De nieuwjaarsintenties van de OVB cover

17 jan 2025 | Column

De nieuwjaarsintenties van de OVB

Recente vacatures

Advocaat
Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Het nieuwe jaar is flink ingezet. Het is al aan zijn zeventiende dag toe. Na een korte verstilling, die slechts een schijnvertraging was, is de trein des tijds in al zijn onbarmhartigheid weer vertrokken. Wij zeggen dat het jaar is ingezet, maar dat woordgebruik zet ons op een dwaalspoor: de echte inzet komt enkel van onszelf, niet van de tijdspanne die de planeet nodig heeft om rond de zon te draaien.

Inzet heeft pas zin als er ook een wil is om ergens uit te komen. Iets te bereiken. Voor wie niet weet naar welke haven hij zeilt, bestaat geen goede wind, schreef Montaigne. Daarom vraagt inzet om intentie. Het is dus geen wonder dat als wij een nieuw jaar inzetten, er passende intenties ontstaan.

De OVB ontsnapt niet aan die zelfopgelegde logica. Ik doe een greep van een zevental kernpunten uit onze nieuwjaarsintenties.

Eén, wij gaan in 2025 resoluut voor een advocatuur die zich bekommert om de zwaksten in de samenleving. De rechten van verdediging en de toegang tot de rechter voor elkeen staan bovenaan onze prioriteitenlijst. En wij bouwen voort op het acquis van vorig jaar: de verbetering van de vergoeding voor de tweedelijn en de mogelijkheid om tweemaal in plaats van het onrechtvaardige éénmaal per jaar uitbetaling te krijgen. De volgende stap is een versterking van de integratie van de eerstelijn met de tweedelijn, in samenwerking met de bevoegde ministers op federaal en op Vlaams niveau, en de uitwerking van een holistische oplossing voor de mensen die geconfronteerd worden met een veelheid aan juridische en niet-juridische problemen en door het bos de bomen niet meer zien.

Twee, een meerlagige aanpak voor de meest kwetsbare mensen veronderstelt dat wij ons opnieuw bezinnen over een drietal thema’s rond de beroepsuitoefening, die ook passen in een breder economisch debat over de toekomst van de advocatuur:

  1. Moet de inbreng van vreemd kapitaal in advocatenkantoren mogelijk worden? In het kersverse arrest Halmer bevestigde het Hof van Justitie dat lidstaten de inbreng van vreemd kapitaal in advocatenkantoren mogen verbieden, vanuit de gedachte dat zoiets de ‘professionele onafhankelijkheid en integriteit’ van het beroep kan aantasten. Het verbod bestaat ook bij ons. Maar moet het gehandhaafd blijven? Bij de beantwoording daarvan moeten wij de niet vaststaande nood aan kapitaalsinbreng – er bestaan immers andere financieringsvormen – afwegen tegen de vaststaande nood aan bescherming van de kerneigenschappen van het beroep.
  2. Multidisciplinaire samenwerking: van kostendeling naar associatie? De vraag of multidisciplinaire samenwerkingsverbanden ook onder de vorm van een winstdelende associatie mogelijk moeten worden, verschilt van de vorige, maar heeft er veel verwantschap mee. De afwegingen lopen parallel.
  3. Arbeidsovereenkomst voor advocaten? De uitoefening van ons beroep via een arbeidsovereenkomst is nog zo’n thema. Het is geagendeerd voor de algemene vergadering van maart, na de bekendmaking van een verslag van een ad hoc werkgroep.

Bij die drie onderwerpen speelt, weliswaar in variërende mate, het onontkoombare gegeven dat onze kernwaarden niet alleen noodzakelijk zijn voor een behoorlijke werking van de rechtstaat, maar ook ons beroep verschillend maken van alle andere dienstverlende beroepen. Zij vormen onze collectieve unique selling proposition: datgene waarnaar elke ondernemer op zoek is, omdat het een fundament is van zijn marktwaarde. Als de economische realiteit roept om verandering, moet die roep afgewogen worden tegen onze kernwaarden.

Drie, de verdediging van onze unique selling proposition blijft centraal staan in onze strategie. Concreet zullen wij in 2025 strijden voor de toegang van elkeen tot onafhankelijk juridisch advies vanwege een advocaat. Daarom hebben wij een hogere voorziening ingediend tegen het arrest van het EU-Gerecht van eerste aanleg op 2 oktober 2024 betreffende de Europese sancties tegen Rusland, die ons verbieden juridisch advies te verlenen aan Russische entiteiten in niet-contentieuze zaken. Het is voor een hooggespecialiseerd advocaat al moeilijk om het recht te kennen, hoe kan het dan dat een hele categorie niet-juridisch geschoolde rechtssubjecten, hoe onsympathiek overigens ook, een verbod opgelegd krijgt om juridisch advies in te winnen?

Vier, wij werken niet in een vacuüm en willen onze ideeën toetsen aan de wereld buiten de Orde. Daarom heeft de raad van bestuur vanuit een positie van nederigheid een Raad voor diversiteit en inclusie, een Adviesraad en heeft de algemene vergadering een Evenredigheidscel in het leven geroepen. In het publieke debat, rond de werking van Justitie en de rechtstaat, blijven wij aanwezig. Wij zetten ons in voor de beroepsgroep, en nemen initiatieven of nemen standpunten in rond nieuwe wetgeving.

Vijf, wij blijven voluit gaan voor digitalisering en bewustwording van de confraters die nog niet helemaal mee zouden zijn. Ook legt de OVB de klemtoon op assistentie bij ‘compliance’-verplichtingen, zoals de privacybescherming en de witwaspreventie. Wij bieden de advocaten support met tools die het leven vergemakkelijken, zodat eenieder zich vooral kan focussen op het ‘gewone’ advocatenwerk.

Zes, grote aandacht gaat naar het welzijn van advocaten en wat wij daaraan kunnen doen, met nieuwe, ondersteunende initiatieven, zonder uit het oog te verliezen dat advocaten ondernemers zijn en geen ‘nine-to-fivers’. Welzijn is er niet om zwakheid te cultiveren maar integendeel om de ruggengraat van de advocaat, namelijk werkkracht en doorzettingsvermogen, te ondersteunen.

En zeven, wij eisen respect voor de advocaten en de instellingen van de balie en hun onafhankelijkheid, op alle niveaus. Omgekeerd zullen wij in eigen boezem kijken en onze advocaten eraan herinneren dat zij gezworen hebben niet te zullen ‘afwijken van de eerbied aan het gerecht en de openbare overheid verschuldigd’. Het ene gaat niet zonder het andere, namelijk.

Wij varen op een woelige zee, zoveel is zeker, de reis naar de vooraf gekozen haven is geen kinderspel. Maar een kalme zee heeft nooit een goede zeeman opgeleverd, zei Franklin D. Roosevelt. En voor wat dat laatste betreft, zullen wij ons ambitieniveau niet verlagen.

Met genegen groeten,

Peter Callens

Lees ook andere stukken van Peter Callens.

Recente vacatures

Advocaat
Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.