De zelfbediening in de advocatuur cover

28 aug 2024 | Column

De zelfbediening in de advocatuur

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Op 26 augustus verscheen in het Belgisch Staatsblad het ministerieel besluit “tot vaststelling van de nomenclatuur van de punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk of volledig kosteloze juridische tweedelijnsbijstand. Anders gezegd: er is een tarief voor de advocaten die ‘pro Deo’ (en dus op kosten van de overheid) juridische prestaties leveren.

Met dat ministerieel besluit geeft de minister van Justitie gevolg aan het arrest van de Raad van State van 22 september 2023, waarbij de vorige versie van de tekst (die dateerde uit 2016) werd vernietigd omdat er toen niet eerst om het advies was gevraagd van de afdeling wetgeving van de Raad van State. Dat is dus nu wél gebeurd. De regeling van 2016 wilde de overconsumptie in de juridische tweedelijnsbijstand aanpakken door een beperkt remgeld in te voeren en waarbij er voor de aanstelling niet enkel naar het inkomen van de rechtzoekende diende te worden gekeken, maar ook een beperkte toets van het vermogen van de rechtzoekende werd gedaan. De Raad van State kende de minister een periode van achttien maanden toe om de zaak op orde te zetten.

De nieuwe tekst (die wel heel erg lijkt op de vorige) is formeel natuurlijk van de hand van de minister van Justitie, maar werd voorbereid door de advocatenordes. Vorig jaar klonk het nog dat de Orde van Vlaamse Balies de tarieven grondig zou evalueren. Het interne debat daarover verliep bijna uitsluitend via de bureaus voor juridische bijstand en werd dus gedaan door de advocaten die zelf aan die pro-Deowerking meedoen, terwijl bij de beoordeling toch om meer zou moeten gaan dan enkel wat het de advocaat oplevert. In de wandelgangen wordt gefluisterd dat de Orde van Vlaamse Balies geneigd was om aan de minister grondige hervormingen voor te stellen, maar dat de vertegenwoordigers van het zuiden van het land alles bij het oude wilden laten en hun wil geschiedde. Het is dus een gemiste kans om grondig debat te voeren over de maatschappelijke keuzes die gepaard gaan bij het opstellen van een dergelijke lijst. Het kan verbazen dat het debat niet verder gaat dan de rechtstreeks geïnteresseerde advocaten.

Het gaat toch om aanzienlijke bedragen. Voor het gerechtelijk jaar 2022-2023 werd er een bedrag van 155.304.132,28 euro uitgekeerd aan de pro-Deoadvocaten en ontvingen de balies 10.871.289,26 euro voor de organisatie van die tweedelijnsbijstand. Het mag dan ook niet verwonderen dat dit ook de aandacht trok van het Rekenhof, dat voor het eerst een doorlichting maakte van het systeem. De advocatuur verdedigt dat de onafhankelijkheid van de advocaat niet toelaat dat iemand anders dan de balie zelf nagaat wie recht heeft op een pro-Deoadvocaat, maar er zal toch ook moeten rekening worden gehouden met de opmerkingen die uit de kritische doorlichting van het Rekenhof blijken.

De grote hamvraag daarbij is de rol die de Ordes daarin moeten spelen. Ze waken over het algemeen belang omdat ze ook als wettelijke taak hebben op te komen voor de rechtzoekenden. Daarnaast vertegenwoordigen ze ook de advocaten en ook diegenen die inkomen verwerven uit de tweedelijnsbijstand. Volgens schaars beschikbare gegevens zou ongeveer 40 % van de advocatuur in meerdere of mindere mate dossiers in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand behandelen. Ze willen daarvoor ook behoorlijk worden vergoed.

Vroeger voorzag de ‘nomenclatuur’ (de tarievenlijst) een vergoeding per prestatie (uitgedrukt in punten). Sinds kort is de vaste vergoeding vervangen door een open norm, wat betekent dat de advocaat op voorhand weet hoeveel hij in een dossier zal verdienen en die vergoeding niet langer afhankelijk is van de hoeveelheid zaken binnen een bepaald jaar. De vroegere ‘gesloten enveloppe’ (het vastgelegd budget verdelen over de aantal zaken) is nu vervangen door een ‘open enveloppe’ met een vaste vergoeding per punt (90,36 euro, te verhogen met de indexatie vanaf 2022). Dat betekent dat het budget daarna automatisch moet volgen. Dat dit op termijn tot verhoogde externe controle zal leiden staat in de sterren geschreven.

In die discussies treden de Ordes veeleer op als de belangenbehartiger van hun achterban met de daaraan gekoppelde syndicalistische reflex. Daar is op zichzelf natuurlijk niets mis mee, maar die dubbele rol van opkomen voor de rechtzoekende en voor de eigen portemonnee (zowel die van de advocaat die prestaties levert in het kader van de tweedelijnsbijstand als voor de lokale balies die royale vergoedingen krijgen voor de administratieve verwerking) doet toch minstens een schijn van belangenvermenging ontstaan. Het is wat te gemakkelijk om dan te opperen dat het Rekenhof het systeem niet zo goed begrepen heeft. 

Hugo Lamon



Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

2 Reacties

2 Reacties

  1. Yolande PICART

    De zogezegde royale vergoedingen die de balies ontvangen voor de administratieve verwerking zijn toch gewoon het loon van de medewerkers die keihard moeten werken als zij snel, correct en met empathie werken om die minstbedeelden, vaak totaal hulpeloze en onwetenden van dienst te zijn. Controle op die vaardigheden en tijdsbesteding mag ook aan de orde komen.

    Antwoord
  2. romain vandebroek

    Als gewezen bestuurder Tweedelijnsbijstand kan ik de kritische stem van confrater Lamon ook in deze context opnieuw volgen.
    In de periode 2011-2014 hebben wij geijverd voor een correcte vergoeding per punt voor het werk van de pro deo advocaat, maar ook om misbruiken zoveel mogelijk uit te sluiten.
    De punten per zaak werden bepaald na grondig overleg en discussie op basis van voorstellen, niet van pro deo advocaten, maar van de verschillende commissies in de schoot van de OVB, bemand met specialisten in de verschillende materies.
    Het is evident dat met het huidig systeem externe controle onvermijdbaar is, maar die kan dan weer anders worden uitgevoerd in het noorden en het zuiden.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.