Verzameldecreet principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Inzake omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening is er in het Vlaamse Gewest een aanpassing van verschillende decreten op komst. In november 2022 werd het ‘voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening’, ook wel ‘Verzameldecreet’ genoemd, principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Het Verzameldecreet bevat een hele resem wijzigingen van diverse decreten op vlak van omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening.
De bedoeling van deze wijzigingen is enerzijds – zoals steeds – om zinloze en overbodige regels in de bestaande wetgeving te schrappen en onduidelijkheden weg te werken en anderzijds om een grotere transparantie, duidelijkheid en helderheid in de regelgeving te bewerkstelligen.
Daarnaast behelst het Verzameldecreet een aantal inhoudelijke wijzigingen die een grote impact hebben op de planologie en het vergunningsbeleid.
Hieronder overlopen we de belangrijkste wijzigingen.
Gemeenten kunnen geen vergunnings- of meldingsplichten meer invoeren via een verordening
Vandaag kunnen provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen:
- een vergunningsplicht invoeren voor meldingsplichtige handelingen;
- een meldingsplicht invoeren voor vrijgestelde handelingen.
Dit leidt tot een onoverzichtelijk systeem dat moeilijk te verantwoorden is en tot inbreuken leidt.
Om die reden wordt dit systeem geschrapt en zullen de specifieke bepalingen van bestaande verordeningen van rechtswege worden opgeheven na een overgangsperiode. Voor de duidelijkheid worden de lokale overheden aanbevolen zelf initiatief te nemen om de desbetreffende artikelen bij een eventuele wijziging van de verordening te schrappen.
Het beginsel van planologische compensatie bij RUP’s wordt ingevoerd
Ingevolge het Verzameldecreet zullen gemeenten, provincies of Vlaanderen niet zomaar een bijkomend aanbod aan bouwgrond mogen realiseren via het doorvoeren van zogenaamde ‘harde’ bestemmingen (zoals wonen, bedrijvigheid, recreatie, gemeenschapsvoorzieningen).
Als de plannende overheid toch een ruimtelijk uitvoeringsplan wil maken waarbij nieuwe harde bestemmingen worden aangeduid, zal tegelijk minstens eenzelfde oppervlakte aan niet-gerealiseerde slecht gelegen of overbodige harde bestemmingen moeten worden omgezet in ‘zachte’ bestemmingen zoals bos-, natuur- of landbouwgebied.
Dit beginsel van planologische compensatie kadert in de algemene beleidsdoelstelling om open ruimte te vrijwaren, en de toename van bijkomend ruimtebeslag af te remmen en op termijn te stoppen.
Beslist de plannende overheid toch om een ruimtelijk uitvoeringsplan goed te keuren dat niet voldoet aan dit principe van planologische compensatie of waarbij de compensatie onbehoorlijk werd doorgevoerd, kan de hogere overheid het ruimtelijk uitvoeringsplan schorsen.
De ‘afwerkingsregel’ wordt aangepast
Vandaag voorziet de zogenaamde ‘afwerkingsregel’ dat extra woningen worden gebouwd tegen een zogenaamde “wachtgevel” van een andere woning, zelfs indien het betrokken perceel niet voor woningbouw is bestemd (met uitzondering van de ruimtelijk kwetsbare gebieden zoals bos- of natuurgebied).
De toepassing van deze regel leidt in de praktijk tot een uitbreiding van de lintbebouwing en tot extra ruimtebeslag (bebouwing, verharding, vertuining) en bijkomende zonevreemdheid.
Met het oog op de vrijwaring van de open ruimte en de bouwshift wordt de regel opgeheven in gebieden die niet voor woningbouw bestemd zijn. Tegelijk wordt de toepassing van deze regel juist wel mogelijk gemaakt in woonreservegebieden, waar dit voordien niet mogelijk was.
Het wordt mogelijk om zonevreemde functiewijzigingen te regulariseren
De huidige wetgeving voorziet de mogelijkheid om zonevreemde functiewijzigingen te vergunnen. Het is evenwel niet mogelijk om een regularisatievergunning voor een zonevreemde functiewijziging te verkrijgen. Eén van de voorwaarden om een zonevreemde functiewijziging te verkrijgen is immers dat het gebouw of gebouwencomplex waarvoor de functiewijziging wordt gevraagd, op het ogenblik van de vergunningsaanvraag hoofdzakelijk vergund is, ook wat de functie betreft. Dit is niet het geval wanneer de functiewijziging reeds werd gerealiseerd zonder vergunning.
Het Verzameldecreet maakt een einde aan deze patstelling door de mogelijkheid te voorzien een regularisatie te bekomen voor reeds gerealiseerde situaties die voor een vergunning in aanmerking komen.
Dit zou evenwel geen afbreuk doen aan de geldende toepassingsvoorwaarden om een zonevreemde functiewijziging te bekomen en zou niet tot gevolg hebben dat ongewenst ruimtegebruik wordt gefaciliteerd.
Inzage van alle gegevens op het Omgevingsloket
Het Verzameldecreet wenst een einde te maken aan een aantal knelpunten die de transparantie op vandaag nog verhinderen, zowel tijdens als na de vergunningsprocedure.
Het Omgevingsloket biedt momenteel niet de mogelijkheid aan het publiek om tijdens de procedure alle stukken van een dossier in te zien. Gevolg is dat men zich als betrokkene nog altijd vaak naar het gemeentehuis moet begeven om het volledige aanvraagdossier of de volledige vergunning in te zien.
In het Verzameldecreet wordt bepaald dat het indienen van een vergunningsaanvraag, verzoek, initiatief, bezwaar of beroep gelijkstaat met het instemmen met de openbaarmaking ervan (en van de bijhorende documenten) aan het publiek op het Omgevingsloket tijdens een eventueel openbaar onderzoek en tijdens de beroepstermijn.
De bedoeling is dat ook auteursrechtelijk beschermde plannen digitaal via het loket zullen kunnen worden geconsulteerd tijdens het openbaar onderzoek.
Het verlenen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of een bijstelling ervan, zal automatisch inhouden dat het verkavelingsplan en de verkavelingsvoorschriften tijdens de duur van de vergunning vrij beschikbaar zijn, zonder dat de opsteller zich kan beroepen op zijn auteursrecht.
Momenteel dienen over het voorontwerp nog diverse adviezen te worden ingewonnen. Ook het advies van de Raad van State (afdeling Wetgeving) dient nog te worden ingewonnen. Het voornemen is om het decreet in derde lezing aan te nemen in het voorjaar 2023, waarna het kan worden ingediend voor bespreking en behandeling in het Vlaams Parlement. Pas na aanvaarding in het Parlement en publicatie in het Belgisch Staatsblad zal het decreet principieel in werking treden.
Aline Heyrman en Koen De Puydt (Seeds of Law)
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties