De kuisziekte
De Standaard, vrijdag 25 augustus 2017, p. 13
De gelegenheid om in de actualiteit iets over beroepsziekten te vinden dat juridisch relevant is, doet zich niet vaak voor (tenzij als het gaat over burn-out). Vandaar dat ik ze grijp n.a.v. het doctoraatsonderzoek van Laura Vanden Borre.
Zijn de bronchitis of het longemfyseem waaraan schoonmakers vaker blijken te lijden (en te overlijden) dan andere werknemers, een beroepsziekte?
Op de lijst van de beroepsziekten vind ik ze alvast niet terug.
Blijft dan nog de tweede mogelijkheid die de wet biedt: bewijzen dat de ziekte “op een determinerende en rechtstreekse wijze” het gevolg is van de beroepsuitoefening (art. 30bis Beroepsziektewet).
Het bewijs van dergelijk “nauw” oorzakelijk verband zal wel niet eenvoudig zijn. Dat moet individueel worden geleverd. Het doctoraat van Laura Vanden Borre volstaat daartoe natuurlijk niet.
Wel lijkt het nuttig voor het bijkomende bewijs dat de wet vergt: de persoon die lijdt aan een niet op de lijst voorkomende ziekte moet als werknemer aan het beroepsrisico van die ziekte blootgesteld geweest zijn (art. 32, 1ste en 5e lid, Beroepsziektewet). En er is een beroepsrisico indien de blootstelling aan de schadelijke invloed (1) inherent is aan de beroepsuitoefening, (2) beduidend groter is dan de blootstelling van de bevolking in het algemeen en (3) indien deze blootstelling volgens algemeen aanvaarde medische inzichten, in groepen van blootgestelde personen de overwegende oorzaak van de ziekte vormt (art. 32, 2de lid, Beroepsziektewet).
Of hoe medische doctoraten nuttig zijn voor sociaaljuristen.
Meer lezen van deze auteur?
U vindt meer recente artikels van prof. van Eeckhoutte op zijn auteurspagina.
0 reacties