Het federaal wetgevend kader om tot fiscale of sociale regularisatie over te gaan loopt in 2023 ten einde. Intussen voeren de Belgische banken volop compliances naar de herkomst van fondsen uit, in het bijzonder bij overschrijvingen van substantiële bedragen vanuit het buitenland. Het is aan de belastingplichtige om de nodige bewijsstukken aan te leveren, wat nogal eens wat opzoekingswerk en – tijd vergt. Hoog tijd dus om u voor te bereiden op een mogelijke fiscale regularisatie.
De achtergrond: doorgedreven gegevensuitwisseling en aangescherpte bankonderzoeken
Het laatste decennium hebben zich diverse evoluties voorgedaan die een belangrijk impact hebben gehad op het in beeld komen en het kunnen aanwenden van uw vermogen:
- De internationale gegevensuitwisseling: er is een automatische uitwisseling van inlichtingen tussen bevoegde overheden van tientallen landen, zowel tussen EU-landen waaronder Luxemburg, maar ook met landen zoals Zwitserland, Liechtenstein, Panama, enz. Denken we in dit verband onder meer aan de Common Reporting Standard van de OESO, de gekende CRS-fiches, aan de Europese DAC-richtlijnen, enz.
- Het bankgeheim is onder bepaalde voorwaarden versoepeld.
- Het UBO-register: de centrale database waar vennootschappen en andere juridische entiteiten zoals stichtingen, trusts, vzw’s, enz. informatie moeten vermelden over hun uiteindelijke begunstigden (Ultimate Beneficial Owner), dat register is onder voorwaarden toegankelijk voor fiscale ambtenaren.
- De compliance van de banken: de Nationale Bank van België verplicht de banken de oorsprong van overschrijvingen uit het buitenland, ook deze van het verleden, te gaan onderzoeken.
- Beperking van cashbetalingen.
- Enz.
Concreet volgt hieruit dat bankrekeningen meer en meer bekend zijn bij bevoegde instanties, en dat transacties naar Belgische banken of investeringen niet langer zomaar doorgang kunnen vinden, tenzij de herkomst van de fondsen kan worden verantwoord.
Meer concreet kan en zal het ook voorkomen dat ook in dossiers waarin x aantal jaar geleden niet-verjaarde inkomsten werden geregulariseerd, op vraag van de banken het bronkapitaal in voorkomend geval nog te regulariseren zou zijn. In de praktijk worden op vandaag alvast vele belastingplichtigen met dit scenario geconfronteerd.
Fiscale regularisatie als wegbereider
Brengen we in herinnering dat een fiscale regularisatie de volledige fiscale en strafrechtelijke immuniteit met betrekking tot de geregulariseerde fondsen en inkomsten met zich meebrengt.
Of met andere woorden, eens geregulariseerd kan het kapitaal en desgevallend de belastingvrije of reeds belaste aangroei ervan zonder problemen en zonder risico op eender welk onderzoek of vervolging worden gerepatrieerd of herbelegd.
In de mate dat aangetoond kan worden dat het bronkapitaal fiscaal niet besmet is, of zoals in de wetgeving voorgeschreven “zijn normaal belastingregime heeft ondergaan”, moet er geen regularisatie gebeuren. Het komt erop neer dat aan de hand van stukken hard gemaakt wordt dat het kapitaal teruggaat op belaste inkomsten bv. beroepsinkomsten, een erfenis, roerende inkomsten die in België werden belast, een verkoop, of dat het teruggaat op van belasting vrijgestelde inkomsten.
In de mate dat dit niet kan worden aangetoond, komt de regularisatie in beeld: op dit niet-verantwoord bedrag wordt desgevallend een regularisatieheffing van 40% toegepast.
Het wetgevend kader voor deze regularisatie loopt nog tot en met 31 december 2023. Het is op vandaag nog koffiedik kijken of de wetgever deze mogelijkheid nogmaals zal verlengen.
De bewijsvoering
De clou zit hem dus in de bewijsvoering. Het is aan de belastingplichtige om ten aanzien van de banken of desgevallend het Contactpunt Regularisaties aan de hand van documenten aannemelijk te maken of/in hoeverre op het kapitaal geen fiscale latentie kleeft.
