Inkomsten van zelfstandige advocaten zijn in de regel belastbaar aan de gewone belastingtarieven, die kunnen oplopen tot 50%. Tot voor kort was de fiscus van oordeel dat pro-Deovergoedingen steeds volledig belastbaar waren aan de gewone belastingtarieven. De fiscus is echter teruggefloten door het Grondwettelijk Hof. Het Hof oordeelt dat die vergoedingen soms belastbaar zijn aan een lager belastingtarief. Hierna een woordje uitleg.
Gewoon belastingtarief of gemiddelde aanslagtarief?
Inkomsten van advocaten worden in de regel belast aan de gewone progressieve belastingtarieven. Die tarieven lopen op van 25% tot 50%. Een advocaat met een netto beroepsinkomen van meer dan +/- 37.000 euro wordt op ieder inkomen boven die grens belast aan 50%.
Bepaalde inkomsten zijn niet belastbaar aan de gewone belastingtarieven, maar aan een (lager) belastingtarief, namelijk de gemiddelde aanslagvoet van het jaar waarin het inkomen is ontvangen. Zo worden de inkomsten voor het deel van prestaties dat 12 maanden overtreft en die ‘door toedoen van de overheid’ worden betaald in een jaar na het jaar waarop de diensten betrekking had, belast aan de gemiddelde aanslagvoet van het jaar van uitkering.
Pro-Deovergoedingen?
De fiscus oordeelde dat pro-Deovergoedingen nooit belast konden worden aan de gemiddelde aanslagvoet. De uitkering van die vergoedingen was volgens de fiscus niet te wijten aan een fout of nalatigheid van de overheid. Bijgevolg waren die vergoedingen niet in een later jaar uitbetaald ‘door toedoen van de overheid’, zoals de wet dat vereist …
Met een arrest van 25 februari 2016 heeft het Grondwettelijk Hof de interpretatie van de fiscus ongeldig verklaard. Pro-Deovergoedingen die worden betaald in een jaar na het jaar waarin de diensten zijn geleverd en die betrekking hebben op het deel van prestaties dat 12 maanden overtreft, zijn belastbaar aan de (lagere) gemiddelde aanslagvoet van dat jaar. Dit geldt zowel voor advocaten-stagiairs als voor niet-stagiairs.
Verzoek tot ambtshalve ontheffing voor de laatste vijf jaren!
Het arrest van het Grondwettelijk Hof kan worden aangehaald om een o cieel verzoek tot ambtshalve ontheffing in te dienen voor de laatste vijf jaren. Het kan dus interessant zijn om vergoedingen uit oude pro- Deodossiers te screenen en te kijken of het voordelig is om een deel van de personenbelasting terug te vorderen.
Dit artikel verscheen in Today’s Lawyer – November 2016 – Jaargang 2, Nr. 5
0 reacties