Als uw vennootschap roerende inkomsten, zoals dividenden, interesten en royalty’s, betaalt aan een persoon gevestigd in het buitenland, dan verschillen de formaliteiten en de verschuldigde roerende voorheffing van een uitbetaling in een puur Belgische context. In vele gevallen is er een verlaagd tarief roerende voorheffing of zelf een vrijstelling van toepassing, maar om hiervan te genieten moeten er eerst enkele formaliteiten voldaan worden. Die formaliteiten verschillen naargelang de situatie. In dit artikel geven we u een bondig stappenplan mee, dat u kan gebruiken als leidraad bij uitkeringen aan personen in het buitenland.
STAP 1 Wie is de begunstigde: vennootschap of natuurlijke persoon?
In eerste instantie moet u nagaan wie de begunstigde is van de uitgekeerde roerende inkomsten.
Is de begunstigde een natuurlijke persoon? Dan moeten we steeds terugvallen op de bepalingen van het toepasselijke dubbelbelastingverdrag. De meeste dubbelbelastingverdragen bepalen dat roerende inkomsten belast mogen worden in het land waar de begunstigde gevestigd is.
In sommige gevallen mag België geen bronheffing inhouden en in andere gevallen slechts een beperkte.
Om de vrijstelling of vermindering te bekomen, moet u binnen vijftien dagen na de betaalbaarstelling, een aangifte roerende voorheffing indienen. Afhankelijk van het soort betaling voegt u bij deze aangifte een 276div, 276int of 276r. Deze aangifte moet worden ondertekend door de fiscale administratie van het land waar de begunstigde gevestigd is.
STAP 2 Begunstigde is een vennootschap: verbonden of niet?
Is de begunstigde een vennootschap die niet verbonden is met de uitbetalende vennootschap? Dan moet vallen we opnieuw terug op het dubbelbelastingverdrag. De formaliteiten zijn ook dezelfde als hierboven omschreven.
Is de begunstigde een verbonden vennootschap? Dan kan u beroep doen op de moeder-dochterrichtlijn (voor dividenduitkeringen) of de interestroyaltyrichtlijn (voor interesten en royalty’s). Deze Europese richtlijnen voorzien in een vrijstelling van de Belgische bronheffing.
Hoewel de moeder-dochterrichtlijn een Europese richtlijn is, kan er ook voor dividendbetalingen aan verbonden vennootschappen die gelegen zijn in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten en dat voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, beroep worden gedaan op deze vrijstelling. De vrijstelling voorzien door de interestroyaltyrichtlijn kan enkel worden toegepast als de begunstigde een verbonden EU vennootschap is.
Om van deze vrijstellingen te kunnen genieten moet u opnieuw binnen de vijftien dagen na de betaalbaarstelling een aangifte roerende voorheffing indienen. Bij deze aangifte voegt u een attest toe waarin de begunstigde bevestigt dat de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op deze vrijstelling, voldaan zijn.
Het hof van beroep te Gent heeft eerder beslist dat de vrijstelling niet mag worden toegepast, als het attest op een latere datum wordt opgemaakt dan het moment waarop de roerende inkomsten betaalbaar worden gesteld.
Wat kunnen we hieruit leren?
Het is dus van groot belang dat bij uitkeringen aan het buitenland goed wordt nagaan hoeveel het tarief van de roerende voorheffing in België bedraagt en welke formaliteiten moeten worden voldaan.
Betaalt u roerende inkomsten aan buitenlandse personen en heeft u hulp nodig bij het vervullen van de formaliteiten voor het verkrijgen van het verlaagd tarief roerende voorheffing? Onze specialisten helpen u graag verder!
Hannelore Durieu, Belastingconsulent Vandelanotte
Ine Coolman, Advisor Tax & Legal Vandelanotte
0 reacties