De autofiscaliteit bevat tal van aspecten. In het kader van deze bijdrage wordt enkel ingegaan op de hoofdlijnen van de fiscale aftrek van de kosten op het vlak van de inkomstenbelasting en de btw m.b.t. een wagen die aangekocht werd door de beoefenaar van een vrij beroep, hetzij op persoonlijke naam, hetzij via een vennootschap.
1. Inkomstenbelasting
a) Auto eigendom van een natuurlijke persoon
Een natuurlijke persoon die een wagen aankoopt en deze geheel of gedeeltelijk voor professionele doeleinden aanwendt, kan de desbetreffende kosten geheel of gedeeltelijk in aftrek brengen. Deze kosten zijn o.m. de verkeersbelasting, de autoverzekering, de brandstofkosten, het onderhoud, leasingvergoedingen, parkeerkosten e.d. De aankoopkost kan niet meteen in aftrek worden gebracht. Ter zake dienen er afschrijvingen te worden toegepast. Teneinde de jaarlijkse fiscale aftrek van de kosten te kunnen bepalen, moet op basis van het aantal kilometer dat in het desbetreffende jaar met de wagen werd afgelegd, het privégebruik bepaald worden, het woon-werkverkeer en de andere verplaatsingen voor professionele doeleinden.
Het woon-werkverkeer wordt gevormd door de verplaatsing heen en terug tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling. Voor het aantal km dat privé wordt afgelegd, is geen kostenaftrek mogelijk. De kosten inzake woon-werkverkeer kunnen forfaitair fiscaal in aftrek gebracht worden a rato van 0,15 euro per afgelegde km. Voor het professioneel gebruik van een wagen, ander dan het woon-werkverkeer, kunnen de werkelijk gemaakte kosten in aftrek gebracht worden ten belope van het percentage van dit professioneel gebruik.
Evenwel dienen deze autokosten nog verder beperkt te worden volgens een bepaald percentage. Met ingang van het aanslagjaar 2019 (inkomsten 2018) bedraagt dit percentage niet langer eenvormig 75%, maar varieert dit tussen de 50% en de 100% in functie van de CO2-uitstoot van de wagen en naargelang de wagen een benzine of dieselmotor heeft. De financieringskosten (interesten m.b.t. een lening en het interestgedeelte van leasingvergoedingen) voor de aankoop van een wagen zijn niet onderworpen aan hoger vermelde aftrekbeperking (75% of beperking op basis van CO2-uitstoot). Ter zake geldt enkel een beperking in functie van het professioneel gebruik van de wagen.
b) Auto eigendom van een vennootschap
Indien een wagen aangekocht, geleased of gehuurd wordt door een vennootschap en door deze laatste ter beschikking gesteld wordt aan een zaakvoerder of werknemer, geldt geen aftrekbeperking voor de autokosten ten belope van het privégebruik of gebruik voor woon-werkverkeer door de betrokken werknemer. Daarentegen geldt er wel een beperking van de aftrek ten belope van een percentage, bepaald in functie van de CO2-uitstoot van de wagen. Ter zake vinden dezelfde percentages toepassing, zoals deze die gelden in de personenbelasting.
Wanneer een vennootschap een wagen ter beschikking stelt van een natuurlijke persoon die zaakvoerder, bestuurder of werknemer in deze vennootschap is en de wagen aangewend wordt voor privéverplaatsingen door de natuurlijke persoon, zal deze laatste belast worden op een voordeel van alle aard in de personenbelasting.
Het voordeel van alle aard geeft niet enkel aanleiding tot een taxatie ervan in de personenbelasting. Daarnaast wordt 17% van het voordeel van alle aard als een verworpen uitgave belast in de vennootschapsbelasting in hoofde van de vennootschap die de wagen aan de bestuurder, zaakvoerder of werknemer ter beschikking heeft gesteld. Wanneer de betrokken vennootschap ook de brandstofkosten betaalt m.b.t. de privéverplaatsingen van de natuurlijke persoon die gebruikmaakt van de wagen, wordt 40% van het voordeel van alle aard als een verworpen uitgave aan de vennootschapsbelasting onderworpen.
2. Enkele btw-aspecten
De btw m.b.t. tot personenwagens mag slechts in aftrek worden gebracht ten bedrage van maximaal 50%, ook al ligt het beroepsmatig gebruik van de wagen hoger. Indien het beroepsmatig gebruik minder dan 50% bedraagt, zal de inkomende btw slechts ten belope van maximaal het percentage beroepsgebruik in aftrek kunnen worden gebracht. De aftrekbeperking geldt voor alle autokosten, zoals brandstof, de herstelling en het onderhoud van de wagen en betaalde leasingvergoedingen. Verplaatsingen met de wagen in het kader van woon-werkverkeer worden voor de btw als privégebruik beschouwd.
Omdat het beroeps- en privégebruik van een wagen niet steeds eenvoudig bij te houden is, heeft de fiscale administratie enkele methodes voorzien om dit gebruik te berekenen voor de toepassing van de btw-aftrek. Een eerste methode bestaat erin dat een rittenadministratie bijgehouden wordt waarbij de dagelijkse verplaatsingen voor beroepsdoeleinden genoteerd worden. Omdat het bijhouden van een rittenadministratie vrij omslachtig is, aanvaardt de administratie dat het beroepsgebruik ook mag worden vastgesteld aan de hand van een formule. Daarnaast kan nog geopteerd worden voor een derde methode waarbij het beroepsmatig gebruik eenvoudigweg en forfaitair op 35% wordt vastgesteld. Wanneer gekozen wordt voor deze derde methode, moet deze minstens voor 4 jaar worden toegepast en mag deze niet gecombineerd worden met de andere methodes.
Kris Heyrman, advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman
Meer weten over de autofiscaliteit met rekenvoorbeelden?
Het volledige artikel van meester Kris Heyrman, vennoot bij Dubois, Verlinden, Wauman, verscheen in het tweede nummer van de zevende jaargang (juni 2019) van het Tijdschrift Notarieel Management. Klik hier voor meer informatie en abonnementsvoorwaarden.
0 reacties