Op 10 januari 2019 heeft de FOD Financiën een mededeling gepubliceerd omtrent de teruggaaf van de historische btw met betrekking tot de btw-belaste onroerende verhuur.
Historische BTW en onroerende verhuur
Sinds 1 januari 2019 is het mogelijk om in een B2B-context nieuwbouw of vernieuwbouw te verhuren onder toepassing van het btw-stelsel. Het uitoefenen van de optie voor een btw-belaste onroerende verhuur doet in hoofde van de verhuurder een recht op aftrek ontstaan, ook met betrekking tot de historische btw. Het gaat in dat laatste geval om btw die vóór 1 januari 2019 opeisbaar is geworden, maar op dat ogenblik nog niet aftrekbaar was.
De FOD Financiën heeft nu meegedeeld dat deze historische btw in aftrek zal kunnen worden genomen in de btw-aangifte met betrekking tot de eerste periode van 2019 (uiterlijke indieningsdatum voor belastingplichtigen verplicht tot maandaangiftes is 20 februari 2019, voor belastingplichtigen verplicht tot kwartaalaangiftes is dit 20 april 2019).
Concreet gaat het om de btw over:
- Werken in onroerende staat die hebben bijgedragen tot de oprichting van het nieuw gebouw of de renovatie tot vernieuwbouw dat met btw zal worden verhuurd, en voor zover die btw ten vroegste opeisbaar is geworden vanaf 1 oktober 2018;
- Intellectuele diensten die betrekking hebben op voormelde gebouwen (architecten, landmeters, veiligheidsexperten etc.), zelfs al is de btw opeisbaar geworden vóór 1 oktober 2018;
- Afbraakwerken en werken die betrekking hebben op de grond (sonderingswerken, saneringswerken etc.) die gebeurd zijn met het oog op de oprichting van de nieuwbouw, zelfs al is de btw daarop opeisbaar geworden vóór 1 oktober 2018.
Recht van aftrek
De uitoefening van het recht van aftrek geschiedt als volgt:
- De belastingplichtige dient aan zijn bevoegde team ‘beheer’ een inventaris te bezorgen van de betrokken goederen en diensten waarover hij de btw in aftrek wil brengen.
- Het bedrag van de historisch aftrekbare btw wordt verrekend met het bedrag van de verschuldigde btw zoals dit voortvloeit uit het rooster 71 van de periodieke aangifte volgens de gewone regels. Een eventueel tegoed wordt overgedragen naar de volgende aangifteperiodes en dit tot het bedrag volledig is toegerekend. Het bedrag aan btw dat niet kan worden verrekend in de eerste elf maandaangiftes of de eerste drie kwartaalaangiftes van het jaar 2019, kan worden opgenomen in de maandaangifte van december 2019 of van het vierde kwartaal van het jaar 2019, ongeacht het eindresultaat van deze aangiftes en dit zal verder niet meer worden overgedragen.
Wenst u op de hoogte te blijven? Volg Cazimir op LinkedIn!
Cazimir Advocaten
0 reacties