Het wetsvoorstel van Kamerleden Koen Geens (cd&v) en Katja Gabriëls (Open Vld) tot hervorming van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (boek 6 van het Burgerlijk Wetboek) werd in tweede lezing op woensdag 17 januari 2024 door de commissie Justitie unaniem goedgekeurd.
Zo komt het nieuwe Burgerlijk Wetboek opnieuw een stap dichter bij zijn finale vorm. Dit boek 6 is het resultaat van het harde werk en doorzettingsvermogen van een experten-team onder leiding van professoren Hubert Bocken, Bernard Dubuisson en Geert Jocqué.
Het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht bestaat sinds 1804 uit zes artikelen uit het oud Burgerlijk Wetboek. Uit die zes artikelen moet blijken wat een fout inhoudt, welke schade vergoed moet worden en wanneer er een voldoende causaal verband is tussen die fout en die schade. Die zes artikelen hebben bijvoorbeeld betrekking op de vragen wie voor wie aansprakelijk is (namelijk de ouders voor hun kinderen of het baasje voor de hond) en wat er moet gebeuren als verschillende personen aansprakelijk zijn of als het slachtoffer zelf mee aan de oorzaak ligt van de schade.
De zes artikelen in het oud Burgerlijk Wetboek worden uitgebreid tot 40 nieuwe artikelen in het nieuw Burgerlijk Wetboek, op maat van de 21e eeuw. Het uitgangspunt van de hervorming is een evenwicht te vinden tussen de vrijheid van handelen en ondernemen enerzijds en de bescherming van het slachtoffer anderzijds. Daartoe worden enkele kleinere en grotere wijzigingen ingevoegd. Fout, schade en oorzakelijk verband zijn nog steeds de elementen van een onrechtmatige daad.
Opnieuw strekt deze nieuwe wetgeving ertoe de rechtszekerheid en leesbaarheid van het burgerlijk recht te bevorderen. Het afscheid van artikel 1382 oud Burgerlijk Wetboek zal sommigen zwaar vallen, maar de 40 artikelen die in de plaats komen, zijn nog steeds voldoende beknopt en zullen de toegankelijkheid van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht vereenvoudigen.
Boek 6 regelt onder meer de buitencontractuele aansprakelijkheid van de hulppersoon (bijv. de onderaannemer), van organen van de rechtspersoon en van de ouder voor zijn kind. Het boek voorziet verder ook in een correctie op de traditionele oorzakelijkheidsvoorwaarde (csqn) en bevestigt de mogelijkheid van verenigingen om in rechte op te treden in het kader van hun doelstelling.
Het wetsvoorstel werd in november in eerste lezing en in januari ook in tweede lezing unaniem goedgekeurd door de commissie Justitie. Het geheel wordt op 1 februari 2024 voorgelegd aan en gestemd door de plenaire vergadering.
Om het nieuwe buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht te verduidelijken, organiseren we hierover een boeiende studiedag op vrijdag 2 februari 2024 in het Vlaams Parlement.
Koen Geens
0 reacties