Fleer op één
In Fleer op één reflecteert elke eerste van de maand een gerenommeerd rechtsdenker over justitie in België en daarbuiten. Prof. dr. Frank Fleerackers, hoogleraar Rechtsdenken aan de KULeuven, instigeert het project.
Contrapunt
Contrapunt (Lat.: punctus contra punctum) betekent: noot tegen noot, stem tegen stem en vandaar meerstemmigheid, mits elke stem een eigen melodische betekenis draagt. Als juxtapositie en verstrengeling van gelijkwaardige melodieën staat deze horizontale polyfonie dan ook haaks op de verticale harmonie. Dynamiek en samenklank van evenwaardige melodieën kenmerken juist de contrapuntische meerstemmigheid tegenover de harmonische, die met Derrida ondergeschiktheid tussen de zelfstandige hoofdtoon en de andere veronderstelt. Harmonie wordt aldus geschraagd door consonante samenklanken, terwijl contrapunt evenzeer dissonantie koestert. De twintigste-eeuwse emancipatie van de dissonantie, die de tonale muziek van de noodzaak tot oplossingsgerichte consonantie zou bevrijden, biedt overigens een interessant vergelijkingspunt voor het sinds de Verlichting steeds meer rationaliserende en op vaste, statische oplossingen gerichte rechtsdenken. Zo lijkt de juridische kwalificatiestructuur van dat denken inderdaad in hoge mate op de verticaliteit, afhankelijkheid en orde van een harmonisch akkoord. En kan gesteld worden dat noch de hiërarchie van ons rechtsdenken noch de verticaliteit van de harmonie toelaten dat gelijktijdig verschillende melodische of betekenislijnen ontwikkeld worden, zulks in tegenstelling tot de horizontale meerstemmigheid van contrapunt.
Contrapunt wordt als methodisch instrument gehanteerd om dynamiek en verschil, beweging en differentie in een affectieve analyse te realiseren en de val van een statisch objectivisme te vermijden. In contrapunt zijn punt en tegenpunt evenwaardig, ontwikkelen ze een gelijkwaardige betekenislijn, in onderlinge spanning en (vaak) dissonantie. Doch in volle contradictie met elkaar zijn ze niet, al gaat het om schijnbare tegenstellingen. Wel zijn ze paradoxos: tegen (para) de mening of leer (doxa) in. De paradox als contrapunt hanteren is een techniek om het essentialisme en objectivisme van ons denken tegen te gaan en de eruit voortvloeiende statische fixaties tijdelijk op te heffen. In tegenstelling tot wat critici van Derrida, Foucault en Deleuze ook zouden beweren, is dergelijke benadering bijgevolg geen uiting van absurdisme, doch veeleer een explicitering van pragmatisme, gericht op de effectiviteit van de praxis. Op de praktijk van de casus.
0 reacties