Het is nog maar zeer de vraag of de politici er zelf nog in geloven, nu ze vanuit hun kleine bubbel iedere dag de ene quote na de andere door marketeers bedachte pose de wereld insturen via sociale media. Leven die eigenlijk nog wel in dezelfde wereld als wij? Het is uitkijken wat in het parlement nog wel tijdig de eindmeet haalt of hooguit verwordt tot voetnoot in de wetgevingsgeschiedenis.
Er was wat politiek theater rond het verwerpen van een wetsvoorstel dat een vroeger door de overheid onderhandelde dading bij wet wil neutraliseren. De stemming in de commissie werd met het nodige drama in de markt gezet. De vraag of de slachtoffers wel gebaat zijn met een tekst die legistiek legitieme vragen oproept kreeg nauwelijks aandacht.
In de commissie Justitie is er al een eerste lezing geweest van het ontwerp dat een sociaal statuut zal bezorgen aan magistraten. Wie de debatten via het internet volgde kon zich niet van de indruk ontdoen dat sommige parlementsleden moeite moesten doen om te verbergen dat ze geïnspireerd werden door een merkwaardige vorm van revanchisme ten aanzien van de magistratuur. Laten we ook niet vergeten dat hoe meer het sociaal statuut gelijkenissen zal vertonen met dat van gewone ambtenaren, hoe groter het risico wordt van mogelijke beïnvloeding door de andere staatsmachten. Wie de situatie in Polen een beetje volgt, beseft maar al te goed dat een op het eerste gezicht goed bedoelde wettelijke regeling perfect kan misbruikt worden om magistraten aan te pakken. Maar met de nieuwe beoogde wet wordt het ook mogelijk dat magistraten deeltijds actief zijn en er zal dan ook bijvoorbeeld een regeling zijn voor zwangere magistraten, wat enkel kan worden toegejuicht.
Het is ook nog uitkijken of het nog tot een stemming komt rond het wetsontwerp dat de advocatuur zou moeten moderniseren. In het nieuwste nummer van het Nieuw Juridisch Weekblad is de kwelgeest van de advocatuur, de oud-voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies en gewezen Antwerps stafhouder, vernietigend over dat ontwerp. Hij vecht een oude vete met de advocatuur uit via procedures voor allerhande rechtbanken en dus ook in een in vitriool gedrenkte “opiniërende en evaluerende bijdrage” zoals de abstract bij het artikel het omschrijft. Wat te denken van iemand met een indrukwekkende staat van dienst in het beleid van de advocatuur die schrijft dat de advocatenordes zich “zowel op plaatselijk als gewestelijk niveau” gedragen als “een geheim genootschap, met een onstabiel, voortdurend wisselend leiderschap, dat geen continuïteit, geen open debatcultuur en geen transparantie kent”? Is het verbittering of rancune of eerder een wat dolgedraaide haat ten aanzien van iets waar hij zich jarenlang en met veel toewijding heeft voor ingezet? Natuurlijk is dat wetsontwerp onvolmaakt en had het meer ambitie mogen uitstralen en het is uiteraard jammer dat de advocatenordes allicht te conservatief reageerden, maar toch valt het te hopen dat de wetgever de “evaluerende” bijdrage aan het debat negeert. Dat belet niet dat een met voetnoten gelardeerde repliek zal volgen in de hoop dat die dan ook door de zelfverklaarde wetenschappelijke elite zal worden getolereerd.
In het jongste nummer van de Juristenkrant verscheen een opiniestuk van een magistraat, die stilstaat bij het fenomeen van het “breukproces” (of breukverweer), als vertaling van het Franse “procès de rupture” of “défense de rupture”. In een dergelijk proces “bestaat de verdediging vooral uit het niet antwoorden op de (juridische) grond van de zaak maar om het proces een politieke context te geven. Het is eigenlijk een verdedigingsstrategie die wordt aangewend om het onverdedigbare te verdedigen”. Het zou volgens de auteur ook de strategie geweest zijn die de vzw’s achter het toenmalige Vlaams Blok in 2004 zouden gehanteerd hebben bij hun veroordeling voor racisme. In de weekendeditie van De Morgen kwam de onvermoeibare advocaat Jos Van Der Velpen aan het woord (die optrad in de Vlaams Blok-zaak uit 2004, maar ook in de recente zaak tegen Dries Van Langenhove). Hij blijft militant overtuigd dat hij met het recht als enig wapen een dam kan opwerpen tegen extremisme. Dat veronderstelt goede, genuanceerde en uitgebalanceerde wetten en onafhankelijke rechters die zich bewust zijn van hun maatschappelijke rol die soms veel verder reikt dan wat ze in één welbepaalde zaak uitspreken. Het vereist ook alerte advocaten, die in hun verdedigingsstrategie met meer moeten rekening houden dan alleen maar de belangen van de cliënt.
Het valt enkel te hopen dat de politici die in de laatste rechte lijn onder druk van existentiële profileringsdrang nog aan wetten willen knutselen die zin voor nuance voor de noodzakelijke checks and balances blijven behouden.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns met de visie van meester Hugo Lamon op Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties