Genderbewust taalgebruik: hoe schrijft u teksten voor m, v en x? cover
Genderbewust taalgebruik: hoe schrijft u teksten voor m, v en x?

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Steeds meer organisaties vinden het belangrijk om op een genderbewuste manier te communiceren met klanten en (toekomstige) medewerkers. Op die manier proberen ze ervoor te zorgen dat iedereen, ongeacht genderidentiteit of sekse, zich aangesproken voelt en zich kan herkennen in brieven, mails, vacatureberichten, contracten enzovoort. Graag geef ik u wat duiding en achtergrond bij dit thema. Waar komt de huidige aandacht voor genderbewust taalgebruik vandaan? Welke problemen doen zich voor in het Nederlands? En hoe kunnen ze worden opgelost?

Genderdiversiteit

De laatste jaren is er heel wat maatschappelijke aandacht voor genderdiversiteit. Vroeger werd er veelal van uitgegaan dat mensen ofwel vrouw ofwel man zijn, maar ondertussen is het duidelijk dat de werkelijkheid complexer is dan dat. Zowel op het gebied van biologisch geslacht of sekse (de lichamelijke kenmerken waarmee mensen worden geboren) als op het gebied van genderidentiteit (de manier waarop mensen hun geslacht ervaren) is er diversiteit en variatie.[1]

Intersekse personen bijvoorbeeld zijn geboren met een lichaam dat niet past binnen de normatieve definities van ‘man’ en ‘vrouw’ zoals de maatschappij die hanteert. Ook genderidentiteit is niet altijd binair. Ruim tien procent van de mensen identificeert zich niet als man of vrouw, maar als non-binair. Ze voelen zich én man én vrouw, noch man noch vrouw, of plaatsen zich helemaal buiten die hokjes. Ten slotte zijn er nog transgender personen, bij wie het biologisch geslacht en de genderidentiteit niet overeenkomen.

Taal schiet soms tekort

Veel overheden, bedrijven, organisaties en individuen willen de diversiteit op het gebied van gender en de gelijkwaardigheid van de verschillende genders beter tot uitdrukking te brengen. Dat is niet altijd gemakkelijk, omdat onze taal soms tekortschiet. In het Nederlands bestaan bijvoorbeeld alleen de aanschrijftitels mevrouw en heer. Welke aanhef gebruik je dan in een brief of mail aan een persoon die zich vrouw noch man voelt?

Bij Team Taaladvies, de taaladviesdienst van de Vlaamse overheid, krijgen we sinds een aantal jaren steeds meer van dat soort vragen. We besloten ze voor te leggen aan de Nederlandse Taalunie, zodat die adviezen kon uitwerken voor zowel Vlaanderen als Nederland.

In 2022 werden op de website Taaladvies.net de eerste adviezen gepubliceerd over ‘genderbewust taalgebruik’. Dat is “taalgebruik waarin zowel vrouwen, als mannen als non-binaire personen zich kunnen herkennen en waarin niemand uitgesloten wordt, en waarin niet één gender of sekse dominant is. Het beoogt het vermijden van woorden die als discriminerend, denigrerend of vooringenomen kunnen worden ervaren doordat ze impliceren dat één bepaald gender of één bepaalde sekse de norm is.”[2] Om wat voor woorden gaat het dan?

We gebruiken vaak mannelijke zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden om personen in het algemeen aan te duiden

Voorbeelden van discriminerend taalgebruik

In het Nederlands, net als in veel andere talen, hebben mannelijke vormen vaak de bovenhand. Zo gebruiken we vaak mannelijke zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden om personen in het algemeen aan te duiden. In de taalkunde spreekt men over ‘generiek gebruikte mannelijke vormen’. Onderzoek toont aan dat generiek gebruikte mannelijke woorden vaak in eerste instantie als mannelijk worden geïnterpreteerd, waardoor mensen met een andere genderidentiteit zich mogelijk niet aangesproken voelen. Een voorbeeld is een zin als:

“Elke burger moet zijn nieuwe adres doorgeven als hij gaat verhuizen.”

Hoewel deze regel voor iedereen geldt, worden alleen mannen expliciet vermeld. Dat blijkt vooral uit het gebruik van de voornaamwoorden zijn en hij, maar ook het woord burger is grammaticaal gezien mannelijk.

Ook de taal van de rechtspraktijk gaat vaak uit van de man. Denk maar aan functiebenamingen als raadsheer en strafbepalingen als “Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal.” Onder de vlag #mannelijketaalisnietneutraal voert een groep rechters in Nederland al een tijdje actie om op te roepen tot een meer inclusieve taal in de rechtspraktijk. Volgens initiatiefnemer André Verburg, staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Nederland, is het eenvoudig: “Het recht, de rechtspraktijk, de rechtspraak en de regelgeving zijn van ons allemaal. De taal zou dat ook moeten uitdrukken.”[3]

Net als veel andere talen weerspiegelt het Nederlands ook het binaire denken over geslacht en gender: mensen worden taalkundig vaak opgedeeld in vrouwen en mannen. Dat zie je bijvoorbeeld in formuleringen als hij of zij, m/v, Geachte heer of mevrouw. Zulke formuleringen sluiten mensen uit die niet in de traditionele tweedeling man/vrouw passen.

Met genderbewust taalgebruik wil men die mannelijke dominantie en binariteit tegengaan, om op die manier bij te dragen aan de vermindering van genderstereotypering en te zorgen voor meer gendergelijkheid. Maar hoe moet dat dan precies?

