Bankieren voor vrije beroepers is anders dan bankieren voor andere ondernemingen. Nog meer dan in andere relaties tussen bankier en klant staat het vertrouwen centraal. Maar wat maakt bankieren voor en met de advocatuur zo bijzonder, en zo interessant? Een gesprek met Katrijn Van Vynckt (Head of Privalis) en Ulrich Coussement (Privalis bankier).
De bankier en de vrije beroeper
“Vrije beroepers vragen inderdaad een andere aanpak”, steekt Katrijn Van Vynckt van wal. Dat is trouwens niet enkel het geval voor de juridische beroepen, ook bv. medische beroepen en accountants hebben hun eigen bancaire noden. Als bankier voor ondernemingen – of het nu gaat om grote ondernemingen of kmo’s – heb je vaak heel diverse ondernemers uit diverse sectoren in portefeuille. Wanneer je er bewust voor kiest op één bijzondere doelgroep te focussen, kan je specifieke kennis opbouwen die voor die doelgroep relevant is. Je leert de wensen en noden door en door kennen. “Dat past echt in de idee ‘know your customer,’ wat een belangrijk motto is voor de bank.” Dit vereist natuurlijk ook een goede samenwerking met de beroepsfederaties. Voor de bank is een goede relatie met zowel de verschillende ordes als met de lokale balies “van de advocaten” dan ook cruciaal. “Je kan overleggen met het systeem zelf. Met ondernemingen in het algemeen gaat dat niet, want die zijn onderling minder verbonden.”
Tegelijkertijd werk je als bankier ook lokaal. Die lokale verankering helpt om rekening te houden met de specifieke noden.
Ten slotte werk je ook aan een persoonlijke band met de individuele advocaten. Op basis van die specifieke ervaringen, bouw je dan weer verder kennis van de ganse beroepsgroep uit. Zo is de cirkel rond.
De advocaat en zijn bankrekening(en)
“Een advocaat gebruikt een bankrekening op een heel andere wijze”, vertelt Ulrich Coussement. Dat komt logischerwijze voort uit de uitoefening van hun beroep, bv. door het aantal mandaten dat ze op zich nemen zoals bewindvoering, curatele en schuldbemiddeling. Daardoor beheert een advocaat heel andere soorten rekeningen dan andere ondernemers (een rekening als bewindvoerder, een derdenrekening, een consignatierekening geopend naar aanleiding van een geschil). Uiteraard kunnen we hier parallellen trekken met de andere juridische beroepen als de gerechtsdeurwaarder en de notaris.
Het gaat echter niet alleen over het soort rekeningen, maar ook over het aantal. Het spreekt voor zich dat een advocaat-bewindvoerder verschillende rekeningen beheert. Om de vele rekeningen te beheren, heeft een advocaat bijvoorbeeld meer digitale noden, en moet hij vlot zijn betalingsverkeer kunnen organiseren met de platformen voor online bankieren.
Een ander onderscheid tussen vrije beroepers en andere ondernemers is dat de investeringsnoden anders zijn. Zo moeten advocaten veel minder investeren in materiële activa. Grotere investeringen in de sector beperken zich vaak tot de eenmalige aankoop van een kantoorgebouw, de vervanging van de personenwagen en een occasionele goodwill-operatie.
De aparte positie van de advocaat-stagiair
Advocaat-stagiairs vragen zeker nog een aparte aanpak. Naast de gewone bancaire diensten, kunnen zij aan het begin van hun advocatenloopbaan wel wat extra begeleiding gebruiken. Als bank zitten we ook effectief met hen samen rond de tafel. “Een hartelijk contact met de jonge balies helpt daar zeker bij”, vertelt Katrijn Van Vynckt
“Als bankier wijzen we hen erop waar ze op moeten letten”, vult Ulrich Coussement aan, “dat gaat verder dan een commerciële rol”. Als starter zijn er heel wat financiële aandachtspunten waar je nog niet vertrouwd mee bent, bv. hoe begin je aan pensioenopbouw. Aan het begin van je carrière lijkt dat natuurlijk ver af, maar tegelijkertijd moet je er wel op tijd mee beginnen.
