Met de hervorming van het seksueel strafrecht creëerde de wetgever de opportuniteit om verschillende wetsartikelen inhoudelijk te herzien. Eén van de categorieën, die in een nieuw jasje werd gestoken, zijn de misdrijven ten aanzien van minderjarigen.
De misdrijven ten aanzien van minderjarigen worden geclusterd onder afdeling 2 met betiteling “Seksuele uitbuiting van minderjarigen”. Dit artikel zoomt in op zowel de mogelijkheden als de beperkingen ten aanzien van de seksuele autonomie van minderjarigen in het strafrecht. Het vinden van een balans tussen het beschermen van minderjarigen en tegelijk ruimte laten voor hun seksuele ontwikkeling en autonomie, is geen evidente oefening. Dit wordt duidelijk in zowel de oeverloze reeks uitzonderingen, die de wetgever voorzag als de hiaten die ontstonden.
Het nieuw seksueel strafrecht voor minderjarigen
In een afzonderlijk artikel 417/5 Sw. krijgt het concept toestemming (tot seksuele handelingen) een overkoepelende definitie van toepassing op alle seksuele misdrijven, waaronder dus ook de misdrijven ten aanzien van minderjarigen.
De wetgever besliste om de leeftijdsgrens om als minderjarige te kunnen toestemmen met seksuele handelingen vast te leggen op zestien jaar. Dit betekent dat een zestienjarige bekwaam wordt geacht om toe te stemmen tot seksuele handelingen met een minderjarig of een meerderjarig persoon. Voor seksuele handelingen tussen minderjarigen onderling, voorziet de wetgever verschillende uitzonderingen. Zo schrijft artikel 417/6, §2 Sw. voor dat een minderjarige die de volle leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, maar niet de volle leeftijd van zestien jaar, uit vrije wil kan toestemmen indien het leeftijdsverschil met de andere persoon niet meer dan drie jaar bedraagt. Bijgevolg biedt de wetgever ruimte aan minderjarigen om onderling consensuele seksuele handelingen te stellen. Zo is een veertienjarige in staat om toestemming te geven tot seksuele handelingen met een zeventienjarige, maar niet met een achttienjarige. Het artikel voorziet bovendien dat er geen sprake is van een misdrijf tussen minderjarigen die de volle leeftijd van veertien jaar hebben bereikt, en die met wederzijdse toestemming handelen wanneer het onderlinge leeftijdsverschil meer dan drie jaar bedraagt. In de praktijk beoogt de wetgever hier problemen te vermijden wanneer een minderjarige van veertien jaar en drie maanden seksuele handelingen stelt met een minderjarige van zeventien jaar en vier maanden. Het eerste deel van het artikel zou strikt juridisch gezien zorgen dat voorgaande situatie strafbaar is. Het tweede deel voorziet echter de nodige nuance die de praktijk soms vereist.
Andere beperkingen voor minderjarigen betreffen drie zaken, namelijk de positie van de andere persoon, de modus operandi en de aard van de seksuele handelingen. Ten eerste kan een minderjarige niet rechtsgeldig toestemmen wanneer de andere persoon een bloed- of aanverwant betreft in opgaande lijn, zijlijn t.e.m. derde graad, of personen met een soortgelijke positie in een gezin, of een persoon die gewoonlijk of occasioneel met de minderjarige samenwoont en gezag heeft over die minderjarige. De wetgever heeft in dit onderdeel getracht een aanverwant zo breed mogelijk te definiëren, gezien de veranderende normen binnen de huidige samenleving. Ten tweede is een minderjarige niet in staat om toestemming te verlenen wanneer de dader gebruik heeft gemaakt van een erkende positie van vertrouwen, gezag of invloed ten aanzien van de minderjarige. Het schoolvoorbeeld betreft een coach die seksuele handelingen stelt bij zijn/haar minderjarige trainees. Tot slot wordt er ook een beperking opgelegd voor seksuele handelingen, die een daad van ontucht of prostitutie impliceren.
