In het kader van het tweede actieplan tegen fiscale en sociale fraude heeft de federale regering recent een ingrijpende hervorming van onder andere de fiscale proceduretermijnen voorgesteld, waardoor de fiscus meer tijd wordt gegund. Hieronder zetten wij de belangrijkste geplande wijzigingen voor u op een rijtje.
Huidige onderzoeks- en aanslagtermijnen
Momenteel heeft de fiscus drie jaar de tijd om belastingaangiftes te controleren en waar nodig, recht te zetten. In gevallen waarin sprake is van fraude, bedraagt deze termijn zeven jaar.
Er gaan al langer stemmen op om deze termijnen uit te breiden, aangezien het in de praktijk vaak moeilijk blijkt voor de fiscus om binnen dit tijdsbestek onderzoek te voeren naar internationaal georganiseerde fiscale fraude. De bedoeling van deze verlenging is om de fiscus meer tijd te geven om deze complexere dossiers te onderzoeken.
Onderzoeks- en aanslagtermijnen vanaf aanslagjaar 2023
De oude termijnen worden niet helemaal van de kaart geveegd. De termijn van drie jaar blijft immers de norm. Wanneer een aangifte niet of te laat wordt ingediend, wordt de termijn in de toekomst wel verlengd naar vier jaar.
Daarnaast komt een nieuwe termijn van zes jaar voor specifieke internationale situaties die grondig(er) onderzoek vergen. Deze situaties zijn onder andere belastingplichtigen die een lokaal verrekenprijsdossier of landenrapport indienen, aangiftes waarin melding wordt gemaakt van betalingen aan belastingparadijzen of belastingplichtigen die gebruikmaken van een dubbelbelastingverdrag om een verlaagd tarief van roerende voorheffing te kunnen genieten.
Ten slotte wordt een termijn van tien jaar ingevoerd voor ‘complexe’ aangiftes. Het gaat hierbij om situaties met een ‘hybride mismatch’ (i.e. een tegenstrijdigheid tussen twee rechtsstelsels waaruit een internationaal opererende onderneming een belastingvoordeel kan halen) of situaties waarin de aangifte personenbelasting melding maakt van een buitenlandse ‘juridische constructie’.
De tienjarige onderzoeks- en aanslagtermijn zal ook gelden voor gevallen waarbij sprake is van fraude.
De nieuwe termijnen zullen van toepassing zijn vanaf aanslagjaar 2023. Voor de vorige aanslagjaren blijven de oude termijnen gelden.
Andere wijzigingen voor de fiscus
Naast de wijziging van de onderzoeks- en aanslagtermijnen, werd ook de bewaartermijn voor bewijsstukken van zeven naar tien jaar verlengd.
In plaats van de administratieve boete van maximaal 1.250 euro, zal het voor de fiscus voortaan ook mogelijk zijn om aan de rechtbank te vragen een dwangsom op te leggen aan belastingplichtigen die niet willen meewerken aan een onderzoek.
Bezwaarschrift
Een laatste interessante wijziging is ten slotte de verlenging van de termijn voor de belastingplichtige om een bezwaarschrift in te dienen wanneer hij niet akkoord gaat met zijn aanslag. Deze wordt verlengd van zes maanden naar één jaar.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties