Op het einde van 2017 werd ‘het Zomerakkoord’ op de valreep goedgekeurd (Belgisch Staatsblad d.d. 29 december 2017). Eén van de meest opvallende ‘compensatiemaatregelen’ uit het zomerakkoord 2017 was de aanpassing aan de manier hoe kapitaalverminderingen in de toekomst zullen worden aangerekend. De aangekondigde verlaging van de tarieven van de vennootschapsbelasting moet immers gecompenseerd worden met extra inkomsten en één van deze maatregelen werd de invoering van een pro rata-regel bij kapitaalverminderingen. Hierna geven we een overzicht van de regelgeving die van toepassing was tot 2018 en de krachtlijnen van de nieuwe wetgeving.
Dit artikel is een ingekorte versie van een publicatie in het recentste nummer van Tijdschrift Notarieel Management (TNM). Voor meer informatie over TNM en haar abonnementen, klik hier. Inschrijven kan ook via het onderstaande bestelformulier.
Regels tot eind 2017
Bij een kapitaalvermindering kon men traditiegetrouw kiezen op welk bestanddeel van het maatschappelijk kapitaal de vermindering werd aangerekend. Dit is van fiscaal belang aangezien de terugbetaling van werkelijk gestort kapitaal belastingvrij kan gebeuren. De voorwaarden die hiervoor gerespecteerd dienden te worden waren dat:
- de terugbetaling moest gebeuren in uitvoering van een regelmatige beslissing tot vermindering van het maatschappelijk kapitaal;
- de terugbetaling moest voortkomen uit (het gedeelte van) het statutair kapitaal dat gevormd is door werkelijk gestorte inbrengen vanwege de aandeelhouders van de vennootschap.
Als aan deze voorwaarden voldaan was, was er sprake van een zuivere kapitaalvermindering die belastingvrij kon gebeuren. Indien aan deze voorwaarden niet voldaan werd, was er sprake van de uitkering van een dividend waarop 30% roerende voorheffing verschuldigd was.
Het was vanzelfsprekend dat, in de mate van het mogelijke, bij voorkeur werd geopteerd voor een belastingvrije kapitaalvermindering en dat een dure dividenduitkering zo veel als mogelijk vermeden werd.
Regels vanaf 1 januari 2018
De nieuwe wetgeving maakt echter een einde aan deze vrije keuzemogelijkheid. Om van roerende voorheffing te kunnen worden vrijgesteld, is de wetgever van mening dat kapitaalverminderingen moeten beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeften. In de mate dat de vennootschap over uitkeerbare reserves beschikt, wordt geacht niet aan deze voorwaarde te zijn voldaan.
Een terugbetaling van maatschappelijk kapitaal zal in de toekomst automatisch deels aangerekend worden op deze belaste reserves waardoor er steeds een deel van de uitkering onderworpen zal worden aan roerende voorheffing.
Aanrekening pro rata
Bij een kapitaalvermindering zal de verhouding tussen het belastingvrije kapitaal en de belaste reserves bepaald worden aan de hand van een percentage dat als volgt wordt bekomen:
- in de teller: de som van het gestort kapitaal, de uitgiftepremies en de winstbewijzen die met gestort kapitaal worden gelijkgesteld;
- in de noemer: de som van de belaste reserves, de in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves en het bedrag van de teller. Het bedrag van de reserves wordt bepaald op het einde van het voorgaande belastbare tijdperk, verminderd met de tijdens het belastbare tijdperk uitgekeerde tussentijdse dividenden.
Om deze verhouding te berekenen, wordt géén rekening gehouden met:
- negatieve belaste reserves, andere dan het overgedragen verlies;
- […]
- […]
- onderschattingen van activa/overschattingen van passiva, liquidatiereserve en bijzondere liquidatiereserve;
- […]
Ook de overgangsregeling voor liquidatieboni blijft gevrijwaard. […]
Een eenvoudig voorbeeld verduidelijkt de nieuwe maatregel (en is te raadplegen in het recentste nummer van TNM):
[…]
Inwerkingtreding
De nieuwe regeling is in werking getreden vanaf 1 januari 2018. Naar aanleiding van de publicatie van de eerste ontwerpteksten was er onduidelijkheid ontstaan omtrent de effectieve inwerkingtreding. Gingen de nieuwe regels gelden voor kapitaalverminderingen die beslist werden na 31 december 2017? Of zou men voorzien dat de inwerkingtreding zou gelden voor kapitaalverminderingen die reeds voor de inwerkingtreding werden beslist maar die pas effectief na 31 december 2017 zouden worden uitbetaald (rekening houdend met de termijn van twee maanden die voorzien is ter bescherming van de schuldeisers)? Of zou er zelfs sprake zijn van een retroactieve inwerkingtreding? …
In de finale tekst werd echter voor de rechtszekerheid gekozen en werd bepaald dat de nieuwe regels van toepassing zullen zijn op kapitaalverminderingen die worden beslist door de algemene vergadering vanaf 1 januari 2018. Kapitaalverminderingen die nog in 2017 werden beslist maar pas uitbetaald worden in 2018 vallen dus nog onder het toepassingsgebied van de oude regelgeving.
Wat nu met die vastgeklikte reserves
[…]
Aandachtspunten voor de notaris
Daar waar vroeger een kapitaalvermindering weinig fiscale vragen met zich meebracht, zal dit vanaf 2018 anders zijn. In eerste instantie zal de notaris duidelijk moeten informeren of het een gewone kapitaalvermindering betreft of het gaat om een kapitaalvermindering in het kader van artikel 537 WIB/92 (dé-klikken).
Bij een dé-klikoperatie zal voldoende moeten worden nagegaan of de voorwaarden en termijnen gerespecteerd werden.
[…]
Het is duidelijk dat de wetgever met deze maatregel de belastingvrije kapitaalvermindering heeft willen ontmoedigen. Het gevolg voor de praktijk is wel dat er nog meer aandachtspunten en formaliteiten vervuld zullen moeten worden.
Peter Meeuwssen, advocaat-vennoot Sherpa Law
0 reacties