In zijn opiniestuk gaat Pieter Goetghebuer in op het verbod op dichotomie. Wat is de zin of onzin van dit verbod? Moet de advocatuur niet meegaan in technologische vooruitgang en de deontologie mee laten evolueren? In het belang van de beroepsgroep en de rechtszoekende?
In de nieuwsbrief van 13 oktober 2023 van de Orde van Vlaamse Balies staat het volgende te lezen:
“ OVB waarschuwt voor ‘platform starofservice.be’. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter van dit platform, zodat de OVB elke vorm van samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien ernstige deontologische inbreuken opleveren. “
Verder in het artikel wordt dan verduidelijkt wat deze ernstige deontologische inbreuken zijn. Dit platform zou rechtzoekenden en advocaten in contact brengen en daar een abonnementsprijs voor aanrekenen. Dit zou in strijd zijn met de deontologische regels. Artikel 111 paragraaf 1 CDA verbiedt de advocaat een honorarium, een voorschot of enigerlei vergoeding te vragen of te aanvaarden voor het aanbevelen van een advocaat aan een cliënt of het doorsturen van een cliënt naar een advocaat. Het delen van een honorarium met iemand die geen advocaat is, wordt door artikel 262 CDA ook uitdrukkelijk verboden.
Als advocaat zijn we ook ondernemer en er is niets onkies aan het streven naar winst
Dit gaat dus over het zogenaamde verbod op dichotomie. Dit vindt zijn oorsprong ergens in de twintigste eeuw en zou er gekomen zijn omdat het betalen voor de aanwerving van cliënteel niet zou stroken met de waardigheid van het beroep. Vandaag de dag wordt het verbod gebruikt om advocaten van platformen op het internet te weren. Als rechtvaardiging voor dit verbod worden drie argumenten gebruikt:
- Het streven naar winst zou onkies zijn.
- De kost voor de client zou stijgen.
- Het zou in strijd zijn met de onafhankelijkheid van het beroep.
Over de eerste twee argumenten kan ik kort zijn. Als advocaat zijn we ook ondernemer en er is niets onkies aan het streven naar winst. Niets wijst er ook maar op dat de kost voor de cliënt zou stijgen.
Maar nog veel belangrijker is dat dit verbod niet in het belang is van de rechtzoekende. Deze is immers juist gebaat om op een zo efficiënt en hopelijk voor hem of haar zo goedkoop mogelijke manier toegang tot een advocaat te krijgen
Het argument van de onafhankelijkheid van het beroep wordt al te vaak onterecht gebruikt om een vorm van protectionisme in stand te houden. Op welke manier de onafhankelijkheid van een advocaat zou worden aangetast door zich op een online platform te plaatsen, is moeilijk te zien. Hij of zij zal nog steeds de belangen van de cliënt dienen en is op geen enkele manier, of daar mogen we alleszins van uitgaan, afhankelijk van een platform dat zaken op deze wijze aanbrengt.
Maar nog veel belangrijker is dat dit verbod niet in het belang is van de rechtzoekende. Deze is immers juist gebaat om op een zo efficiënt en hopelijk voor hem of haar zo goedkoop mogelijke manier toegang tot een advocaat te krijgen. Dergelijke platformen kunnen daar wel degelijk een constructieve en positieve rol in spelen.
Het weze ten ander opgemerkt dat starofservice.be zeker niet het enige platform is die op deze wijze werkt. Ik deed even de test op google en gaf als opdracht: “zoek advocaat “. Ik kwam alvast op de eerste pagina uit bij volgende gelijkaardige platformen : omnirecht.be, jureca.be, advocaat-vinden.be, advocaatzoeken.vlaanderen. En er zullen ongetwijfeld nog dergelijke websites bestaan. Starservice zou evenwel tevens valse profielen op zijn website hebben gebruikt zodat ook de stok met het verbod van dichotomie voor deze website werd boven gehaald.
Wanneer deontologie niet mee evolueert, maakt het zich irrelevant en verliest het belang
Ik twijfel niet dat dergelijke ‘waarschuwing’ door de OVB wordt uitgestuurd met de beste bedoelingen maar het lijkt alleszins wel te gebeuren vanuit een navelstaarderij en protectionistische reactie. En daar wringt het schoentje. Het verbod op dichotomie miskent de technologische evoluties en plaatst het eigen belang boven dat van de rechtzoekende. Dit kan niet de bedoeling zijn.
Wanneer deontologie niet mee evolueert, maakt het zich irrelevant en verliest het belang. Deontologie kan nochtans, als het mee evolueert, juist een grote sterkte zijn van ons beroep en ons onderscheiden van andere spelers op de juridische markt. De beleidsmakers van onze beroepsgroep zouden zich in deze tijden hier dan ook meer dan ooit bewust van moeten zijn, en waakzaam zijn dat niet wordt terug gegrepen naar een verouderde manier van denken en reageren.
The biggest danger in times of turbulence is to act with yesterday ‘s logic…
0 reacties