De explosie van onze wetgeving: moet er iets geschrapt worden? cover

2 mrt 2024 | Column

De explosie van onze wetgeving: moet er iets geschrapt worden?

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Net zoals ons heelal sinds de oerknal voortdurend uitdijt, neemt onze wetgeving sinds het ontstaan van België alsmaar toe. Het Belgisch Staatsblad is een goede indicator omdat al onze regelgeving daarin wordt gepubliceerd, naast tal van officiële berichten en bijlagen zoals de jaarrekeningen van ondernemingen en lijsten van faillissementen. Een eeuw geleden, in 1924, had het staatsblad ‘slechts’ 6452 bladzijden. Vorige week alleen al zijn er 5858 pagina’s bijgekomen. In 2023 telde ons Belgisch Staatsblad ruim 120.000 pagina’s. Er is dus onmiskenbaar sprake van een fikse stijging en om de zoveel tijd wordt er een jaarlijks paginarecord verbroken. Maar is dit uitzonderlijk? Bestaat er iets als ‘te veel’ wetgeving? Moeten we ingrijpen en, zo ja, hoe?

Versnippering

Er zijn verschillende redenen waarom we vandaag zoveel wetgeving hebben. Een van de belangrijkste factoren in de toename is de transformatie van de Belgische staatsstructuur. De federale vormgeving zorgt dat we regelgeving op verschillende niveaus kennen. Waar er vroeger slechts een wet nodig was om bijvoorbeeld de eindtermen in het secundair onderwijs vast te leggen, hebben de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap intussen elk hun eigen variant. De versnippering van bevoegdheden brengt in heel wat materies onmiddellijk een verdrievoudiging van de regelgeving met zich mee. Bovendien zorgen de globalisering en Europeanisering ervoor dat internationale en Europese normen, rechtstreeks of na omzetting, doorwerken in ons rechtssysteem. Gemeentelijke verordeningen en andere lokale voorschriften, zoals GAS- en belastingreglementen, doen het wetgevingsarsenaal eveneens toenemen.

Als u een paard zou willen adopteren uit het asiel, dan kan dat, maar dan staat er in een koninklijk besluit dat er een adoptiecontract voor een paard moet worden opgesteld, waarvan “het model is opgenomen in bijlage 13

Paardenadoptie

Wettelijke bepalingen stapelen zich niet alleen op, ze worden ook gedetailleerder en steeds vaker aangevuld door besluiten. De parlementen nemen wetten, decreten of ordonnanties aan, maar laten het meer en meer aan de uitvoerende macht om die verder uit te werken. De Koning, de regering, of de bevoegde ministers voorzien hun besluiten op hun beurt van heel wat details, stellen uitgebreide wettelijke voorwaarden op, en deinzen er niet voor terug om bijlagen te creëren. Een voorbeeld? Als u een paard zou willen adopteren uit het asiel, dan kan dat, maar dan staat er in een koninklijk besluit dat er een adoptiecontract voor een paard moet worden opgesteld, waarvan “het model is opgenomen in bijlage 13”. Die bijlage is vervolgens bij het besluit gevoegd. Dat kan dus tellen.

Er bestaat over zo goed als alles wetgeving: van de temperatuur van zwembadwater, over de voorrang van rechts, tot eiceldonatie

Artificiële intelligentie

Een derde verklaring voor de wetgevingsexplosie is dat er over zo goed als alles wetgeving bestaat. Van de temperatuur van zwembadwater, over de voorrang van rechts, tot eiceldonatie. Zelfs over de publicatieprocedure in het Belgisch Staatsblad zélf staan er negen wetsartikelen in de Programmawet van 24 december 2002 (die op haar beurt trouwens 128 pagina’s in het Belgisch Staatsblad inneemt). Waar België aan het begin van de twintigste eeuw als nachtwakersstaat louter wetgevend optrad ter vrijwaring van de openbare orde, wil de sociale verzorgingsstaat tegemoetkomen aan het collectief welzijn van de burger. Het uitgebreide takenpakket brengt mee dat de staat intussen optreedt in quasi alle maatschappelijke domeinen.

Toch gebeurt het wel eens dat iets (nog) niet is geregeld. Denk maar aan de razendsnelle opkomst van artificiële intelligentie, het ontstaan van nieuw gedrag, of ethische vraagstukken waarover moeilijk eensgezindheid bestaat. Het gebrek aan specifieke wetgeving maakt die nieuwe situaties niet noodzakelijk ‘wetteloos’. Algemene wettelijke principes en rechtspraak kunnen vaak als lapmiddel dienen om die lacunes – tijdelijk – op te vullen.

Wetgeving die niet meer is afgestemd op actuele maatschappelijke behoeften, economische omstandigheden of technologische vooruitgang, kan resulteren in rechtsonzekerheid en onrechtvaardige situaties

Verouderde wetgeving?

