Het verbod van loonverschillen tussen mannen en vrouwen
De Morgen, zaterdag 11 maart 2017, p. 5
HET VERHAAL VAN EEN IJSLANDVAARDER
“De loonkloof wordt de facto illegaal in IJsland”. Wat moet ik mij daarbij voorstellen en is die kloof in België dan wel legaal? Dat zijn de twee vragen die bij mij rijzen als ik bovenstaand artikel van VK in De Morgen lees.
Een loonkloof, zegt de Dikke Van Dale, is een “groot verschil in loon”. Het is een synoniem van salariskloof, dat het als voorbeeld geeft van samenstellingen waarin het eerste lid noemt in welk opzicht er een kloof, verwijdering bestaat, m.n. tussen mensen.
Illegale kloven
Zowel uit de begripsomschrijving als uit het stukje van VK blijkt dat de loonkloof een bestaand iets is. Als de of een loonkloof illegaal is, dan betekent dit dat zij in strijd is met de wet, m.a.w. wettelijk niet toegestaan of wettelijk verboden. De illegaliteit van een bestaand iets, geldt per definitie in rechte en niet in feite. VK schrijft overigens zelf dat een wet de loonkloof in IJsland illegaal zal maken.
De Belgische loonkloof
In België verbiedt de wet sinds 2007 wat het loon betreft elk direct onderscheid op grond van geslacht dat niet wordt gerechtvaardigd op grond van een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste (art. 5, 5°, 6°, 7°, en 8, art. 6, § 2, 2°, tweede gedachtestreepje, art. 13, § 1, en art. 19 Genderwet).
Alle bepalingen die strijdig zijn met dat verbod, zijn nietig (art. 20 Genderwet). Wie op het vlak van loon een persoon discrimineert wegens zijn geslacht, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van vijftig euro tot duizend euro, of met een van die straffen alleen (art. 28/2 Genderwet, weliswaar maar in werking getreden op 3 augustus 2014).
Dat betekent toch dat ook in België de loonkloof “illegaal” is?
Dat was overigens al het geval onder de vroegere Genderwet, de wet van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid.
Er is bovendien ook nog de CAO nr. 95, en de Richtlijn 2006/54/EG betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep. En al in 1957 proclameerde artikel 119 van het EEG-verdrag, thans artikel 157.1 van het VWEU, het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid.
Conclusie
De straffe verhalen van IJslandvaarders moet je altijd met een flinke korrel zout ontdooien.
De strekking van het artikel begrijp ik, namelijk dat “grote verschillen in loon” ook in België verboden zijn en dat het niet moet uitmaken of het werk waarvoor wordt betaald, door een man of een vrouw wordt uitgevoerd. Ook vind ik het prima dat de journalistiek door juristen wordt gevolgd en waar nodig gecorrigeerd.
Maar de praktijk is grillig. België zit misschien al bij de beste leerlingen in de klas op dit gebied (zoiets las ik recent), maar dat is natuurlijk makkelijk als de klas over het geheel ver onder de maat presteert. In de praktijk is er nog heel veel werk aan de winkel.
Als achtergrond is dit artikel misschien goedbedoeld, maar het werkt contraproductief. Ik neem er allicht aanstoot aan. De auteur doet alsof België achterover kan leunen en het werk al is gedaan.
Ik vind het juist te prijzen dat de IJslanders meer willen doen aan de handhaving van deze inderdaad al bestaande rechten.