Stel u voor: plots staan er 10 à 15 personen voor de deur van uw onderneming, ’s morgens, misschien nog voordat de deuren van het bedrijf opengaan. Ze wensen toegang tot het bedrijf en ze stellen zich voor als leden van de Bijzondere Belasting Inspectie, afdeling van het ministerie van Financiën. Zonder verdere bemoeienissen verspreiden ze zich over het bedrijf en beginnen op diverse plaatsen vragen te stellen, bestanden van computers te kopiëren, enz. Na het verzamelen van heel wat informatie en zonder verdere uitleg vertrekken ze terug.
Dergelijk onaangekondigd bezoek van 10 à 15 leden van de BBI zal wellicht intimiderend overkomen. De vraag is of deze personen dat mogen doen. Zijn zij hiertoe bevoegd? Hoe moet het bedrijf zich in die omstandigheden gedragen? Wat zijn de verplichtingen van de onderneming en wat zijn haar rechten? Kan de onthaalmedewerker van uw firma zonder uw medeweten op rechtsgeldige wijze toegang verlenen aan de ambtenaren van de BBI? Op deze vragen gaan we hierna verder in.
Bevoegdheid van de BBI
Dat de BBI onaangekondigd op bezoek komt, is bij wet niet verboden. De wet voorziet inderdaad dat de belastingdiensten onaangekondigd een bedrijf mogen bezoeken met het oog op een belastingcontrole. Zij moeten daarbij zelfs niet meedelen waarom zij op controle komen en wat het specifieke doel van de controle is.
De BBI zal echter alleen in actie treden wanneer er op zijn minst vermoedens van fraude. Hoe concreet die zijn, of wat de vermoedens precies zijn zal de BBI normaalgezien niet meedelen. Omdat het maar om vermoedens gaat, is het altijd mogelijk dat de BBI bij het onderzoek vaststelt dat er geen bewijzen zijn. Dit gezegd zijnde, meestal zal de BBI wel over deugdelijke aanwijzingen beschikken.
De ambtenaren van de BBI hebben dezelfde bevoegdheden als de gewone controleambtenaren maar gebruiken die op een andere manier. Belangrijk om te weten is dat de ambtenaren alleen bevoegd zijn om te doen wat de wet hen expliciet toestaat. Handelingen die de wet niet voorziet, zijn niet toegelaten.
De bevoegdheden ter zake worden verleend in de artikelen 61 jo. 60 en 63 WBTW en de artikelen 315, 315bis en 319 WIB92
Voorleggingsplicht
Iedere belastingplichtige moet op verzoek, zonder verplaatsing, aan de administratie de boeken en stukken voorleggen die noodzakelijk zijn om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen. Dit gaat verder dan louter de boekhouding.
Retentierecht
Onder bepaalde voorwaarden mag de administratie de documenten bijhouden die ze nodig hebben voor de controle. De controleur kan bv. ook vragen er een kopie van te maken. De fiscus moet de documenten wel aan de belastingplichtige terugbezorgen.
Visitatie
De belastingplichtige moet de controlerende ambtenaren toegang verlenen tot de beroepslokalen tijdens de uren dat er werkzaamheden verricht worden. Tijdens zo’n visitatie mogen de ambtenaren alle professionele documenten inzien. In privédocumenten hebben ze geen inzage.
Dit recht op toegang, geeft de BBI-ambtenaren evenwel niet het recht om zich met geweld toegang te verschaffen.
Ook over het actief zoekrecht van de fiscus is al heel wat inkt gevloeid: in ieder geval mogen de controlerende ambtenaren niet zomaar zelf kasten en laden openen. De belastingplichtige kan wel een boete krijgen wanneer hij weigert mee te werken.
Bovendien mag alleen een gemachtigde van de onderneming de BBI toegang verlenen, meestal is dat de zaakvoerder en/of een accountant. Als er niemand aanwezig is die gemachtigd is (bv. alleen de receptionist is aanwezig), dan mogen de ambtenaren niet binnen.
Observatie
In een recent arrest van 14 december 2018 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat fiscale ambtenaren vanop de openbare weg ongemerkt de beroepsactiviteiten van een belastingplichtige mogen observeren, evenals de beroepshandelingen die hij stelt met andere belastingplichtigen. Uit dit arrest blijkt duidelijk dat het Hof van Cassatie de mening is toegedaan dat de regels van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing zijn op een administratieve observatie. Daarom mag de fiscale administratie gebruik maken van bewijsmiddelen die voor iedereen ter beschikking staan, zoals het doen van materiële vaststellingen in openbare ruimten. Dit betekent niet dat de fiscus zomaar zijn gang mag gaan, het is aan de feitenrechter om de rechtmatigheid van dergelijke observatie beoordelen. De rechter kan daarbij rekening houden met de plaats van waar die observaties worden uitgevoerd, het al dan niet systematisch of permanent karakter ervan, de context van de observaties en de redelijke privacy-verwachting van de betrokkenen. De observatie is op zich dus geen inbreuk op de privacy van de belastingplichtige.
Bezoek aan privélokalen
De BBI mag ook een bezoek brengen aan privélokalen. De regels daarvoor zijn wel strenger: toegang tot privélokalen kan tussen 5 uur ’s ochtends en 21 uur ‘s avonds, en alleen met machtiging van de politierechter. Ze geven alleen toegang tot lokalen waar gewerkt wordt of waarvan men vermoedt dat er gewerkt wordt. Om toegang te krijgen, moet er eerst minstens een vermoeden zijn dat er werkzaamheden worden uitgeoefend in de privélokalen. Als er geen (vermoedens zijn van) beroepswerkzaamheden zijn die uitgeoefend worden in de privéruimtes, heeft de BBI helemaal geen recht op toegang.
Meer uitleg over alle bevoegdheden van de BBI kunt u lezen in de uitgebreide versie van dit artikel dat u hier kunt downloaden.
Henri Vandebergh
Annemiek Lewandowski
0 reacties