De gigantische stijging van de energieprijzen baart de burgers vandaag zorgen. De facturen dreigen voor velen een niet meer te nemen financiële hindernis te worden, zelfs voor tweeverdieners. Sommigen blijven bij al dat onheil toch nog optimistisch en gaan er van uit dat wanneer zij een probleem hebben, velen in hetzelfde geval zijn, en er dus “iemand” wel een oplossing zal verzinnen. Ze hopen op een scenario zoals bij de bankencrisis, waarbij het probleem ook zo groot werd dat de overheid te hulp kwam.
Deze week waarschuwt de minister van Energie echter op de cover van Knack: “We kunnen niet iedereen helpen met zijn energiefactuur”. Wie er wel zal worden geholpen is nog voorwerp van politiek gebakkelei en misschien zal er wel helemaal niemand gelukkiger worden van wat er misschien zal worden beslist.
Wat dan? In een nachtmerrie van een jurist duiken dan allerhande horrorscenario’s op.
Er zullen vele energiefacturen onbetaald blijven, met als enige argument dat ze te duur zijn voor wie ze moet betalen. Dat is vooralsnog juridisch geen geldige reden om van die betaling af te zien.
De logische stap is dan dat de energieleveranciers de consumenten tot betaling zullen aanzetten met aanmaningen, verhoogd met de daaraan verbonden kosten. Misschien dat de wetgever in ijltempo nog de wet stemt die maakt dat die eerste aanmaning gratis is, maar zelfs dat is dan maar een druppel op een hete plaat.
In de juridische logica volgt daarna een dagvaarding, met de daaraan verbonden kosten (onder meer die van de gerechtsdeurwaarder). Dat zorgt dan voor een stroom van nieuwe zaken voor de rechtbanken, die er dan allicht op zullen wijzen dat ze de toevloed niet aan kunnen zonder bijkomende middelen, die er niet zijn. Kunnen de rechtbanken een grote instroom van nieuwe zaken aan?
Net vorige week verscheen in de parlementaire stukken het verslag van de hoorzitting die op 7 juni plaatsvond in de Kamercommissie justitie over de werklastmeting bij de magistraten. “De werklastmeting staat sinds 2001 in de wet. De werkzaamheden zijn aangevat in 2008 en liepen tot 2019, toen ze stokten (…) Er zijn nieuwe werkgroepen opgericht (….) In 2021 werd dus voor het eerst in kaart gebracht wie waar werkt en hoeveel het kost”. De werklast is, zo blijkt uit dat document, heel ingewikkeld. De vraag hoe dan nu het werk wordt verdeeld blijft merkwaardigerwijze onbeantwoord. Zal de in de nachtmerrie opduikende toevloed van nieuwe zaken over energiefacturen ervoor zorgen dat er een nieuwe werklasmeting moet komen?
In diezelfde nare energiefacturendroom herinneren sommigen eraan dat het over niet betwiste facturen gaat en dus juridisch gemakkelijke zaken met weinig werk. Wie energie heeft gehad, moet die betalen, is dan de stelling. Er zijn er die dan vragen om, per analogie met onbetwiste vorderingen tussen ondernemingen, die zaken te laten beslechten buiten de rechtbanken (een procedure onbetwiste vorderingen B2C via de gerechtsdeurwaarders). Die laatsten zijn daar al lang vragende partij voor, wat niet mag verbazen. Er zijn echter Europeesrechtelijke hindernissen, voor zover die er in deze onzekere tijden nog toe doen (het Poolse of Hongaarse voorbeeld indachtig). De burger heeft vooralsnog nog altijd het recht op de behandeling van zijn zaak door een rechter. Ook wanneer die laatste overbevraagd is.
Daarmee is in de nachtmerrie het probleem nog niet opgelost, wel integendeel. Wat als er niet wordt betaald? Er dreigt een stormloop naar de procedure tot collectieve schuldenregeling, waarbij de burger zijn lot in handen moet leggen van een gerechtelijk mandataris.
Het zijn de rechtbanken die de vraag tot collectieve schuldenregeling beoordelen, zodat er daar ook een lange wachtrij dreigt. De schuldbemiddelaars hebben in dit scenario drukken tijden in het verschiet.
Deze juridische enge droom is voorlopig nog maar een nachtmerrie, maar zou wel voor een stuk ook realiteit kunnen worden. De crisis slaat intussen in alle lagen van de samenleving al hard toe. De nieuwe stafhouder van Limburg windt er overigens in Het Belang van Limburg (“Advocaten zijn geen geldwolven, HbvL 30 augustus) geen doekjes rond. Over de advocatuur zegt hij: “Er zijn er die zwarte sneeuw zien (…) Het is een feit dat er verdoken armoede binnen de advocatuur is”. En dan moet de energiefactuur nog komen. In datzelfde interview stelt hij verder dat hij vooral de advocatuur in een goed daglicht wil stellen en geeft daarvoor interessante aanzetten.
Het wordt tijd voor een nieuwe droom. Maar wat zong Marco Borsato ook alweer: de meeste dromen zijn bedrog?
***
Lees hier eerdere columns van Hugo Lamon
Van Hugo Lamon verscheen recent het boek Hoe vrij is het vrij beroep nog? U kunt het hier bestellen.
0 reacties