Strategieën voor genderbewust taalgebruik

Taaladvies.net biedt een overzicht van de verschillende mogelijke strategieën voor genderbewust taalgebruik. Op basis daarvan kunnen mensen zelf weloverwogen keuzes maken, afhankelijk van het tekstdoel en het doelpubliek. De adviezen schrijven dus geen vaste vormen of regels voor. De Taalunie heeft die bevoegdheid namelijk niet; alleen op het gebied van spelling is de Taalunie bevoegd om officiële regels vast te leggen.

In teksten die gericht zijn tot personen in het algemeen, is het in de meeste gevallen aan te raden om één vorm te gebruiken die alle genders omvat

Wie genderbewust wil schrijven, moet zich in de eerste plaats afvragen voor wie de tekst bedoeld is: is de tekst gericht tot personen in het algemeen (bijvoorbeeld reglementen, vacatureberichten of webteksten) of tot een specifieke persoon (bijvoorbeeld een brief, mail of notariële akte)?

In teksten die gericht zijn tot personen in het algemeen, is het in de meeste gevallen aan te raden om één vorm te gebruiken die alle genders omvat. Genderoverkoepelende benamingen verdienen daarbij de voorkeur. Dat zijn benamingen die in hun vorm geen aanwijzing geven voor een bepaald gender: ze bevatten geen achtervoegsels (bijvoorbeeld –ster of –er) of woorddelen (bijvoorbeeld –man of –vrouw) die met een bepaald gender geassocieerd kunnen worden, en er kan geen vrouwelijke variant van worden afgeleid. Voorbeelden zijn verpleegkundige of leerkracht. Een mooi voorbeeld van een genderoverkoepelende benaming in de rechtstaal is voorzichtig en redelijk persoon, die sinds 2021 de mannelijke term goede huisvader vervangt in het Burgerlijk Wetboek.

Zo’n genderoverkoepelende variant is helaas niet altijd voorhanden. In zulke gevallen is de mannelijke vorm moeilijk te vermijden. Voorbeelden zijn woorden als burger, burgemeester, minister, notaris, professor en rechter. De mannelijke connotatie van zulke woorden kan wel verminderd worden door geen mannelijke voornaamwoorden te gebruiken om ernaar te verwijzen. Dat kan bijvoorbeeld door de meervoudsvorm te gebruiken of door de lezer rechtstreeks aan de spreken met je of u, als de tekstsoort dat toelaat:

“Burgers moeten hun nieuwe adres doorgeven als ze gaan verhuizen.”

“Als burger moet u uw nieuwe adres doorgeven als u gaat verhuizen.”

Uit dit voorbeeld blijkt dat de ideale oplossing vaak niet bestaat als het gaat om genderbewust taalgebruik. Het komt erop aan om de best mogelijke oplossing te zoeken.

Als het belangrijk is om alle genders expliciet aan te spreken en zichtbaar te maken, bijvoorbeeld in vacatureteksten, kan het nuttig zijn om niet één vorm, maar verschillende vormen te gebruiken. Het is dan aan te raden om de mannelijke vorm niet altijd eerst te zetten, en om ook non-binaire personen aan te spreken, bijvoorbeeld door een afkorting als v/m/x te gebruiken. Bijvoorbeeld: Gezocht: directrice/directeur (v/m/x). Op die manier maakt u expliciet duidelijk dat alle genderidentiteiten welkom zijn.

In teksten die gaan over een specifieke persoon of gericht zijn tot een specifieke persoon, is het aan te bevelen om de vormen te gebruiken die de persoon in kwestie zelf verkiest. Het is af te raden om het gender van iemand af te leiden uit de voornaam, het uiterlijk, de stem of het geregistreerde geslacht van die persoon. Vraag dus aan de persoon in kwestie bijvoorbeeld met welke aanhef die aangesproken wil worden, bijvoorbeeld Geachte heer + achternaam, Geachte mevrouw + achternaam of Geachte + voor- en achternaam.

Als de voorkeur van de persoon in kwestie niet bekend is, kunt u het best vormen gebruiken die voor alle genders bruikbaar zijn, bijvoorbeeld Geachte + voor- en achternaam. Als de naam van de geadresseerde onbekend is, kunt u Geachte gebruiken in combinatie met een rolbenaming, bijvoorbeeld collega, of Geachte zonder meer. Een aanhef met alleen Geachte kan onpersoonlijk overkomen. Het is aan te bevelen om zo’n aanhef alleen te gebruiken als er geen andere mogelijkheid is.

Conclusie

Het Nederlands leent zich niet altijd gemakkelijk voor genderbewust taalgebruik. Maar met enige creativiteit is het in de meeste gevallen toch mogelijk om een formulering te vinden waar alle genders zich in kunnen herkennen en niemand uitgesloten wordt. In volgende artikels ga ik dieper in op de verschillende strategieën voor genderbewust taalgebruik en de manier waarop u die kunt toepassen in de notariële praktijk.

Karen Deschamps

Taaladviseur bij Team Taaladvies (Vlaamse overheid) en lid van de werkgroep Genderinclusief taalgebruik van de Taalunie


Referenties

[1]Hoebeke, P. (2020), Gender in de blender. Gent: Borgerhoff & Lamberigts.

[2] Taaladvies.net, Taal en gender. https://taaladvies.net/taal-en-gender/.

[3] Verburg, D.A. (2021), ‘Geslachtongeacht en Genderbender in de Rechtspraktijk’. Ars Aequi, 2021 (1114), 1114-1117.

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.