29 jun 2020 | Tax & Private equity

De auto en de inkomstenbelasting anno 2020

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 29/06/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Dit artikel is een samenvatting van het artikel van mr. Kris Heyrman (Advocaat-Vennoot bij Dubois, Verlinden, Wauman Advocaten) dat verscheen in het juninummer 2020 van het Tijdschrift Notarieel Management.

Het volledige artikel raadplegen of geïnteresseerd in de abonnementsvoorwaarden? Hier vindt u meer informatie terug.


 

Vorig jaar verscheen in dit tijdschrift reeds een artikel Beknopt overzicht van de autofiscaliteit. In dat artikel werd ingegaan op een aantal fiscale aspecten van de auto op het vlak van de inkomstenbelastingen en de btw, zoals die toen toepassing vonden.

De autofiscaliteit is echter voortdurend in beweging. Met ingang van 1 januari van dit jaar wijzigde één en ander opnieuw waardoor het nuttig leek deze wijzigingen onder de aandacht te brengen. In het kader van deze bijdrage wordt enkel ingegaan op de fiscale aftrek van de kosten op het vlak van de inkomstenbelastingen met betrekking tot een wagen die aangeschaft werd door de beoefenaar van een vrij beroep, hetzij op persoonlijke naam, dan wel via een vennootschap. Omdat de autofiscaliteit zeer complex geworden is, kunnen evenwel niet alle details onder de aandacht gebracht worden.

Auto eigendom van een natuurlijke persoon

Om de jaarlijkse fiscale aftrek van de kosten te kunnen bepalen, moet op basis van het aantal km dat in het desbetreffende jaar met de wagen werd afgelegd, het privégebruik bepaald worden, het woon-werkverkeer en de andere verplaatsingen voor professionele doeleinden. Deze verhoudingen zullen veelal van jaar tot jaar wat schommelen waardoor ook het aftrekpercentage jaarlijks kan variëren.

Wat de kosten inzake woon-werkverkeer betreft, blijft de regel gelden dat slechts een forfait van 0,15 euro per afgelegde km kan in aftrek worden gebracht, ook al liggen de werkelijke kosten hoger. De financieringskosten van een wagen (interesten van een lening en het interestgedeelte van leasingvergoedingen) worden geacht niet begrepen te zijn in dit forfait.

Voor het professioneel gebruik van een wagen, anders dan het woon-werkverkeer, kunnen de werkelijk gemaakte kosten in aftrek gebracht worden ten belope van het percentage van dit professioneel gebruik. Dit percentage moet met ingang van het aanslagjaar 2021 (inkomsten 2020) echter verder beperkt worden op basis van volgende formule:

  • aftrekpercentage = 120 – (0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2-uitstoot in gr/km)

Voor dieselvoertuigen bedraagt de brandstofcoëfficiënt 1. Voor auto’s met een andere motor (benzine, LPG, biobrandstof) bedraagt deze 0,95 en voor voertuigen op aardgas (CNG) met een vermogen van minder dan 12 fiscale PK 0,90.

Daar waar in het verleden bij elektrische wagens een aftrekpercentage van meer dan 100% kon geclaimd worden, wordt dit nu ook voor dergelijke wagens beperkt tot maximaal 100%. Ongeacht het brandstoftype van de wagen bedraagt het minimale aftrekpercentage wel 50%. Wanneer de CO2-uitstoot van de wagen echter 200 gr/km of meer bedraagt, wordt het aftrekpercentage verminderd tot 40%.

De financieringskosten ingevolge de aankoop, dan wel de leasing van een wagen zijn niet onderworpen aan de aftrekbeperking in functie van de CO2-uitstoot van een wagen. Ter zake geldt enkel een beperking in functie van het professioneel gebruik van de wagen.

Daarnaast worden ook de zogenaamd “valse hybrides” met ingang van 1 januari 2020 aangepakt. Met “valse hybrides” worden bedoeld: wagens die op brandstof rijden, doch tevens beschikken over een oplaadbare elektrische batterij met een beperkte autonomie waardoor de aandrijving van de wagen in de praktijk bijna uitsluitend via brandstof gebeurt.

Met ingang van het aanslagjaar 2021 (inkomsten 2020) wordt daarom in een correctie voorzien. Voortaan wordt het aftrekpercentage van de autokosten van “valse hybrides” bepaald op basis van de CO2-uitstoot van een overeenstemmend voertuig met brandstofmotor.

Inmiddels heeft de FOD Financiën op zijn website een lijst gepubliceerd van “valse hybrides” met voor de meeste ervan een vermelding van de CO2-uitstoot van het overeenstemmend voertuig.

Auto eigendom van een vennootschap

Wanneer een wagen aangekocht, geleased of gehuurd wordt door een vennootschap en door deze laatste ter beschikking gesteld wordt aan een bestuurder of werknemer, geldt geen aftrekbeperking voor de autokosten ten belope van het privégebruik of gebruik voor woon-werkverkeer door de betrokken werknemer.

Net zoals in de personenbelasting moet de aftrek van de autokosten door een vennootschap beperkt worden op basis van de formule:

  • aftrekpercentage = 120 – (0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2-uitstoot in gr/km)

De toepasselijke brandstofcoëfficiënten zijn dezelfde als deze in de personenbelasting.

Ook voor elektrische wagens, aangekocht door een vennootschap, geldt voortaan een maximum aftrekpercentage van 100%. De financieringskosten met betrekking tot de aankoop of leasing van een wagen kunnen voor 100% fiscaal in aftrek worden gebracht.

Wanneer een vennootschap een wagen ter beschikking stelt van een natuurlijke persoon die bestuurder of werknemer in deze vennootschap is en de wagen aangewend wordt voor privéverplaatsingen door de natuurlijke persoon, zal deze laatste belast worden op een voordeel van alle aard in de personenbelasting. Voorts heeft de leeftijd van de wagen een invloed op het te belasten voordeel van alle aard.

De referentiecoëfficiënt voor de CO2-uitstoot om het voordeel van alle aard te berekenen, wordt jaarlijks bij KB vastgesteld en bedraagt vanaf 1 januari 2020 voor wagens op benzine, LPG of gas 111 gr/km en voor dieselwagens 91 gr/km (voor het inkomstenjaar 2019 bedroegen deze coëfficiënten respectievelijk 107 gr/km en 88 gr/km).

Er geldt een minimum belastbaar voordeel van 1360 euro voor aanslagjaar 2021 (inkomstenjaar 2020). Voor het aanslagjaar 2020 bedroeg dit minimum nog 1340 euro.

Met ingang van 1 januari 2020 wordt ook voor de berekening van het voordeel van alle aard in een correctie voorzien voor “valse hybrides”, aangekocht vanaf 1 januari 2018.

Het voordeel van alle aard geeft niet enkel aanleiding tot een taxatie ervan in de personenbelasting. Daarnaast wordt 17% van het voordeel van alle aard als een verworpen uitgave belast in de vennootschapsbelasting in hoofde van de vennootschap die de wagen aan de bestuurder of werknemer ter beschikking heeft gesteld. Wanneer de betrokken vennootschap ook de brandstofkosten geheel of gedeeltelijk betaalt met betrekking tot de privéverplaatsingen van de natuurlijke persoon die gebruikmaakt van de wagen, wordt 40% van het voordeel van alle aard als een verworpen uitgave aan de vennootschapsbelasting onderworpen.

Kris Heyrman – Advocaat-vennoot bij Dubois, Verlinden, Wauman

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.