Die ondersteuning vanaf de start gaat onder meer via infomomenten georganiseerd door de jonge balies.
Concreet geven we de advocaat-stagiairs bijvoorbeeld het advies om in die eerste jaren al rekening te houden met alle fiscale en sociaalrechtelijke verplichtingen, denk daarbij aan btw-plicht, (correcties op) sociale bijdragen en voorafbetalingen. Omdat de meeste advocaat-stagiairs hun eed afleggen in september of oktober en dan van start gaan, loopt hun eerste inkomstenjaar maar enkele maanden. De verschuldigde voorafbetaling (en belasting) zal dan ook betrekkelijk laag zijn. Hoeveel de afrekening van de personenbelasting kan bedragen in een ‘normaal’ jaar, kan hen dan wel eens doen schrikken. Hetzelfde geldt voor hun btw-verplichtingen en eventuele correcties op de sociale bijdrage. Daarom raden we aan om een apart spaarpotje te voorzien voor de btw, voor de sociale bijdrage, voor de financiering van hun voorafbetalingen. Ze moeten zich op zijn minst hiervan bewust zijn. We hebben dan ook voor hen specifieke voorwaarden om hen te ondersteunen – zo merken ze welke bancaire producten en diensten voor hen van belang zijn.
Pro-Deokredieten
Een bijzonder probleem waar pro-Deoadvocaten mee geconfronteerd worden is de lange periode die verloopt tussen het behandelen van een dossier en de uiteindelijke betaling door de overheid. Voor wie veel pro-Deodossiers behandelt, kan dat een aanzienlijk cash flow probleem opleveren. We voelden daar zeker ook een nood. De bank kan hier een maatschappelijke rol spelen. Zeker voor starters is het niet evident om lang op deze vergoeding te wachten. De bank biedt daarom een pro-Deokrediet aan. Het overbruggingsvoorschot op de pro-Deovergoedingen is een kredietvorm waarbij er een voorschot gefinancierd wordt voor een welbepaald bedrag (= de te verwachten vergoeding die door het BJB zal worden uitbetaald op basis van het aantal afgesloten punten) op een vaste termijn (= de periode waarin men verwacht de vergoeding van het BJB uiteindelijk op de eigen kantoorrekening gestort te krijgen). Op die manier kan een bank bijdragen aan het overbruggen van de periode tussen de geleverde prestaties en de uitbetaling ervan. Immers, wanneer een advocaat(-stagiair) een groot aantal pro-Deodossiers behartigt, kan dit een bedrag vertegenwoordigen dat in sommige gevallen kan oplopen tot tienduizenden euro’s. Door dit te verwachten bedrag te financieren via een bank, kan de advocaat in kwestie zijn cash flow beter spreiden in de tijd en de te verwachte inkomsten al sneller aanwenden voor enerzijds lopende kosten en anderzijds op til staande investeringen die een verdere accelerator kunnen betekenen voor de uitbouw van zijn of haar kantoor. Dergelijk voorschot wordt, na goedkeuring van het kredietdossier, in één keer gestort op de professionele rekening van de advocaat en wordt op de eindvervaldag in één keer volledig terugbetaald. De looptijd van een overbruggingsvoorschot is in principe mogelijk voor een periode tussen één en twaalf maanden. De advocaat kan vrij kiezen over de gewenste periode die overeenkomt met zijn eigen thesauriebehoefte, zodat hij ook de intresten die gekoppeld zijn aan het financieren tot het hoogst noodzakelijke kan beperken. Intresten worden in één keer gedebiteerd bij aanvang, zodat op eindvervaldag enkel nog het bedrag in kapitaal verschuldigd zal zijn, en de ontvangen vergoeding dus steeds zou moeten volstaan om het krediet terug te betalen.
