Door een uitbreiding van de wet, die reeds op 25 juli 2022 in werking trad, kunnen personen met fiscale schulden of onbetaalde alimentatiegelden voortaan aan de kant gezet worden door de ambtenaren van de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen met behulp van ANPR-scanners (Automatic Number Plate Recognition).[1] Maar gaat dit niet te ver in het licht van de GDPR?
Politiecontrole: fiscale schuld onmiddellijk betalen
Indien tijdens een politiecontrole langs de weg met behulp van ANPR-scanners, een niet-betaling van fiscale schulden of onderhoudsschulden wordt vastgesteld ten laste van de eigenaar van het voertuig of lastens de persoon die als titularis van het kenteken van het voertuig wordt vermeld, is de bestuurder verplicht de geldsommen ter plekke te betalen op het ogenblik van de vaststelling. Indien die niet meteen betalen, is de politie bevoegd om het voertuig in beslag te nemen. De eigenaar van het voertuig heeft vervolgens tien dagen de tijd om te betalen alvorens wordt overgegaan tot de verkoop van het voertuig.
Uitbreiding gebruik ANPR-scanners ten koste van privacy
Waar ANPR-camera’s eerst werden gebruikt om terroristen en andere criminelen op te sporen via nummerplaatherkenning, worden ze nu al lang niet meer alleen ingezet in strijd tegen criminaliteit.[2] Waar dit langs de ene kant een optimalisering van de invordering voor schulden uitmaakt, wordt langs de andere kant de invulling van het ANPR-systeem stapsgewijs meer uitgebreid ten koste van onze privacy. Het is dan ook de vraag of deze uitbreiding conform de regels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna AVG) zijn.
Rechtmatige verwerking persoonsgegevens?
Volgens de AVG is het verwerken van persoonsgegevens enkel rechtmatig indien:
a) de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden;
b) de verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of om op verzoek van de betrokkene vóór de sluiting van een overeenkomst maatregelen te nemen;
c) de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust;
d) de verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te beschermen;
e) de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen;
f) de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
Is de verwerking noodzakelijk?
Om van een rechtmatige verwerking van persoonsgegevens te kunnen spreken zal men dus ofwel de toestemming van de betrokkene moeten verkrijgen (wat in dit geval nooit zou werken) ofwel zal men moeten kunnen aantonen dat de verwerking noodzakelijk is voor een van de hierboven opgesomde redenen. Hier wringt het schoentje volgens ons.
Waar het te begrijpen valt dat er een wettelijke verplichting, een behartiging van vitale belangen, een vervulling van een taak van algemeen belang of de behartiging van een te rechtvaardigen belang zou kunnen worden gevonden voor het gebruik van ANPR-camera’s ter invordering van fiscale schulden, zal er moeilijk voldaan zijn aan het noodzakelijkheidsvereiste gezien het feit dat deze invordering op een veel minder privacy invasieve manier zou kunnen gebeuren. Het gebruik van deze camera’s is dus geenszins noodzakelijk en daarom ook niet rechtmatig.
In de recent verschenen Circulaire 2022/C101 betreffende de uitbreiding van de invordering via ANPR-scanners bij controle van voertuigen op de openbare weg tot de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, wordt op een toegankelijke wijze toegelicht wat de uitbreiding van de wet net inhoudt. Een verduidelijking van op welke basis het inzetten van ANPR-camera’s ter invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvordering, geen schendig zou uitmaken van de AVG wetgeving, is er echter niet.
Ook de afwezigheid van een minimale drempel of een proportionaliteitseis in de wetgeving voor deze nieuwe maatregel werpt vragen op. Op de manier dat de wet nu geschreven is, zal het mogelijk zijn dat u voor een openstaande fiscale schuld van pakweg 10 euro, aan de kant kan gezet wordt waarop zelfs uw voertuig in beslag kan worden genomen.[3]
Omdat het hier weldegelijk over een wet gaat zijn de regels van de camera-wet niet van toepassing. De algemene regels van de AVG gelden nog wel.[4]
Besluit
Op grond van de AVG is er naast de vereiste van een wettelijke bepaling, ook een noodzakelijkheidsvereiste. Deze noodzakelijkheidsvereiste is volgens ons niet vervuld gezien er in de programmawet geen rekening gehouden wordt met enige minimale drempel of proportionaliteit bij het invoeren van deze ANPR-controles.
Het valt dus nog af te wachten of deze uitbreiding van het gebruik van ANPR-camera’s stand zal houden in een klimaat van groeiende aandacht voor bescherming van persoonsgegevens.
0 reacties