23 feb 2021 | Corporate & Accountancy

Cashbetalingen

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 23/02/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

In België worden cashbetalingen meer en meer beperkt door de wet. Terwijl de trend zich voortzet naar een ‘cashless society’, blijft een cashsysteem voorlopig toch nog onmisbaar. 

Al sinds de preventieve witwaswet van 11 januari 1993[1] werden in België beperkingen van cashbetalingen opgelegd. Deze wet werd bij opeenvolgende wetswijzigingen ingrijpend gewijzigd.

De huidige wet van 18 december 2017[2] bepaalt de tarieven voor de betalingen in contanten. Deze wet is van toepassing op personen die handelen in goederen wanneer zij betalingen in contanten verrichten of ontvangen, alsook op de betaling van dienstprestaties die geleverd worden door een dienstverstrekker[3]. Een professional in de zin van deze wet is “elke persoon die geen consument is, met name de ondernemingen en de rechtspersonen, met inbegrip van vzw’s”.

Deze wet legt een algemene cashdrempel van 3.000,00 euro vast[4]. Deze beperking geldt voor álle betalingen en schenkingen in het kader van een verrichting of een geheel van verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan[5]. Met de woorden “verrichtingen waartussen een verband bestaat” bedoelt de wetgever dat het toegelaten maximum geldt voor het geheel van de schuld wanneer een schuld in meerdere keren betaald wordt en wanneer er tussen meerdere schulden een verband bestaat.

Voorbeelden:

  • Wanneer het contract tussen een consument en een bouwonderneming bepaalt dat het totaalbedrag wordt betaald in vier schijven, mag de consument maximaal 3.000,00 euro contant betalen.
  • Wanneer een kleinhandelaar elke dag goederen bij zijn groothandelaar aankoopt, mag de klant 3.000,00 euro contant betalen. 

 Deze algemene drempel is niet van toepassing op de verkoop van onroerende goederen (vastgoedsector), op consumenten onderling en op bepaalde financiële instellingen zoals banken[6].

Wat betreft de vastgoedsector, is het betalen in cash steeds verboden[7]. Betalingen mogen slechts gebeuren per storting of per cheque[8]. Het gaat hier uitsluitend over de verkoop van een onroerend goed[9]. Dit verbod geldt dus niet wanneer u uw woning gaat bouwen of verbouwen.

Wat betreft de verkoop of dienstverlening tussen consumenten onderling en met bepaalde financiële instellingen geldt er geen beperking op de cashbetalingen, behalve bij de verkoop van een onroerend goed (geen betaling in contanten) en bij de openbare verkoop van roerende goederen (3.000,00 euro).

Er geldt een bijzondere regeling in het kader van edele metalen (goud, platina, zilver en palladium), oudere metalen en koperen kabels:[10]

  • In geval van een openbare verkoop geldt nog steeds de drempel van 3.000,00 euro.
  • In geval van een onderhandse verkoop mag de verkoper geen cash geld mag ontvangen van de koper die geen consument is (B2B-verhouding).
  • In geval van een onderhandse verkoop mag de consument slechts 500,00 euro cash geld ontvangen van de koper (C2B-verhouding).
  • In geval van een onderhandse verkoop mag de verkoper 3.000,00 euro ontvangen van de koper die een consument is (B2C-verhouding).
  • In geval van een onderhandse verkoop tussen consumenten geldt er geen beperking in cashbetalingen.

Overtredingen op deze regels moeten aangeven bij de cel voor financiële informatieverwerking of CFI[11]. In geval van overtreding kan een boete worden opgelegd aan de partijen met een absoluut maximum van 1.800.000 euro. De boete mag nooit meer bedragen dan 10% van de betaling of de schenking[12]. De Algemene Directie Controle & Bemiddeling van de FOD Economie ziet toe op de naleving van bovenstaande regels[13]. Zij voeren hiertoe regelmatig controles uit. Ter vervulling van hun opdracht mogen de controleurs alle boekhoudkundige en commerciële documenten van handelaren of dienstverleners inkijken.

De betaling van het loon in cash geld wordt ook beperkt[14]. Artikel 5 van de Loonsbeschermingswet[15] zoals gewijzigd bij wet van 23 augustus 2015[16], regelt de betalingswijze van het loon. Vanaf 1 oktober 2016 moet het loon in giraal geld (postassignatie, circulaire cheque of overschrijving op een bank- of postrekening[17]) worden betaald. De werknemer heeft het recht te kiezen welke betalingswijze wordt gehanteerd.

Hierop geldt een uitzondering. Het loon kan evenwel van hand tot hand of cash worden uitbetaald, voor zover deze modaliteit is bepaald bij een in een paritair orgaan gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, of door een impliciet akkoord of een gebruik in de sector[18].

Het KB van 26 december 2015[19] bepaalt hoe een sectoraal impliciet akkoord of een sectoraal gebruik over de uitbetaling van hand tot hand wordt vastgesteld en bekendgemaakt.

Wanneer een betaling van hand tot hand is toegelaten, moet de werkgever een kwitantie van deze uitbetaling ter ondertekening voorleggen aan de werknemer.

Op grond van artikel 47bis Loonbeschermingswet wordt het loon beschouwd als niet uitbetaald wanneer de werkgever de verplichting van de girale betaling overtreedt. Zie hierover ook: Sinds oktober verbod uitbetaling loon in cash, Handje contantje loon betalen serieus risico.

