Op 12 oktober 2023 werd het koninklijk besluit gepubliceerd dat de schalen en de toepassingsmodaliteiten vaststelt van de administratieve boeten die zullen worden opgelegd aan de belastingplichtigen die hun onroerende goederen niet spontaan aangeven. Deze boeteschalen gelden ook voor buitenlandse onroerende goederen.
Aangifteplicht onroerende goederen
Elke eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker moet aangifte doen van volgende gebeurtenissen:
- De (eerste) ingebruikneming.
- De voltooiing van wijzigingswerken.
- Wijzigingen van ongebouwde onroerende goederen.
- De ingebruikstelling van nieuw of bijkomend materieel of outillage.
De gebeurtenissen moeten zowel voor de Belgische als voor de buitenlandse onroerende goederen worden aangegeven bij de administratie van de patrimoniumdocumentatie. Voor zowel de Belgische als de buitenlandse onroerende goederen geldt hiervoor een termijn van dertig dagen.
De verwerving of vervreemding van een buitenlands onroerend goed moet binnen de vier maanden worden gemeld bij de administratie. Gaat het echter over de verwerving van een nieuw opgericht of herbouwd onroerend goed dat nog niet in gebruik werd genomen of werd verhuurd, dan heeft men dertig dagen de tijd vanaf de ingebruikneming of verhuring.
Niet-inwoners die rijksinwoner van België worden dienen hun buitenlandse onroerende goederen binnen de dertig dagen aan te geven, te rekenen van de eerste dag van het belastbaar tijdperk.
Boeteschalen niet-aangifte of laattijdige aangifte
Als de niet-aangifte of laattijdige aangifte is te wijten aan feiten onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, dan bedraagt de boete nul euro.
Bij de niet-aangifte of laattijdige aangifte van de (eerste) ingebruikneming, de voltooiing van wijzigingswerken of de wijzigingen van ongebouwde onroerende goederen gelden volgende boeteschalen, dit geldt voor zowel de Belgische als de buitenlandse onroerende goederen:
- 1.000 euro bij een KI van minder dan 745 euro.
- 2.000 euro bij een KI Vanaf 745 euro en minder dan 2.500 euro.
- 3.000 euro bij ene KI Van 2.500 euro of meer.
Deze boeteschalen gelden eveneens voor de niet-aangifte of laattijdige aangifte van de verwerving of vervreemding van buitenlandse onroerende goederen. Aangezien er een specifieke berekeningswijze werd toegekend voor de KI’s van buitenlandse onroerende goederen, liggen deze beduidend hoger dan de KI’s van de Belgische onroerende goederen. Hierdoor zullen de belastingplichtigen met vastgoed in het buitenland sneller in de hoogste boeteschaal vallen.
Bij niet-aangifte of laattijdige aangifte van de ingebruikstelling van nieuw of toegevoegd materieel of outillage gelden volgende boeteschalen:
- Geen boete bij een KI van minder dan 159 euro.
- 1.000 euro boete bij een KI vanaf 159 euro en minder dan 745 euro.
- 2.000 euro boete bij een KI vanaf 745 euro en minder dan 2.500 euro.
- 3.000 euro boete bij een KI van 2.500 euro of meer.
Ine Coolman en Stephanie Vanmarcke, Vandelanotte
0 reacties