Boeken 1 en 5 van het Burgerlijke Wetboek zijn unaniem in tweede lezing goedgekeurd door de Kamercommissie Justitie.
Een maand nadat de boeken 2 en 4 van het Burgerlijke Wetboek door de plenaire vergadering van het parlement werden goedgekeurd, werden vandaag de boeken 1 (Algemene bepalingen) en 5 (Verbintenissenrecht) van het Burgerlijk wetboek in tweede lezing in de Commissie Justitie behandeld.
De werkzaamheden met betrekking tot de boeken 1 en 5 werden al in 2015 aangevat door voormalig minister van Justitie Koen Geens, die het nu als wetsvoorstel indiende. Met de zeer gewaardeerde steun van het experten-team, geleid door de professoren Eric Dirix, Patrick Wéry, Sophie Stijns en Rafaël Jafferali, is men tot een wetsvoorstel gekomen waarover brede consensus bestaat.
Deze boeken betreffen de kern van het privaatrecht, zeg maar de principes die regelen hoe wij met elkaar omgaan en wat wij van elkaar mogen verwachten. Niettemin waren ook deze regels sinds de invoering van het Oud Burgerlijk Wetboek in 1804 nauwelijks gewijzigd.
“Net zoals bij de vorige boeken zijn de wijzigingen niet revolutionair. We beogen niet te experimenteren met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek maar streven naar een hercodificatie. Doel van dit wetsvoorstel is het integreren van de rechtspraak en de bestaande algemene beginselen met daarbij een aantal innovaties,” verduidelijkt CD&V-Kamerlid Koen Geens.
Het wetsvoorstel introduceert definities voor begrippen als openbare orde of dwingend recht, maar ook voor de begrippen raam- en toetredingscontract. Andere nuttige codificaties hebben betrekking op de postcontractuele verbintenissen, het belangenconflict in het kader van vertegenwoordiging of de mogelijkheid tot herkwalificatie van het contract door de rechter. Het wetsvoorstel voert ook enkele bestaande principes in die in het Oud Burgerlijk Wetboek nog geen plaats hadden, zoals de imprevisieleer. Een nuttig instrument in situaties die het contractueel evenwicht verstoren, zoals COVID-19.
Dit verbintenissenrecht behoort tot het gemeen recht en respecteert in eerste instantie als aanvullend recht het principe van de wilsvrijheid.
“Niettemin hebben wij er in dit wetsvoorstel ook naar gestreefd de zwakke contractspartij te beschermen, onder meer door het invoeren van een algemeen principe inzake de onrechtmatige bedingen.” (Koen Geens)
Het nieuwe verbintenissenrecht zal binnenkort in de plenaire vergadering definitief worden gestemd.
Koen Geens – Federaal volksvertegenwoordiger
0 reacties