Nu NV’s voor hun bestuur onder meer kunnen kiezen tussen drie bestuurssystemen, hebben ze veel aan flexibiliteit gewonnen. Lees hier onder meer over de wijze waarop NV’s bestuurd kunnen worden sinds het WVV.
Drie bestuurssystemen
Voor het bestuur van de NV heeft men de keuze tussen drie bestuurssystemen:
Het monistisch collegiaal bestuur: Dit komt overeen met het vorige regime, waarin een raad van bestuur (voortaan: ‘bestuursorgaan’) het beheer over de vennootschap waarneemt als één collegiaal bestuursorgaan.
Deze raad van bestuur moet minstens uit drie bestuurders samengesteld zijn.
Een enige bestuurder: Het WVV voorziet in de mogelijkheid om te opteren voor een enige bestuurder, die al dan niet onbeperkt aansprakelijk is. Deze mogelijkheid werd ingevoerd om de gevolgen op te vangen van de afschaffing van de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm. V.A.), bijvoorbeeld voor het structureren van een successieplanning.
Deze enige bestuurder mag zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon zijn. In een genoteerde vennootschap moet deze enige bestuurder echter altijd een NV zijn die op haar beurt een collegiaal bestuur heeft.
Aan de enige bestuurder kan een vetorecht worden toegekend voor statutenwijzigingen, voor uitkeringen aan de aandeelhouders en voor zijn eigen ontslag. De algemene vergadering kan evenwel steeds zonder zijn instemming een einde stellen aan zijn mandaat, ingeval daartoe wettige redenen bestaan, mits naleving van de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten voor een statutenwijziging.
Het duale bestuur: Dit is een regime, waarbij het bestuur wordt toevertrouwd aan twee organen, namelijk een raad van toezicht en een directieraad, waarbij de raad van toezicht een controlefunctie uitoefent.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- beide organen zijn collegiale organen;
- elk orgaan moet minstens uit drie leden bestaan (dus in totaal zes);
- dubbele mandaten zijn verboden: een lid van het ene orgaan mag geen lid zijn van het andere orgaan, zelfs de CEO niet;
- de bevoegdheden zijn exclusief, elk orgaan krijgt dus een eigen takenpakket dat vooraf duidelijk bepaald wordt in de statuten, namelijk de algemene bedrijfsstrategie en de controle op de directieraad behoren de raad van toezicht toe terwijl de directieraad instaat voor het operationele deel van de taken;
- de leden van de directieraad worden benoemd door de raad van toezicht, wiens leden op hun beurt benoemd worden door de aandeelhouders.
Een dagelijks bestuur blijft mogelijk
Het opzetten van een dagelijks bestuur blijft in alle systemen mogelijk.
Het WVV geeft een duidelijke omschrijving van de taak van het dagelijks bestuur. Dat zijn niet alleen de handelingen en beslissingen die te maken hebben met de behoeften van het dagelijks leven van de vennootschap, maar ook deze die de tussenkomst van het dagelijks bestuur rechtvaardigen omdat ze minder belangrijk of dringend zijn.
Bestuurders mogen geen werknemer meer zijn van de vennootschap
Het is van uiterst belang om weten dat geen enkele bestuurder (lid van het bestuursorgaan, de raad van toezicht of de directieraad) door een arbeidsovereenkomst kan worden verbonden met de vennootschap, tenzij er van duidelijke afgescheiden functies sprake is.
De afzetting ad nutum is niet langer van openbare orde
De regel dat elke bestuurder van een NV ad nutum afzetbaar moet zijn, is niet langer van openbare orde.
Het blijft de algemene regel, maar wordt van ‘aanvullend recht’.
Elke vennootschap kan dus in zijn vennootschapsstatuten voorzien in een andere regeling en bijvoorbeeld een ontslagbescherming invoeren onder de vorm van een opzeggingstermijn- en/of -vergoeding.
Vaste vertegenwoordigers
Voor de NV geldt ook dat haar bestuurders-rechtspersonen zich niet kunnen ontdubbelen: de vaste vertegenwoordiger van een bestuurder-rechtspersoon mag niet tegelijkertijd in persoonlijke naam als bestuurder optreden in eenzelfde vennootschap (zie ook in eerdere bijdragen).
Daarenboven kunnen bestuurders-rechtspersonen enkel vast vertegenwoordigd worden door een natuurlijk persoon en niet door (een cascade van) rechtspersonen.
Belangenconflicten en bestuurdersaansprakelijkheid
Bestuurders met een belangenconflict moeten zich onthouden bij de beraadslaging en stemming. Indien hierdoor geen enkele bestuurder aan de stemming kan deelnemen, moet de stemming gebeuren in de algemene vergadering, waarna het bestuur de beslissing moet uitvoeren.
De (buiten)contractuele aansprakelijkheid van bestuurders wordt beperkt tot een maximumbedrag (cap). Dat bedrag kan oplopen van 125.000 tot 12 miljoen euro in functie van de grootte van de onderneming (omzet en balanstotaal).
Deze beperking van aansprakelijkheid geldt niet in geval van herhaaldelijke lichte fout, zware fout, bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden of ingeval van onbetaalde sociale bijdragen, btw en bedrijfsvoorheffing.
0 reacties