Nieuw standpunt van de Belgische Sociale Zekerheidsinstanties inzake het toepasselijk sociale zekerheidsregime (EU Verordening 883/2004)
In de context van internationale tewerkstelling is het de EU verordening 883/2004 die bepaalt welk sociaal zekerheidsregime er van toepassing is op personen die gelijktijdig in twee of meer staten binnen de Europese Economische Ruimte en Zwitserland werken.
In toepassing van deze verordening kan een persoon slechts onderworpen worden aan de wetgeving van één staat en dit voor het geheel van zijn activiteiten. Inderdaad, een set van regels leidt tot de aanwijzing van één bevoegde staat. Echter, om het mogelijk te maken de bevoegde staat aan te duiden en de set van regels toe te passen, moet men op de hoogte zijn van de internrechtelijke kwalificatie van een activiteit uitgeoefend in een bepaalde staat.
Dat betekent dat de internrechtelijke kwalificatie van een activiteit door de werkstaat (staten) van cruciaal belang is voor het maken van de analyse in toepassing van de verordening. Wij merken op dat dit in geval van tewerkstelling in verschillende staten vaak leidt tot complexe analyses.
Eens de bevoegde staat is bepaald, moet deze staat in principe de activiteiten kwalificeren volgens internrechtelijke regels (= de zogenaamde “herkwalificatie”). Dit betekent eenvoudigweg dat de bevoegde staat niets doet met de mogelijke verschillende kwalificaties gegeven door de werk staten, maar dat enkel de internrechtelijke kwalificatie van de bevoegde staat wordt toegepast.
Alhoewel dit principe internationaal wijd toepast wordt, paste België het niet toe tot heden. Er werd een systeem van “niet-herkwalificatie” toegepast (ze aanvaardden dus de kwalificatie van de werkstaat).
Dit heeft geleid tot bijzondere situaties waar – in geval België de bevoegde staat was – men onderworpen kon zijn aan het Belgisch regime voor sociale zekerheid voor werknemers voor een deel van het inkomen en aan het Belgisch sociale zekerheidsregime voor zelfstandigen voor het andere deel.
Op 21 december 2017 hebben de sociale zekerheidsdiensten hun positie in overstemming gebracht met het “herkwalificatie principe”. Dat betekent dat België de eigen wetgeving zal toepassen om te bepalen welk type van sociale bijdragen er verschuldigd zijn in België.
Dit nieuw standpunt is van groot belang voor bestuurders en zaakvoerders. In België is een bestuurder of zaakvoerder (vennootschapsmandataris) een zelfstandige, terwijl in andere landen deze functie onderworpen kan zijn aan het sociale zekerheidsregime voor werknemers. Waar België (wanneer bevoegd) in het verleden deze buitenlandse kwalificatie als werknemer aanvaardde bij het bepalen van de verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen, zal een bestuurder of zaakvoerder nu – door de toepassing van de herkwalificatie – onderworpen worden aan het sociale zekerheidsregime voor zelfstandigen.
Voor bestuurders of zaakvoerders die in het verleden in België bijgedragen hebben betaald zowel in het regime der werknemers als in het regime der zelfstandigen: het is aangeraden (en mogelijks voordelig) om uw situatie te laten analyseren en na te kijken of een regularisatie van de laatste 3 jaren mogelijk is.
Voor meer informatie betreffende de kwalificatie van een bestuurders- of zaakvoerdersmandaat (in een lokale of buitenlandse vennootschap) in toepassing van de EU verordening 883/2004 – gelieve hier te klikken. U zal onze bijdrage kunnen raadplegen in de WSG brochure (2016) over dit onderwerp, daarin begrepen samenvattingen over de problematiek van (her)kwalificatie van 19 landen.
Meer lezen van deze auteur?
0 reacties