Het douanegebeuren staat volop in de actualiteit: wereldwijd is er een exponentiële toename van handelsconflicten, (her)nieuw(d)e handelsovereenkomsten treden in werking en de Brexit is definitief.
Vanaf 1 mei 2016 werden belangrijke bepalingen gewijzigd in de Europese douane- en accijnsregelgeving. Een aantal basisregels rond vrije handel kregen een ‘nieuwe look’, denk daarbij onder andere aan handelsbelemmeringen en de gestandaardiseerde handelsvoorwaarden of incoterms. Daarnaast kwamen mondiaal nieuwe vrijhandelsverdragen tot stand en sloot de Europese Unie handelsakkoorden met onder meer Japan, Viëtnam, enkele Zuid-Amerikaanse landen (Mercosur), en het Verenigd Koninkrijk.
Douanespecifiek dringt zich dan ook een actualisatie op van het juridisch perspectief waarin het douanegebeuren wordt gesitueerd, maar ook van de onderscheiden rol en invloed daarin van de algemene administratie van de douane en accijnzen en van de FOD Economie en de Wereldhandelsorganisatie.
Een aantal fiscale en niet-fiscale douanerechtelijke thema’s vragen daarbij om een update, denk aan invoerrechten, anti-dumpingrechten, compenserende rechten, tarief- en economische schorsingen, invoerverboden, tariefcontingenten, vrijstellingen, preferentiële stelsels, vrijstellingen.
Het fundamenteel belang hiervan voor het goederenverkeer is evident, meer bepaald voor het gemeenschappelijk douanetarief en de tariefindeling van goederen, de oorsprong van de goederen en hun douanewaarde. Daarnaast trad het nieuwe douanewetboek van de Unie in werking en dus ook de verplichtingen bij het binnenbrengen van niet-Uniegoederen, hun tijdelijke opslag en de plaatsing van de ingevoerde goederen onder een specifieke douaneregeling. Deze operationele vernieuwingen hebben sinds 2016 gaandeweg gestalte gekregen, niet in het minst in de zeehavens Antwerpen, Zeebrugge, Gent en de luchthavens van Luik en Brussel.
Meer en meer kreeg ook de AEO-vergunning voor marktdeelnemers een onontbeerlijk karakter, wat relevant is voor douaneaangifteprocedures en de verificatie van de goederen. In het verlengde daarvan zijn ook het ontstaan en de invordering van douaneschulden het voorwerp van complexere regelgeving, voornamelijk ook voor wat betreft de overgangsregelingen. De interactie met de toepassing van BTW bij in- en uitvoer van goederen buiten de EU is daarbij uiteraard nooit ver weg.
Tenslotte hoeft het niet te verbazen dat het moderne internationaal- en Europeesrechtelijk juridisch speelveld kan conflicteren met de klassieke Belgische douane- en accijnswetgeving. Die bevat immers eigen regelingen in verband met bijvoorbeeld de onderzoeksbevoegdheden van de douaneadministratie, de wettelijke bewijsmiddelen, de geschillenregeling en de strafrechtelijke vervolging. De specifieke aard van deze procedures leidt niet zelden tot juridisch gekissebis met grote financiële belangen.
Geïnteresseerd? Nexus organiseert de modulaire opleiding Douane en Accijnzen van ATA.
Nexus (UAntwerpen)
***
De wetgevingsbundel Douane en Accijnzen (2021) bevat de meest relevante Europese en nationale regelgeving met betrekking tot douanerechten en accijnzen. In deel 1 is de algemene regelgeving inzake douane en accijnzen opgenomen.
Eric Van Dooren is raadsheer in het Hof van Cassatie en hoofddocent aan de Universiteit Antwerpen.
0 reacties