Met de oprichting van het Internationaal Strafhof (ISH of Hof) in 1998 door het Statuut van Rome werd niet enkel voor het eerst een permanent internationaal straftribunaal opgericht, maar werd ook voor de eerste maal een door de rechtsleer zogenaamd slachtoffer georiënteerd regime geïntroduceerd in het internationaal strafrecht. Deze doelstelling is zonder twijfel lovenswaardig. Het is echter zeer de vraag of het ISH, meer dan twintig jaar na de inwerkingtreding van het Statuut van Rome,[1] er effectief, en mede vanuit het standpunt van de slachtoffers, in slaagt om gerechtigheid te bewerkstelligen voor slachtoffers van internationale misdrijven.
Wat is gerechtigheid voor slachtoffers van internationale misdrijven?
Slachtoffers van ernstige internationale misdrijven worden vaak beschouwd als de gezichten van onrechtvaardigheid door het feit dat zij onterecht schade hebben geleden door de acties van een ander en de staat er, al dan niet bewust, niet in is geslaagd om zijn burgers te beschermen tegen dit kwaad. Gerechtigheid bekomen voor deze slachtoffers wordt derhalve door verscheidene auteurs aanzien als de eigenlijke raison d’être van het internationaal strafrecht en bovendien als vrijwel vanzelfsprekend beschouwd in de huidige internationale gemeenschap. Wat gerechtigheid voor deze slachtoffers echter in concreto inhoudt, blijkt, niet geheel verbazend, niet zo vanzelfsprekend te zijn.
Algemeen wordt gesteld dat de behoeften van slachtoffers van internationale misdrijven gelijkaardig zijn aan die van slachtoffers van nationale misdrijven, met dat verschil dat de behoeften van de eerste categorie slachtoffers vaak omvangrijker zijn. Dit valt te verklaren door het meer traumatiserende en ernstigere karakter van internationale misdrijven zoals genocide, misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden en agressie. Overeenkomstig victimologisch onderzoek zijn deze behoeften doorsnee informatief, praktisch en emotioneel van aard.
Desalniettemin moet worden benadrukt dat het grote aantal slachtoffers veroorzaakt door internationale misdrijven niet met één en dezelfde stem spreekt. Het betreft verschillende individuen die op grond van sociale, culturele, religieuze en persoonlijke factoren ieder op hun eigen manier reageren op de gevolgen van internationale misdrijven en bijgevolg verschillende of misschien zelfs conflicterende behoeften kunnen hebben. In mijn bijdrage ben ik dan ook de mening toegedaan dat het beter is om op basis van twee kernelementen, ingegeven door de behoeften en verwachtingen van slachtoffers, een ruim, flexibel en realistisch kader op te stellen dat voor ieder individueel slachtoffer een voor hem of haar passende invulling van gerechtigheid kan bieden. Deze twee kernelementen zijn meer bepaald procedurele gerechtigheid en materieelrechtelijke gerechtigheid.
Rechten van slachtoffers van internationale misdrijven voor het Internationaal Strafhof
Het Statuut van Rome kent aan personen die overeenkomstig de door het Hof gehanteerde criteria van slachtofferschap als slachtoffer worden erkend,[2] verschillende rechten toe om gerechtigheid te kunnen bekomen. Zo kan een slachtoffer zich beroepen op het recht op deelname aan het proces, het recht op bescherming tijdens deelname aan het proces en het recht op herstelbetaling.
Deelname
Het recht om deel te nemen aan de procedures voor het ISH maakt het voor slachtoffers mogelijk om, naast de belangrijke functionele rol van slachtoffers om op te treden als getuige, voor het eerst hun belangen naar voor te brengen en hun stem te laten horen als onafhankelijke deelnemers voor een internationaal straftribunaal. Het Statuut van Rome voorziet in vier uitdrukkelijke gevallen waarin slachtoffers kunnen deelnemen aan de strafprocedure voor het ISH. Zo voorziet het enerzijds in een ‘algemeen recht’ op deelname aan de procedure ter terechtzitting onder artikel 68(3) en anderzijds in drie zogenaamde ‘specifieke rechten’ onder artikel 15(3), 19(3) en 75(3).
Bescherming
Slachtoffers genieten op grond van artikel 68 van het Statuut van Rome ook bescherming tijdens hun deelname aan het proces. Het toekennen van een recht op bescherming aan slachtoffers is dan ook essentieel, aangezien de adequate bescherming van slachtoffers een cruciale voorwaarde is voor de succesvolle deelname van slachtoffers aan de strafprocedure voor het ISH. Concreet kan het Hof de aan de strafprocedure deelnemende slachtoffers beschermen door het treffen van zogenaamde beschermende maatregelen (zoals het gebruik van pseudoniemen of stem- en gezichtshervorming) en/of zogenaamde bijzondere maatregelen (zoals psychosociale ondersteuning).
Herstelbetaling
Door de regelgevende documenten van het ISH wordt ten slotte voor het eerst in de geschiedenis van het internationaal strafrecht uitdrukkelijk een recht op herstelbetaling op grond van artikel 75 van het Statuut van Rome toegekend aan slachtoffers voor een internationaal straftribunaal. Herstelbetalingen vormen volgens het Hof, in een poging om de betrokken slachtoffers te ondersteunen bij de wederopbouw en het terugwinnen van al wat zij als gevolg van de geleden fysieke en/of mentale schade zijn verloren, een belangrijke manier om slachtoffers een vorm van gerechtigheid te bieden voorbij de loutere veroordeling van de dader. De tussenkomst van het Trust Fund for Victims, een unieke en tevens onafhankelijke instelling die uitsluitend gewijd is aan het herstel van slachtoffers, is hierbij onontbeerlijk.
Gerechtigheid voor slachtoffers van internationale misdrijven voor het ISH in de praktijk: realiteit of utopie?
In het laatste deel van mijn bijdrage wordt de vertaling van de door het Statuut van Rome toegekende rechten aan slachtoffers naar de praktijk onderzocht. Dit wordt gedaan aan de hand van een case study van de Katanga-zaak binnen de situatie van de Democratische Republiek Congo, de op het moment van schrijven verst gevorderde zaak voor het Hof. Door een grondige analyse van rechten toegekend aan slachtoffers in deze zaak, aangevuld met inzichten verworven uit interviews met betrokkenen, worden deze rechten getoetst aan de kernelementen van gerechtigheid voor slachtoffers van internationale misdrijven, met name procedurele en materieelrechtelijke gerechtigheid. Op basis hiervan worden verwezenlijkingen, evenals eventuele tekortkomingen en beperkingen in de werking van het ISH in haar streven naar gerechtigheid voor slachtoffers geïdentificeerd en blootgelegd.
Joni Van Laeken
Dit abstract is een korte inleiding tot mijn onderzoek en vormt een warme uitnodiging om mijn bevindingen over dit actueel vraagstuk in de volledige bijdrage te lezen. De uitgebreide tekst werd opgenomen in het boek Juridische Meesterwerken VUB – Uitgave 2024, uitgegeven bij KnopsPublishing.
0 reacties