LAMON op woensdag Mr. Hugo Lamon is advocaat aan de balie van Limburg en Brussel NL. Hij mengt zich al jaren in het maatschappelijk debat over justitie. |
Vlaams minister Wouter Beke orakelde het in de volle videozitting van een commissievergadering in het Vlaams parlement: je “kan geen frieten bakken zonder patatten” (sic). Voor wie de Vlaming in het diepst van zijn hart wil aanspreken, zijn er de frieten. Daarmee wilde de excellentie aangeven dat de vaccinatiestrategie tegen het coronavirus afhankelijk is van het leveren van vaccins. Met die evidentie van de noodzakelijke patattenstrategie wordt media-aandacht gegenereerd, in een poging om daarmee de perceptie van een falend beleid te verbloemen.
Er zijn ook ministers die geen patatten nodig hebben. De zelfverklaarde Vlaamse minister van Justitie liet via het persagentschap Belga weten dat ze een Salduz-wet wil voor slachtoffers, wat de Standaard bracht tot volgende kop: “Demir wil ook gratis advocaat voor slachtoffers” (DS 22 februari). De Vlaamse minister is bevoegd voor de strafuitvoering, de jeugddelinquentie, justitiehuizen (die bevoegd zijn voor slachtofferonthaal) en de juridische eerstelijnsbijstand. Het is wel erg voluntaristisch om zich met die beperkte bevoegdheid een volwaardig minister van “justitie” te wanen. Het is als frieten bakken zonder de vereiste patatten (bevoegdheid). Voor zover het de bedoeling is van de minister om de juridische tweedelijnsbijstand uit te breiden, is het misschien nuttig eraan te herinneren dat ze daarvoor niet bevoegd is. Die frieten worden immers gebakken in de federale frietketel. Ze mag nog zoveel Vlaamse patatten schillen, er zullen nooit frieten van komen.
Misschien even terzijde en allicht naast de kwestie, maar is het niet zo dat slachtoffers in het kader van een procedure heel vaak gebruik maken van hun familiale verzekeringspolis? Is het ideetje van “gratis” advocaten dan bedoeld als cadeau aan de verzekeringsmaatschappijen? (Wie betaalt dan voor de patatten?)
Voor zover de minister vindt dat slachtoffers meer moeten worden begeleid, bedoelt ze dan eigenlijk dat de huidige diensten bij de justitiehuizen (waarvoor ze wel bevoegd is) slecht functioneren en daarom best vervangen worden door advocaten? Dat laatste klinkt aantrekkelijk, maar het valt te betwijfelen of dat de bedoeling was van het opgelaten ballonnetje. Er is op het terrein overigens veel lof voor het werk van de justitieassistenten.
Het voorstel wil misschien ook gewoon wijzen op de onmisbare rol van de advocaat in de rechtsbedeling. Dat klinkt natuurlijk als muziek in de oren, maar ook hier past het om te wijzen naar hoe daar de frieten moeten worden gebakken. Advocaten zijn technici van het recht, al hebben ze niet allemaal dezelfde focus. Ze willen bijvoorbeeld niet allemaal excelleren in wrakingsprocedures tegen magistraten. Ze moeten wél allemaal de kenwaarden van het beroep naleven. Artikel 1 van de codex deontologie van de Orde van Vlaamse Balies omschrijft deze als volgt: “De advocaat oefent zijn beroep op deskundige wijze uit met eerbiediging van het beroepsgeheim, van de essentiële plichten van onafhankelijkheid en partijdigheid, en met het vermijden van belangenconflicten. Hij eerbiedigt de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep ten grondslag liggen”. De advocaat moet dus onafhankelijk handelen (en dus zonder druk van buitenaf, maar mag ook niet blindelings de cliënt volgen), maar heeft daarnaast ook de plicht tot partijdigheid. Een advocaat is de raadsman van een partij, wat van hem dus nooit een onafhankelijke buitenstaander kan maken zonder de deontologie te schenden. Hij bakt de frieten met de patatten die de cliënt aanreikt.
Intussen lekte uit dat de N-VA een voorstel tot pandemiewet zou neerleggen in het parlement. Fernand Keuleneer (schijnbaar voltijds twitteraar geworden) liet bliksemsnel via zijn geliefkoosd medium met de voor hem milde woorden weten: “je gelooft je ogen niet bij zoveel gevaarlijke onzin”. Zouden zijn ogen zich verbrand hebben aan het frietvet?
Het is overigens stil rond het al enige tijd geleden aangekondigde wetsontwerp van de minister van Binnenlandse Zaken over de pandemiewet. Op 2 november 2020 publiceerde De Standaard een door een schare academici-grondwetsspecialisten geschreven opiniestuk met de nog nazinderde conclusie: “We vragen het al maandenlang: maak een coronawet. Waarom is dat zo moeilijk?” We zijn nu meer dan drie maanden verder. Is het dan toch moeilijker dan de academici dachten, of werden ze bij het wetgevend werk in de coulissen niet betrokken, alhoewel ze al eerder (De Standaard 4 november 2020) lieten noteren bereid te zijn de regering te helpen in een “juridische taskforce”. Is er iets mis met het frietvet, of waren de academische patatten niet geschikt voor hapklare frieten?
De juiste patatten in het juiste frietvet. Daar lijkt het steeds meer om te gaan.
***
Meer blogposts lezen van Hugo Lamon? Dat kan hier!
0 reacties