In talloze vennootschappen zijn er geen duidelijke delegaties van bevoegdheden vanuit het bestuursorgaan naar de werknemers die het dagelijks bestuur over de onderneming uitvoeren. Een recent arrest van het arbeidshof van Gent bevestigt het belang van hier toch de nodige aandacht aan te besteden én om bovendien het personeelsbeleid goed te documenteren.
Feiten
Een directeur van een rust- en verzorgingstehuis (RVT) was tegelijkertijd werknemer en bestuurder, zonder afbakening van het takenpakket tussen beide statuten. Er was geen overdracht van bevoegdheden van de raad van bestuur naar de directeursfunctie in de hoedanigheid van werknemer. Het arbeidshof ging ervan uit dat bij gebreke aan afbakening van bevoegdheden de directeur steeds handelde in het kader van zijn werknemersstatuut.
De directeur had op een bepaald moment aan drie werknemers, waaronder zijn echtgenote, loonsverhogingen toegekend die meer dan 50% van het loon uitmaakten. De directeur beweerde dat dit gebeurde ingevolge een functiewijziging en had een gewijzigde functieomschrijving opgemaakt, maar uit het dossier bleek deze beweerde functiewijziging niet in de praktijk. De werknemers bleven hetzelfde werk uitvoeren. De directeur beweerde ook dat het initiële loon niet marktconform was maar toonde dit niet aan.
De directeur had geen toestemming gezocht of verkregen bij de raad van bestuur voor de loonsverhogingen. Deze waren dus toegekend zonder dat de raad van bestuur kennis had van de specifieke loongegevens. De raad van bestuur had wel kennis van de algemene loongegevens maar zonder specificatie per werknemer.
Oordeel arbeidshof
Bij gebreke aan overdracht van bevoegdheden of specifieke toestemming vanuit de raad van bestuur meende het arbeidshof dat de directeur een fout beging bij het toekennen van de loonsverhogingen. Er werd echter geen bedrog bewezen, omdat de directeur wel aantoonde dat hij courant loonsverhogingen gaf, ook aan andere werknemers. Deze andere loonsverhogingen waren evenwel niet steeds 50% van het loon zonder dat de functie wijzigde.
Na de fout vast te stellen, oordeelde het arbeidshof dat de loonsverhogingen onverschuldigd waren t.a.v. de werknemers en dat deze bij hen kunnen worden teruggevorderd.
Twee elementen uit het arrest zijn van belang:
- Er was geen delegatie van bevoegdheden naar de directeur, en dus ook geen (expliciet) mandaat om een loonsverhoging toe te kennen.
- Doordat de directeur geen mandaat had en omdat hij niet kon aantonen dat de loonsverhogingen terecht waren toegekend, waren deze onverschuldigd en konden deze worden teruggevorderd bij de werknemers.
Wat moet je onthouden van deze uitspraak?
Overdracht van bevoegdheden vanuit bestuursorgaan
In een vennootschap is het steeds het bestuursorgaan (in een NV de raad van bestuur) die de vennootschap kan vertegenwoordigen en verbinden t.a.v. derden.
Een werknemer dient voor vertegenwoordiging in principe over een expliciet mandaat te beschikken. Dit kan in algemene termen worden omschreven (bv. het algemeen beheer van het personeelsbeleid) maar kan ook specifieker zijn omschreven (bv. een bepaald ontslag afhandelen). Bij gebreke aan mandaat zal een werknemer, zelfs indien deze de titel van CEO draagt, niets meer mogen doen dan eenvoudige beheerstaken van de vennootschap. Het afhandelen van een ontslag om dringende reden zal dan in principe niet mogelijk zijn.
Uit het arrest volgt dat het aangewezen is om een duidelijke delegatie van bevoegdheden vanuit het bestuursorgaan te voorzien voor werknemers.
Loonsverhoging: best zo goed mogelijk onderbouwen
Loon kan onverschuldigd zijn indien de werkgever kan aantonen dat dit toegekend is zonder dat daarvoor een passend mandaat bestond en/of betaald is zonder dat er (bijkomende) prestaties tegenover staan. De bewijslast ligt in principe bij de werkgever.
De werknemer die in deze omstandigheden een loonsverhoging ontvangt kan de klos zijn zelfs zonder dat hij/zij het weet.
Het lijkt ons echter dat de soep nooit zo heet gegeten zal worden als zij wordt opgediend. In dit dossier waren er nl. de zeer specifieke omstandigheden van een volledig gebrek aan enige objectieve aantoonbare reden die redelijkerwijze een loonsverhoging van 50% van het loon zou kunnen rechtvaardigen.
Het arrest geldt dan ook eerder als bevestiging van het belang van een duidelijke overdracht van bevoegdheden vanuit het bestuursorgaan alsook het goed intern documenteren van het personeelsbeleid.
0 reacties