Over de auteur Mr. Stéphane Van Moorleghem, is advocaat en vennoot bij Metis advocaten. Hij is gespecialiseerd in commercieel en verbintenissenrecht, zee- en transportrecht, insolventierecht en beslagrecht, aansprakelijkheid en douanerecht.
|
Het nieuw wetboek beslaat ongeveer alle aspecten (privaat én publiek recht) van zee- en binnenvaart en is zo een allesomvattende Codex geworden waarin ongeveer alle materies in dit verband worden geregeld. De totstandkoming van het Wetboek duurde meer dan tien jaar en er ging een zeer ruime bevraging van alle actoren van de maritieme actoren aan vooraf.
In de context van deze beperkte bijdrage is het absoluut niet mogelijk om inhoudelijk op de nieuwe regelgeving in te gaan. Wat echter bijzonder in het oog springt is dat de wetgever nadrukkelijk heeft aangegeven dat het wetboek schuldeiser-vriendelijk is, hetgeen betekent dat het de afnemers van de door de rederijen aangeboden dienstverlening beoogt te beschermen.
Anders gezegd, het wetboek bevoordeelt de lading.
Heldere codificatie
Met de invoering van het nieuwe Scheepvaartwetboek beoogde de wetgever alle relevante regels terzake samen te brengen in een allesomvattende en helder gestructureerde codificatie. De Belgische wetgever beoogde aldus het maritieme recht kenbaar en overzichtelijk te maken.
Het Scheepvaartwetboek bestaat uit vier boekdelen :
1. Algemene bepalingen
2. Zeevaart
3. Binnenvaart
4. Handhaving
Het wetboek is aldus opgedeeld in thematische boeken, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen privaat- en publiekrechtelijke regels.
Het doel was om een aansluiting te vinden bij de hedendaagse scheepvaartrealiteit en bij internationale tendensen, met een doorgedreven implementatie van internationale verdragen.
Het wetboek bevat ook het publiek recht en is terzake in hoofdorde een coördinatie van bestaande wetten. Alleen het volledig achterhaalde Tucht- en Strafwetboek van de Koopvaardij en de zeevisserij uit 1928 werd grondig geactualiseerd.
Doordat veel regelgeving inzake zeevaart ook in het binnenvaartrecht wordt ingepast is er sprake van een modernisering van het binnenvaartrecht, weze het dat waar nodig de binnenvaart eigen of afwijkende regelingen kreeg.
Het wetboek consacreert de eigenheid en specifiteit van het maritiem- en binnenvaartrecht door het principe van de zelfregulering te codificeren : de eigen regels vervat in gebruiken en gewoonten worden in beginsel aanvaard als bron van (maritiem) recht.
Met boek 4 beoogde de wetgever een betere handhaving van de bestaande regels te verwezenlijken.
De eerste kennismaking met het nieuwe Scheepvaartwetboek brengt veel verrassingen, en het is nu al zeker dat de nieuwe bepalingen aanleiding zullen geven tot geheel andere en nieuwe regels (dan initieel beoogd door de wetgever).
Een eerste verrassing is alvast de (vergeefse) zoektocht naar bepalingen die het cognossement regelen !
De integrale wettekst kan u hier raadplegen.
Stéphane Van Moorleghem, advoaat-vennoot METIS Advocaten
Dit bericht verscheen eerder op de website van Metis Advocaten.
0 reacties