In de praktijk is deze oefening nog al eens een niet-evidente opdracht die toch enige inspanning vergt. In nogal wat gevallen is het bronkapitaal in kwestie immers opgebouwd in de jaren ’90, ’80 of zelfs nog vroeger, of gaat het kapitaal terug op (voor)ouders die in voorkomend geval niet langer in leven zijn. De banken hebben voor hun documenten een bewaarplicht van tien jaar. Vraag is dus of er nog relevante stukken teruggevonden zullen kunnen worden.
Als relevante stukken kan concreet aan volgende documenten worden gedacht:
- Aankoopbewijzen van obligaties aangekocht via Belgische bankinstelling (cf. daarop is Belgische roerende voorheffing voldaan).
- Akte van verkoop van bv. vastgoed, van aandelen.
- Uittreksels inzake een erfenis.
- Stukken inzake opbouw spaargelden aan de hand van gemiddeld beroepsinkomen.
- Opening van een bankrekening op datum x.
- Uittreksel inzake het startkapitaal van de aldus geopende bankrekening.
- Premiestorting levensverzekering.
- Levensverzekeringscontract (waaruit desgevallend kan blijken dat de interesten daarop belastingvrij zijn).
- Enz.
De bewijsvoering moet niet steeds één op één gebeuren. De samenlezing van verschillende stukken of feiten kan voor de bank of desgevallend het Contactpunt Regularisaties afdoende zijn om de herkomst te rechtvaardigen. Denken we bijvoorbeeld aan de verkoop voor een bedrag x met kort nadien de opening van een rekening met in grootorde een zelfde startbedrag: het tijdsverloop maakt het geloofwaardig dat deze feiten op elkaar aansluiting vinden.
Deze stukken zullen in de eigen archieven van de familie kunnen worden opgediept. Een aantal van deze stukken zullen bij de – soms buitenlandse – banken moeten worden opgevraagd. Het kan enige tijd duren vooraleer de beoogde documenten boven water komen. Rekening houdende met de deadline van eind 2023 is het dus de tijd om de regularisatieopportuniteit onder de loep te nemen.
Wat na 31 december 2023…?
Gesteld dat de regularisatiewetgeving niet wordt verlengd, is er dan geen mogelijkheid meer om grijs of zwart kapitaal recht te zetten?
Net zoals wat de Vlaamse belastingen met inbegrip van de erfbelasting betreft, waarvoor het wetgevend kader tot regulariseren reeds is afgelopen sinds eind 2020, lijkt het steeds mogelijk om bij de administratie een spontane aangifte te doen.
De verwachting mag zijn dat de administratie (lokaal kantoor, centrale diensten, BBI) een dergelijke aangifte zal aanvaarden en aanvullend zal taxeren, met daarbij een belastingverhoging van in principe 50%.
Noteer evenwel dat u hiermee fiscaal in regel komt, doch dat een dergelijke fiscale rechtzetting in principe geen strafrechtelijke immuniteit met zich mee brengt. Vraag is echter of en in welke mate het parket in de praktijk effectief nog zou vervolgen wanneer men zelf zijn fiscale zonden heeft rechtgezet en daarop een fiscale boete heeft voldaan.
Intussen is het uitkijken of de wetgever de regularisatiemogelijkheid zal verlengen of vernieuwen. Op het Vlaamse niveau is dit er alvast niet gekomen. We volgen het nauw op.
Het wetgevend kader om een fiscale regularisatie te doen gaat zijn laatste maanden in, de deadline is 31 december 2023. Voor wie op vandaag een vermogen geparkeerd heeft staan desgevallend op een buitenlandse rekening, of wie een compliance van de bank aan de hand heeft, is het raadzaam vandaag tot overleg en in voorkomend geval actie over te gaan om tijdig een dossier op te bouwen.
Dries Verhaeghe en Jan Sandra (IMPOSTO).
Volg ook onze IMPOSTO Tax Talks, ook op LinkedIn
0 reacties