Daar komt bij dat onze grote verzameling wetgeving eeuwenoude bepalingen bevat die nog steeds van kracht zijn. Zo is er het bijna tweehonderd jaar oude decreet betreffende de eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-Nassau dat nog steeds bepaalt dat onze troonopvolgers nooit mogen trouwen met een lid van het Nederlandse koningshuis. Of artikel 193 van onze Grondwet, dat voorziet dat de Belgische driekleur rood-geel-zwart is. We hangen onze vlag al sinds 1831 ongrondwettig op, maar tot een grondwetsherziening kwam het voorlopig niet. Hoewel deze voorbeelden op zichzelf onschuldig zijn, kan wetgeving die niet meer is afgestemd op actuele maatschappelijke behoeften, economische omstandigheden of technologische vooruitgang, resulteren in rechtsonzekerheid en onrechtvaardige situaties.

Minder ver van ons bed is het (Oud) Burgerlijk Wetboek dat gebaseerd is op het Napoleontisch gedachtegoed. Doorheen de jaren zijn er uiteraard aanpassingen aan doorgevoerd, onder meer met het oog op de gelijkheid van man en vrouw. De wetgever zet momenteel in op een fundamentele hervorming en delen van het Nieuw Burgerlijk Wetboek traden reeds in werking. Maar tot de volledige modernisering is voltooid, moeten we niettemin blijven teruggrijpen naar een wetboek dat dateert uit 1804.

Afscheid van de spionageduif

Betekent dit dat er alleen maar wetgeving bijkomt en er nooit wordt geschrapt? Gelukkig niet. Verouderde regels worden geleidelijk aan afgeschaft, al gaat hier vaak tijd over. Zo keurde het federaal parlement vorige week, na jaren voorbereiding, het nieuwe strafwetboek goed. De valsheid in telegrammen en ordeverstoring in graanhallen zijn slechts enkele archaïsche bepalingen die zijn uitgerangeerd. In 2019 deed het Wetboek van vennootschappen de boeken toe (hoewel het onmiddellijk werd vervangen door een gloednieuwe variant). Ook het voormalig verbod voor buitenlandse inwijkelingen om duiven te houden – iets dat spionage moest tegengaan – is een leuke illustratie van wetgeving die is ingehaald door de tijdsgeest. Het komt wel eens voor dat niet alle wetgeving die intussen is vervangen door nieuwe, uitdrukkelijk wordt opgeheven. Het adagium ‘lex posterior derogat legi priori’ schiet dan te hulp: in geval van een conflict, doet de nieuwste wet de oudere wet teniet.

Ondanks de stijgende trend, wordt elke Belg bovendien geacht op de hoogte te zijn van al het geldend recht. De overmatige wetgeving maakt dit een zo goed als onmogelijke opdracht

Conclusie: tsunami aan wetgeving een reden tot bezorgdheid?

Is het toenemend aantal regelgeving voor burgers, rechtspersonen en overheden een reden tot bezorgdheid? In zekere zin wel, want dit kan zorgen voor overregulering, gebrek aan transparantie en een immense administratieve last. Ondanks de stijgende trend, wordt elke Belg bovendien geacht op de hoogte te zijn van al het geldend recht (cf. “Nemo censetur ignorare legem”). De overmatige wetgeving maakt dit een zo goed als onmogelijke opdracht, maar toch is “ik wist het niet” geen geldig excuus voor het overtreden ervan. Een behapbaar aantal wetten is essentieel voor een rechtvaardige juridische realiteit. Regelgevers moeten daarom blijven inzetten op het verhogen van de toegankelijkheid van het normenkader. Bewustmakingscampagnes of het invoeren van een keuzevak ‘recht’ in het middelbaar, zijn slechts enkele mogelijkheden die kunnen bijdragen tot de begrijpelijkheid van het recht.

Naast een beheersbare omvang, is ook moderne wetgeving een voorwaarde voor vooruitgang. De enorme hoeveelheid regelgeving doet de wetgever echter achterop hinken in het moderniseringsproces. Laattijdig wetgevend optreden kan een effectief regelgevingskader belemmeren. Toch ziet het ernaar uit dat de wetgever verouderde bepalingen traag maar zeker afstoft. Zo voorzag het Gerechtelijk Wetboek tot voor kort dat onze koe, of twaalf schapen of geiten, een varken en vierentwintig dieren van de hoenderhof niet vatbaar waren voor beslag. In de zomer van 2023 is dit geüpdatet naar een “computer met internetverbinding en een printer” – dat werd tijd. Een sterkere focus op wetsevaluatie en, indien nodig, sneller overgaan tot een juridische opknapbeurt, zou helpen om regelgeving vlotter aan te passen aan gewijzigde omstandigheden en aan nieuwe maatschappelijke uitdagingen. Het breed scala aan fundamenteel academisch onderzoek kan daar de ideale aanleiding toe zijn.

Hoe het Belgisch Staatsblad er zal uitzien in het jaar 2124? Dat is koffiedik kijken, maar laten we in ieder geval hopen dat er tegen dan een kentering heeft plaatsgevonden.

Marie DeCock

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.