst een herinnering werd verstuurd om de identiteit van de bestuurder alsnog mee te delen, alvorens over te gaan tot beboeting.
De stelling dat op basis van deze argumenten elke minnelijke schikking met succes kan worden betwist, moet volgens ons met de nodige voorzichtigheid benaderd worden.
Het is immers zo dat er in het kader van artikel 67ter Wegcode altijd twee verkeersovertredingen in het spel zijn. Enerzijds de achterliggende verkeersovertreding, die aanleiding geeft tot de identificatieplicht en anderzijds het niet naleven van de identificatieplicht op zich.
Elk van deze 2 overtredingen op zich kan aanleiding geven tot sanctionering. Het is dus niet omdat men de boete voor de achterliggende verkeersovertreding heeft betaald, dat er geen sanctionering meer kan volgen voor het niet naleven van de identificatieplicht.
Artikel 67ter Wegcode bepaalt enkel dat de identiteit van de bestuurder niet moet worden meegedeeld bij diefstal, fraude of overmacht. Door te stellen dat een boete voor het niet meedelen van de identiteit enkel zou mogen wanneer de boete voor de achterliggende overtreding niet werd betaald, bij recidive of bij zeer zware achterliggende verkeersovertredingen, leest men eigenlijk dingen in art. 67ter Wegcode die het artikel niet voorziet. Ook het voorafgaand versturen van een herinnering om naast betaling van de boete ook nog de identiteit van de bestuurder mee te delen, wordt wettelijk niet voorzien. Het kan zijn dat sommige vervolgende autoriteiten art. 67ter Wegcode in de praktijk zo toepassen, maar hier gaat men gezien de letter van de wet en de zware straffen die kunnen worden opgelopen best niet op voort.
Ook het argument dat de oorspronkelijke boete onvoldoende duidelijk aangeeft dat ook bij niet-betwisting de identiteit van de bestuurder moet worden meegedeeld, werd door het Hof van Cassatie reeds opzij geschoven. Het Hof heeft immers gezegd dat de identificatieplicht voortvloeit uit de wet op zich en niet uit een specifieke vermelding op het terug te sturen antwoordformulier.
Feit is dus dat het niet meedelen van de identiteit van de bestuurder een afzonderlijke verkeersovertreding is en blijft, waarvoor beboeting en/of vervolging voor de Politierechtbank mogelijk blijft, ook ondanks betaling van de boete voor de achterliggende overtreding. Dit betreft immers een andere overtreding.
Elk dossier is anders en moet in concreto worden bekeken. Het is mogelijk dat de vervolgende autoriteiten oor hebben naar bovenstaande argumenten en dat in sommige gevallen betwisting van de minnelijke schikking van 509,06 Euro mogelijk zal zijn, maar – onder het motto beter voorkomen dan genezen – kan men als onderneming beter ook altijd tijdig de identiteit van de bestuurder meedelen!
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
Juiste benadering maar voeg daar aan toe dat het erg moeilijk is en veel geduld vraagt om de identiteit door te geven. Je moet immers eerst digitaal via de geeigende website de persoon opgeven die bevoegd is om de identiteit van de chauffeur vrij te geven. Zelfs als het om een eenmans bv gaat met 1 bestuurder. Enkele weken geleden verscheen hier trouwens een artikel over in De Standaard.
Ter info, als dat digitale wat omslachtig is: je kan altijd nog papieren formulier invullen en terugsturen met een postzegel. Ik heb het twee weken geleden zo gedaan en geen probleem.