De knellende schoen in de praktijk
Juridisch gezien zijn er verschillende bijkomende rechtsgronden voor beperkingen ten aanzien van minderjarigen, en dusdanig de bescherming van minderjarigen. Desondanks botst de praktijk op hiaten met betrekking tot de seksuele autonomie van minderjarigen.
Er kan sprake zijn van toestemming door een minderjarige vanaf veertien jaar onder bepaalde voorwaarden (cf. supra). In principe is het dus mogelijk voor een veertienjarige om seksuele handelingen te stellen met een persoon tussen de leeftijd van veertien en zeventien jaar. Aan de andere kant is het voor personen van de leeftijd zestien jaar en zeventien jaar mogelijk om seksuele handelingen te stellen met minderjarigen vanaf veertien jaar, alsook meerderjarige personen. Het schoentje knelt echter bij de minderjarigen van vijftien jaar. Juridisch gezien worden zij in staat geacht seksuele handelingen te kunnen stellen met personen van veertien tot zeventien jaar, maar hoe verhoudt de beperking van drie jaar zich tot personen van vijftien jaar? Artikel 417/6, §2 Sw. stelt enerzijds dat een minderjarige[1]uit vrije wil kan toestemmen indien het leeftijdsverschil met de andere persoon niet meer dan drie jaar bedraagt. Anderzijds worden personen van achttien jaar juridisch beschouwd als een meerderjarig persoon. Het is duidelijk dat deze situatie een grijze zone is, ondanks de hervormingen van het seksueel strafrecht. Komende jaren zal het duidelijk worden hoe de rechtspraak met dit hiaat aan de slag gaat, en in welke mate dit principe zijn doel al dan niet voorbijschiet in functie van de bescherming van minderjarigen.
Een ander struikblok betreft de situatie waarin een veertienjarige toestemt voor seksuele handelingen met een zeventienjarige, waarbij het op een bepaald moment strafbaar wordt om seksuele handelingen te stellen met elkaar. In die zin dat wanneer zij de leeftijd van respectievelijk vijftien en achttien jaar bereiken de seksuele handelingen met elkaar een grijze zone betreden, wat voorheen niet het geval was. In dat geval belandt men in de situatie, zoals hierboven beschreven. De rigide en arbitraire grenzen zijn an sich niet het probleem, maar het vormt een probleem met betrekking tot transparantie en eenduidigheid omtrent het al dan niet stellen van strafbaar gedrag bij minderjarigen. Aangezien de wetgever iedereen acht de wetgeving te kennen, wordt verwacht dat de wetgevende regels duidelijk en klare taal geven aan wat al dan niet strafbaar is. Op deze manier veroorzaakt men rechtsonduidelijkheid met als gevolg dat de seksuele autonomie, maar ook de bescherming van minderjarigen niet gewaarborgd wordt zoals men beoogde.
Conclusie: autonome van minderjarigen vrijwaren en beschermen
De wetgever heeft verschillende initiatieven genomen om de seksuele autonomie van de minderjarigen tegelijk te vrijwaren en te beschermen. Zo zijn er meer beperkingen ingevoerd met betrekking tot de mogelijkheden van een minderjarige om rechtsgeldig toe te stemmen Daartegenover staat ook dat de verscheidenheid aan uitzonderingen, die zorgen voor rechtsonzekerheid, alsook schiet het zijn doel voorbij om kader te bieden aan de seksuele autonomie van minderjarigen. Bovendien rijst de vraag in hoeverre de rechtspraak kan en wil meegaan in dergelijke praktijken, waar op het ene moment seksuele handelingen toegelaten zijn en op het andere moment grijze zone worden. Organisaties, zoals PUNT., pleiten om een helder en eenduidig kader te bieden. Het wordt op deze manier namelijk moeilijk om jongeren grenzen aan te leren, of kennis te laten maken met wat we als samenleving belangrijk beschouwen.
Larissa Van Puyvelde en Laura Byn – Punt Vzw
0 reacties