Onderstaand artikel van Isabelle Quintyn en Bettina Verkest van Kwint Advocaten verscheen eerder in Tijdschrift Notarieel Management, nr. 2021/4. Interesse in het volledige nummer? Raadpleeg de abonnementsvoorwaarden!
Met de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (hierna: Loonnormwet) voert de wetgever de loonnorm in. Zoals de benaming van deze wet doet vermoeden, tracht de wetgever hiermee een dubbel doel te bereiken. Enerzijds hoopt zij de werkgelegenheid van de Belgische ondernemingen te waarborgen. Anderzijds beoogt de wetgever met deze norm het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen te vrijwaren.
Het begrip
De loonnorm, ook wel gekend als de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling, voorziet in de mogelijkheid om de loonkostenontwikkeling in België preventief aan te passen aan de verwachte evolutie bij onze voornaamste handelspartners Nederland, Duitsland en Frankrijk. De loonnorm doet dienst als een soort omkadering van het tweejaarlijks loonoverleg tussen de sociale partners.
De naleving van de loonnorm wordt nagegaan op het niveau van de werkgever. Met de loonnorm wordt bepaald wat de maximale nominale verhoging mag zijn van de gemiddelde loonkost per werknemer en dit uitgedrukt in voltijdse equivalenten. De loonnorm is van toepassing op alle werkgevers en werknemers in de privésector, met inbegrip van het notariaat.
Vaststelling van de loonnorm
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven speelt een cruciale rol bij het bepalen van de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling. In de schoot van deze Raad wordt om de twee jaar, voor de aanvang van de onderhandelingen over het interprofessioneel akkoord tussen de sociale partners, een verslag opgesteld.
In dit verslag bepaalt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven enerzijds de maximaal beschikbare marge voor de loonkostenontwikkeling. Anderzijds omvat het verslag ook een analyse van het loon- en werkgelegenheidsbeleid in de drie referentie-lidstaten, zijnde Nederland, Duitsland en Frankrijk en van de factoren die een andere ontwikkeling dan in België kunnen verklaren.
Het is uiteindelijk aan de hand van dit verslag dat de sociale partners de loonnorm voor de volgende twee jaren vastleggen in het interprofessioneel akkoord.
Loonnorm 2021-2022
Voor de onderhandelingsperiode 2021-2022 kwamen de sociale partners niet tot een akkoord. Als een gevolg hiervan werd de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de periode 2021-2022 vastgelegd bij koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. Ze bedraagt 0,4%.
Indexeringen en baremieke verhogingen maken geen deel uit van de loonnorm. De toepassing van de indexering op lonen en vergoedingen, alsook de toepassing van bestaande loonba-rema’s blijft gegarandeerd, zonder dat deze moeten worden aangerekend op de voor 2021-2022 geldende loonnorm van 0,4%.
Wat wel in rekening wordt genomen voor de loonnorm, zijn de vergoedingen die door de sector bij CAO zouden worden toegekend. Indien er op het niveau van het PC nr. 216 voor de notarisbedienden in de periode 2021-2022 nieuwe loonsvoordelen zouden worden toegekend, is de beschikbare marge voor de notarissen om zelf verhogingen toe te kennen, kleiner.
Berekeningswijze
Om na te gaan of de vastgestelde loonnorm gerespecteerd wordt door de werkgever, moeten de loonkosten tijdens twee jaren van het interprofessioneel akkoord worden vergeleken met de loonkosten van het jaar hieraan voorafgaand.
Toegepast betekent dit dat de gemiddelde loonkosten van het jaar 2020 niet met meer dan 0,4% mogen worden overschreden tijdens de periode 2021-2022, indexeringen en baremieke verhogingen buiten beschouwing gelaten.
Uitgesloten van de loonkosten
De wetgever neemt een aantal zaken niet mee in de berekening van de loonkostenontwikkeling.
Voor het notariaat zijn volgende uitgesloten elementen de belangrijkste:
- de verhogingen van de loonmassa die voortvloeien uit de toename van het aantal personeelsleden in voltijdse equivalenten;
- de forfaitaire onkostenvergoedingen die rechtstreeks verbonden zijn met het werk (bv. de terugbetaling van beroepsmatige verplaatsingen);
- de collectieve bonusplannen in het kader van nr. CAO 90;
- de coronapremie, bedoeld in artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969;
- het recht op betaalde afwezigheid van het werk voor vaccinatie tegen het coronavirus;
- alle andere uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen met een loonkostverhogend element, genomen tijdens de COVID-19-crisis en dit voor 12 april 2021.
Volledigheidshalve vermelden we hierbij ook de andere elementen die niet worden meegerekend voor de loonkostenontwikkeling:
- de winstdeelnemingen, zoals bedoeld in de wet;
- de uitkeringen in speciën of in aandelen, of deelbewijzen die aan de werknemers worden toegekend zoals bedoeld in de wet van 22 mei 2001;
- de bijdragen gestort in het kader van de sociale pensioenstelsels, zoals bedoeld in de wet van 28 april 2003;
- de eenmalige innovatiepremies, zoals bedoeld in de wet van 3 juli 2005.
Sanctionering
Het is als werkgever van belang erover te waken dat de vastgestelde loonnorm gerespecteerd blijft. Een overschrijding van de loonnorm kan namelijk aanleiding geven tot een administratieve geldboete van 250 tot 5.000 euro. Deze geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers, met een maximum van 100 werknemers. De administratieve geldboete kan dus oplopen tot een bedrag van 500.000 euro.
Slimme verloning
Het hoeft, rekening houdende met bovenstaande, geen betoog dat het van belang is er steeds aandachtig voor te zijn dat uw kantoor de geldende loonnorm niet overschrijdt. Even belangrijk echter is om de loonnorm zo maximaal als mogelijk te benutten. Het spreekt voor zich dat het zowel voor u als notaris-werkgever, als voor uw werknemers interessant is om een slim loonbeleid te voeren.
Zo’n slimme verloning op poten zetten, kan u doen door te kiezen voor elementen die niet worden meegerekend bij het berekenen van de loonnorm. Het gaat hierbij om de elementen zoals hierboven reeds opgesomd. Ook het toekennen van een extra vakantiedag telt niet mee bij de berekening van de loonnorm.
Kiezen voor loonelementen die fiscaal gunstig worden behandeld, draagt eveneens bij tot een slimme verloning. Zo zijn extralegale voordelen als maaltijdcheques zeker het overwegen waard.
Tot slot is het perfect mogelijk dat u één van uw medewerkers opslag geeft die hoger is dan 0,4%. Het is immers de gemiddelde uurloonkost van het volledige notariskantoor dat de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling niet mag overschrijden.
Conclusie
Als notaris-werkgever heeft u er alle belang bij de geldende loonnorm te respecteren. Dit betekent dat de gemiddelde loonkost van al uw werknemers samen, in de periode 2021- 2022 niet meer mag stijgen dan 0,4% ten opzichte van 2020, weliswaar abstractie gemaakt van de loonstijging ten gevolge van indexering en baremieke verhoging. Door slim te verlonen is het mogelijk om binnen dit strakke keurslijf van de loonnorm alsnog de inspanningen van uw werknemers te honoreren.
0 reacties