4 jul 2018 | Column

De onzekere toekomst van de balie

Door Hugo Lamon

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 04/07/2018 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

LAMON op woensdag

Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies.
Iedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.

Ook deze week was het Belgisch Staatsblad weer verplichte lectuur voor alle juristen die betrokken zijn bij wat er op de hoven en rechtbanken gebeurt. Er wordt opnieuw gesleuteld aan de procedurewetten met als doel alles efficiënter te laten verlopen en de taak van de magistraten te verlichten.

De minister van justitie blijft onvermoeibaar hervormen. Hij zal er politiek op worden afgerekend, alhoewel hij niet alle sleutels in handen heeft. Hij is niet zoals Roberto Martinez, die de tactiek bepaalt, beslist wie er mag spelen en daarmee een groot aandeel heeft over wat er op het veld gebeurt. De minister heeft niet de macht van een voetbaltrainer. De spelregels worden door het parlement vastgelegd, maar – toegegeven – daar ondervindt de minister weinig tegenkanting bij zijn  wetsontwerpen. De professionals op het terrein gedragen zich echter niet als gewillige voetballers die blij zijn met hun selectie. Zowel de magistraten als de advocaten staan op hun strepen en beklemtonen daarbij graag hun noodzakelijke onafhankelijkheid. Voor de magistratuur betekent dat binnenkort ook een “verzelfstandigd beheer”, wat een soort geheimtaal is om aan te duiden dat ze in beginsel binnenkort zelf hun budgetten zullen moeten beheren. Dat beloven nog pittige onderlinge discussies te worden.

De minister heeft in principe ook niets te zeggen over de balie. Wanneer hij voor advocaten spreekt beklemtoont hij dat ook graag, eraan toevoegend dat hij die onafhankelijkheid ook belangrijk –en zelfs essentieel- vindt. Toch vindt hij dat het beroep zich moet moderniseren en dat vinden vele advocaten ook, al is er binnen de beroepsgroep niet altijd eensgezindheid over de te volgen weg en nog minder waar die naar toe moet leiden. Om het in voetbaltermen te zeggen: sommigen vrezen dat door al te grote veranderingen door te voeren ze niet langer voetballers zijn maar verglijden naar iets anders dat ze niet willen. Anderen vinden dan weer dat de klassieke advocatuur te beperkt is en ze willen onder meer nieuwe spelregels. Aldus begrepen is de toekomst van de advocatuur onzeker te noemen.

De minister moeit zich via een omweg in die discussie. Hij heeft twee advocaten gevraagd om voor hem een rapport te schrijven over de toekomst van de advocatuur, waarvan de finaliteit enigszins onduidelijk is. Waarom hij het precies aan die twee advocaten vroeg zal ook een voor altijd goed bewaard geheim blijven, maar niemand twijfelde aan hun deskundigheid. Het was ook geweten dat ze barstensvol ideeën zaten die ze niet konden realiseren toen ze zelf verantwoordelijkheid droegen binnen de advocatenordes. Hun uitgebreid verslag kreeg veel aandacht en het zette iedereen die verantwoordelijkheid droeg binnen de baliestructuren aan tot zelfreflectie. Dat is op zichzelf al een grote verdienste die waardering verdient.

De raden van de orde van de lokale balies, de besturen van de jonge balies en de algemene vergadering en het bestuur van de Orde van Vlaamse Balies: allemaal hebben ze erover vergaderd en aanzetten tot een gemeenschappelijk standpunt gegeven. Het is lang geleden dat zovelen zo diepgaand over de toekomst van het beroep hebben gereflecteerd.

Wie gedacht (en misschien zelfs had gehoopt) dat het tot Babylonische spraakverwarring zou leiden, kwam echter bedrogen uit. De OVB overhandigde aan de minister van justitie een syntheserapport als antwoord op het verslag van de ministeriële experten. Daarin staan een aantal voorstellen van wetsaanpassingen (o.m. over de in het gerechtelijk wetboek opgenomen wetsbepalingen over de onverenigbaarheden of het advocatenereloon), maar er wordt ook op vele plaatsen herinnerd aan de noodzakelijke onafhankelijkheid van de advocatuur. Dat sluit bemoeienissen van de minister of het parlement uit. De advocatuur kiest zelf zijn trainer en bepaalt zelf de tactiek.

Het persbericht dat de OVB verspreidde naar aanleiding van de overhandiging van de opmerkingen aan de minister is duidelijk: “Leg principe van onafhankelijke advocatuur vast in de Grondwet”. De grondwettelijke invulling van de rol van de advocaat in de rechtsstaat is voor de OVB de belangrijkste prioriteit, omdat de advocaat zijn beroep maar kan uitoefenen zonder inmenging van de staat en dus in alle onafhankelijkheid. Zowel het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als het Hof van Justitie hebben dit al bij herhaling bevestigd, maar het verdient ook een grondwettelijke verankering. Want rapporten en reflecties zijn misschien goed, de erkenning door de Grondwet is beter.

Hugo LAMON

Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse BaliesIedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.

Lees hier alle artikels van ‘LAMON op woensdag’.

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.