Deontologie van de advocaat en dienstverlening van de bankier
De deontologie van de advocaat is onmiskenbaar verweven met de bank en haar diensten. Ook hier weer is de samenwerking met de beroepsverenigingen en hun vertegenwoordigers cruciaal. Denk maar aan de mogelijkheid tot inzage van de stafhouder op de derdenrekeningen van de advocaten. De bank kan immers, wanneer een deontologisch onderzoek loopt tegen een advocaat, gevraagd worden informatie te geven op verrichtingen die gebeurd zijn op een derdenrekening. Vanzelfsprekend spelen het bankgeheim en het beroepsgeheim van de advocaat daarbij rol. Wederzijds vertrouwen tussen de beroepsgroepen is daarbij onontbeerlijk.
Compliance en wetgeving
De bancaire sector is een streng gereglementeerde en gecontroleerde sector. Diverse regelgeving legt allerlei compliance en rapporteringsverplichtingen op. Ook de advocatuur valt onder een strenge deontologie. Het zorgt voor wederzijdse herkenbaarheid. Als bankier snappen we het belang en het nut ervan echt. We informeren onze klanten ook uitdrukkelijk over de verplichtingen die de verschillende overheden ons opleggen: welke informatie moeten we verzamelen, wat doen we daarmee, wie heeft er toegang toe, …
Het is niet altijd makkelijk dat je omwille van juridische correctheid allerlei informatie moet vragen aan je klanten. De advocaat vertegenwoordigt immers ook zijn cliënten en is op zich gehouden door zijn beroepsgeheim. Soms begeef je je dus wel op een gevoelig terrein. Daarin helpt het vertrouwen dat is opgebouwd. Je wisselt de informatie uit die nodig is (vanuit de rapporteringsverplichtingen) en niet meer dan dat.
Lessen uit twintig jaar ervaring als bankier
Als we hebben over de lessen die je kan trekken uit deze twee decennia bankieren voor de advocatuur vernoemt Katrijn Van Vynckt “de spreidstand tussen het digitale en het relationele”, en “bankieren heeft ook een belangrijk sociaal aspect”. We moeten zeker durven kiezen om bepaalde bankzaken digitaal af te handelen waar dat efficiënt is – al is dat voor de advocatuur niet altijd evident. Maar toch draait 60% van ons werk, rond het relationele, het sociale. De warme contacten met zowel individuele advocaten, de kantoren als de beroepsverenigingen. In feite komt het neer op de vraag: wat kan digitaal en is daardoor zowel voor de bank als voor de advocaten efficiënter en waar is het menselijk contact essentieel. Het is voortdurend zoeken naar een evenwicht. Het is een samenwerkingsmodel dat blijft evolueren. Zo waren we vroeger dagelijks aanwezig in het gerechtsgebouw; waarbij advocaten dan wel eens langskwamen met een doos vol papieren en wij dan de administratie op orde brachten. Die tijden zijn voorbij, al zijn we nog wel steeds één dag per week aanwezig.
Ook Ulrich Coussement sluit zich hierbij aan. Soms hinkt de advocatuur hierbij nog wat achterop. Zo hebben we heel lang met sommige advocaten gecommuniceerd per fax, of werken we nog met sommige eerder archaïsche middelen als ‘griffiebonnen’ waarmee de rolrechten betaald worden. Ondanks dit opvallend voorbeeld, stellen we wel vast dat de digitalisering ook in de advocatuur enorm aan het aan het versnellen is. En laten we niet vergeten dat Justitie zelf hier ook wel aan moet meewerken.
Met dank aan Katrijn Van Vynckt en Ulrich Coussement
In Today’s Lawyer leest u een artikel over de pro-Deokredieten dat aansluit bij dit iets meer uitgebreide interview. Meer weten?
0 reacties