Op 14 augustus 2021 nam de wetgever, te midden van een dramatisch regenachtige zomer, een nieuwe wet aan die vreemd genoeg onopgemerkt bleef. Deze uiterst belangrijke wet heeft tot doel de betalingstermijnen te regelen die contractueel kunnen worden vastgesteld in het kader van B2B-contracten.
De wetgever wenst met deze wet kleinere economische actoren en ondernemingen met activiteiten die afhankelijk zijn van andere actoren te beschermen en dit door contractuele vrijheden te beperken die voor hen nadelig kunnen zijn.
Vorige regeling en de moeilijkheden die daarmee gepaard gingen
Wij weten dat de wettelijke betalingstermijn voor een factuur dertig dagen is. Vóór de nieuwe wet belette echter niets de ondernemingen om een andere betalingstermijn overeen te komen.
Het kwam dan ook vaak voor dat een schuldenaar die economisch sterker stond dan de schuldeiser, misbruik maakte van zijn positie ten opzichte van een kleine aannemer. Leveranciers stonden vaak onder druk om betalingstermijnen van meer dan dertig dagen en zelfs honderdtwintig dagen of meer te aanvaarden.
Dit was vooral een zware last voor kmo’s, die zeer weinig onderhandelingsruimte hebben tegenover grotere groepen en te weinig kasreserves om dergelijke betalingstermijnen op realistische wijze aan te kunnen. Het gebeurde dan ook vaak dat toeleveranciers, die meestal eerder kleine bedrijven zijn, onder druk kwamen te staan. Degenen die niet akkoord gingen, zagen dikwijls grote contracten langs hun neus passeren.
De wetgever greep reeds op 29 april 2020 in voor contracten die vanaf die datum werden gesloten, door te bepalen dat, wanneer de schuldeiser een kmo is, de overeengekomen betalingstermijn niet meer dan zestig dagen mag bedragen.
Wanneer de overeenkomst tussen een kmo schuldeiser en een niet-kmo schuldenaar voorziet in een betalingstermijn die ingaat na de aanvaarding of verificatie van de conformiteit van de goederen of diensten, dan mag de aanvaardings- of verificatieprocedure volgens deze wet bovendien niet langer dan dertig dagen duren.
Deze bepaling gold echter alleen voor kmo's, d.w.z. een onderneming die aan ten minste twee van de volgende criteria voldoet:
- Een jaarlijks gemiddelde van 50 werknemers.
- Een jaaromzet, exclusief btw, van 9 miljoen euro.
- Een balanstotaal van 4,5 miljoen euro.
Elk beding dat van deze termijnen afwijkt, werd als ongeschreven beschouwd, zodat de wettelijke termijn van dertig dagen van toepassing was.
De nieuwe wet breidt de bescherming uit
In de nieuwe regeling wordt van dit systeem afgestapt en wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen soorten ondernemingen, zodat geen discussie meer mogelijk is over de vraag of een onderneming een kmo is of niet.
De wet voorziet in een standaard betalingstermijn van dertig dagen tussen ondernemingen na ontvangst van de factuur, die bij overeenkomst kan verlengd worden tot zestig dagen.
Alleen sectoren bepaald door de regering, in overleg met de Raad voor de kmo, kunnen deze periode in bepaalde bijzondere gevallen verlengen.
Elke wettelijke of contractuele verificatieperiode waarbinnen goederen of diensten worden gecontroleerd, wordt nu in deze maximumperiode opgenomen.
Bovendien verbiedt de wet de schuldeiser en de schuldenaar om de datum van ontvangst van de factuur contractueel vast te leggen. Zo wordt voorkomen dat bedrijven onder druk valse factuurdata moeten accepteren om de wettelijke termijn van dertig dagen te omzeilen.
Laattijdige betalingen worden automatisch gesanctioneerd met nalatigheidsintrest.
We kunnen besluiten dat de betalingstermijn tussen ondernemingen dertig dagen bedraagt na ontvangst van de factuur en contractueel verlengd kan worden tot niet langer dan zestig dagen.
De partijen, ongeacht de omvang van de onderneming, zullen op geen enkele wijze meer een betalingstermijn van meer dan zestig dagen kunnen overeenkomen.
De wet treedt in werking op 1 februari 2022.
Lidia Mahillon et Steve Griess, Seeds of Law
0 reacties