De mogelijkheid voor de ondernemingen en vrije beroepers van de afronding van het kasticket is ook een beperking op cashbetalingen, meer specifiek het gebruik van 1 en 2 eurocent te verminderen[20]. Ondernemingen en vrije beroepers mogen vanaf 1 oktober 2014[21] het totaalbedrag dat de consument hen moet betalen, afronden tot op 5 eurocent. De afronding geldt enkel voor betalingen in cash, niet voor elektronische betalingen. Wanneer handelaars die afrondingsregels toepassen, moeten zij dit duidelijk aangeven door middel van een pictogram[22].

In de praktijk:

(a) Het totaalbedrag eindigt op 1, 2, 6 of 7 cent? Het bedrag zal worden afgerond naar het dichtstbijzijnde lagere veelvoud van 5 cent: € 56,32 moet worden afgerond naar € 56,30.

(b) Het totaalbedrag eindigt op 3, 4, 8 of 9 cent? Het bedrag zal worden afgerond naar het dichtstbijzijnde hogere veelvoud van 5 cent: € 56,33 moet worden afgerond naar € 56,35.

https://www.test-aankoop.be/familie-prive/supermarkten/dossier/uw-rechten-in-de-supermarkt-1/met-cash-betalen ; https://www.hln.be/geld/consument/cashbetalingen-afronden-tot-op-5-cent-wordt-verplicht~a3a0240b/)

In principe zijn cash, bankbiljetten en munten een wettig betaalmiddel. Stilaan ontstaat de trend zich om cash geld te weigeren (in de horeca, apothekers enzovoort). Eén van de redenen is de veiligheid (bv. overvallen vermijden). Hierover bestaat discussie. Er wordt een afweging gemaakt tussen het recht van een handelaar om cashbetalingen te weigeren en het keuzerecht van de consument tussen contant of digitaal betalen. Zie hierover: No cash doet intrede in Brusselse horeca, Omdat cash nergens meer aanvaard wordt, CD&V wil handelaars verplichten om overal elektronisch betaalmiddel te aanvaarden.)

Het valt niet te ontkennen dat cashbetalingen geleidelijk aan minder en minder evident worden. In principe is de toegelaten maximumgrens voor betalingen in contanten vastgelegd op 3.000,00 euro en moet het loon in giraal geld worden betaald. Hierop gelden bovenvermelde uitzonderingen.

Er zijn geen wetsbepalingen die de handelaar het recht geven cashbetalingen te weigeren of de handelaar verplichten om een elektronisch betaalmiddel te aanvaarden. Er moet een goed evenwicht gevonden en gezocht worden tussen de belangen van de handelaar (deze kan bijvoorbeeld niet geneigd zijn om cash aan te nemen wegens veiligheidsoverwegingen) en anderzijds moet er ingegaan worden op de wens van de consument om al dan niet met cash te betalen.

Besluit

Het valt te verwachten dat ook België verder evolueert naar “een cashless society”.

Joost Peeters, Lieselotte Vrints en Roxanne Sleeckx, Studio Legale

[1] Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 9 februari 1993.

[2] De wet van 18 december 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, BS 6 oktober 2017. (hierna: ‘antiwitwaswet’)

[3] Art. 5 antiwitwaswet 2017.

[4] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017.

[5] Art. 67, § 2, eerste lid antiwitwaswet 2017.

[6] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017. Wat betreft de laatste uitzondering gaat het over de entiteiten bedoeld in artikel 5, §1, 1°, 3°, 4°, 6°, 7°, 10° en 16° antiwitwaswet 2017.

[7] Art. 66, § 1 antiwitwaswet 2017.

[8] Art. 66, § 2 antiwitwaswet 2017.

[9] Art. 66 antiwitwaswet 2017.

[10] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017. Zie definitie van consument in art. 67, § 1, 1° antiwitwaswet 2017; J. DE SMEDT, “Grondwettelijk Hof nr. 141/2019, 17 oktober 2019 (vzw Federatie van de Belgische recuperatie van Ferro- en Non-Ferro Metalen e.a.)” NJW 2020, nr. 427, 631.

[11] Art. 47 antiwitwaswet.

[12] Art. 137 antiwitwaswet.

[13] Art. 109 antiwitwaswet.

[14] X, “Loon”, NJW 2016, nr. 336, 104-105; N. MERTENS, “In welke sectoren mag men het loon nog cash betalen?”, SOCWEG 2017, afl. 13, 14-15.

[15] Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, BS 30 april 1965.

[16] Wet van 23 augustus 2015 tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wat de uitbetaling van het loon betreft, BS 1 oktober 2015.

[17] Art. 1 KB van 5 maart 1986 houdende nadere regelen betreffende de uitbetaling van het loon in giraal geld en de overdracht van of het beslag op het tegoed van de bank- of de postchequerekening waarop het loon van de werknemer wordt overgeschreven, BS 21 maart 1986.

[18] Art. 5 Loonbeschermingswet.

[19] Koninklijk Besluit van 26 december 2015 tot vaststelling van de nadere regels voor het vaststellen en bekendmaken van een sectoraal impliciet akkoord of een sectoraal gebruik inzake de uitbetaling van het loon van hand tot hand, BS 19 januari 2016.

[20] X., “Kasticket afronden”, Juristenkrant 2014, afl. 295, 2; X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, afl. 309, 734.

[21] Koninklijk Besluit van 22 september 2014 houdende de de inwerkingtreding en de uitvoering van sommige bepalingen van boek VI, XIV en XV van het Wetboek van economisch recht, met betrekking tot de afronding van betalingen in euro, BS 25 september 2014.

[22] X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, nr. 309, 734.

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.