VLABEL en de burgerlijke maatschap
Eind november was er heel wat te doen rond een ruling van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) over een schenking van deelbewijzen van een burgerlijke maatschap onder last tot betaling van een rente. Het was de combinatie van omstandigheden en rechtshandelingen die VLABEL ertoe deden besluiten dat er sprake was van fiscaal misbruik. In een vorig artikel hebben wij beargumenteerd waarom dit standpunt nochtans ten onrechte wordt ingenomen.
VLABEL bevestigt nu dat de ruling betrekking had op een erg bijzondere situatie en dat men uit de ruling niet in algemene bewoordingen mag afleiden dat een burgerlijke maatschap niet meer mogelijk zou zijn: “als de burgerlijke maatschap en de schenking met last van lijfrente correct gebruikt worden, zien wij er geen graten in”. “Controle houden over een schenking via voorbehoud van vruchtgebruik of een burgerlijke maatschap blijft op zich volkomen geoorloofd. Schenken met last van lijfrente om inkomsten uit het geschonken kapitaal te kunnen blijven puren, blijft op zich volkomen geoorloofd. Maar het is niet geoorloofd dat de schenker het volledige beschikkingsrecht over de schenking behoudt. Concreet: wie schenkt, kan bijvoorbeeld wel de last op leggen dat de begiftigde het geschonken goed niet mag verkopen zolang de schenker leeft. Maar bepalen dat de schenker het recht behoudt om het geschonken goed te verkopen als hij dat wil, dat is te verregaand”.
De ruling betekent dus niet het einde van de burgerlijke maatschap
Het blijft dus wel enigszins onduidelijk wat voor VLABEL nu juist wel fiscaal misbruik uitmaakt en wat niet. Ten behoeve van de rechtszekerheid zou VLABEL er goed aan doen duidelijke krijtlijnen uit te tekenen. Bijstand door een juridisch adviseur blijft dus wel aangewezen.
18 december 2016.
0 reacties