Onroerende verhuur in de vastgoedsector is in België principieel vrijgesteld van btw. Het begrotingsakkoord van de federale regering van 26 juli 2017 voorziet, naast de hervorming van de vennootschapsbelasting, echter ook in een optioneel stelsel voor een btw-belaste onroerende verhuur.
Nederland voorziet momenteel, net zoals onze andere buurlanden, in een facultatief regime waarin de verhuur van onroerende goederen belast kan worden met btw als aan een aantal voorwaarden voldaan is. De huurder moet het onroerend goed voor doeleinden gebruiken waarvoor minstens 90 procent recht op aftrek van btw bestaat. Bovendien moet de optie voor een btw-belaste verhuur expliciet in de huurovereenkomst zijn opgenomen of moeten de huurder en verhuurder hiervoor een gezamenlijk verzoek bij de inspecteur indienen.
De regering heeft nu beslist om ook in België een optioneel regime voor btw-belaste onroerende verhuur te implementeren. Ze beoogt daarbij een vereenvoudiging van de btw-behandeling van overeenkomsten waarbij een onroerend goed ter beschikking wordt gesteld van een gebruiker met recht op aftrek.
Eigenaren van vastgoed zullen bijgevolg kunnen genieten van het recht op btw-aftrek die geheven is op de oprichtings-, verbouwings- en herstellingswerken, wat een aanzienlijke besparing betekent. Binnen groepsstructuren bood de bestaande btw-eenheid hier al een oplossing voor. Voor verhuurcontracten tussen niet-verbonden ondernemingen was dit echter maar al te vaak problematisch.
Hoe dit optioneel stelsel concreet zal worden vormgegeven en vanaf welke datum contracten hiervoor in aanmerking zullen komen, is nog niet bekend. Ons team van specialisten volgt deze ontwikkelingen daarom voor u op de voet. Mocht u ondertussen reeds vragen hebben, aarzel dan niet om uw relatiebeheerder of één van onze specialisten te contacteren via contact@vdl.be.
Dit artikel werd geschreven door Dries Torreele, Elien Verbrugge.
Meer lezen van Vandelanotte? Klik hier voor meer nieuwsberichten.
0 reacties