De vertrouwde industriële economie ruimt stilaan plaats voor die van de deeleconomie of sharing economy: de consument schaft zich hoe langer hoe minder goederen aan en richt zich meer naar micro-ondernemers die via verschillende platformen flexibele diensten aanbieden. Zelf een auto bezitten is bijvoorbeeld iets helemaal anders dan een auto gebruiken. Dat verklaart waarom deeleconomische platformen als Airbnb, Uber en Lyft, meer en meer de rol als motor van de economie overnemen van klassieke bedrijven. Hoe zullen die op digitale technologie gebaseerde bedrijfsmodellen de economie en tewerkstelling beïnvloeden?
Vraag en aanbod in één platform
Twee maatschappelijke trends wakkeren die tendens aan. De evolutie van bezit naar louter toegang tot diensten brengt namelijk een lager kostenplaatje met zich mee en is ook gebruiksvriendelijker. Een auto bezitten bijvoorbeeld is in een grootstad als New York nu eenmaal niet zo handig. Bovendien zorgt het internet ervoor dat vraag en aanbod gemakkelijk en snel op elkaar kunnen inspelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vooral jongeren gebruik maken van dergelijke platformen.
Met die transacties valt ook geld te verdienen en dat leidt tot nieuwe technologieplatformen. Vraag en aanbod komen vooral samen wanneer het gaat om goederen met een hoge waarde, zoals een auto of huis. Denk maar aan Uber en Airbnb.
Implicaties
Die nieuwe bedrijfsmodellen brengen verschillende economische implicaties met zich mee:
- ze verdienen geld dankzij het aanbod van transacties en niet door de verkoop van goederen;
- ze proberen hun gemeenschap zoveel mogelijk aan zich te binden, wat tot een winner-takes-all-economie leidt;
- arbeid is gericht naar het aanbod van diensten en tijdelijkheid, en bestaat niet langer uit een vaste baan in een bedrijf. Hij kan bovendien ook via verschillende markten worden aangeboden. Zo kan een chauffeur die zijn diensten via Uber aanbiedt, daarnaast ook nog als een klassieke taxichauffeur werken.
Ook de juridische implicaties zijn niet min. Wat in het geval van problemen? En hoe gaan bestaande initiatieven of bedrijven met dergelijke platforms om? Vaak reageren ze heftig tegen wat ze een disruptieve innovatie noemen. Maar die deeleconomische platformen spreken wel degelijk nieuwe doelgroepen aan en hebben meer een marktuitbreidend dan een marktverstorend effect. Om de concurrentie van de digitale platforms het hoofd te bieden moeten de bestaande initiatieven hun sterke kanten uitspelen en zo een verschil maken. Dat zorgt voor meer differentiatie en komt de economie uiteindelijk ten goede.
Sowieso valt er niet meer te ontsnappen aan deze grote maatschappelijke trend. Hoe langer hoe meer zijn platformen, zoals Facebook of Google, de grote bedrijven van nu en van de toekomst. De traditionele industriële economie zal uiteraard wel blijven bestaan, maar de nieuwe grote bedrijven zullen er helemaal anders uitzien.
Interview met Prof. Walter Van Dyck
Wenst u meer informatie over de deeleconomie van Prof. Van Dyck, noteer 17 november met stip in uw agenda en schrijf in via Info & inschrijvingen.
0 reacties