Op 18 september 2023 is de wet van 12 juli 2023 (‘tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ’) in werking getreden.
De titel doet vermoeden dat deze wet zich beperkt tot de omzetting[1] van een Europese Richtlijn. Dat is op het eerste gezicht ook het geval, maar tegelijk maakt de wetgever van de gelegenheid gebruik om in alle stilte enkele klassieke strafbaarstellingen te actualiseren en zelfs gevoelig uit te breiden.
Nieuwe invulling van de misdrijven afpersing, misbruik van vertrouwen, oplichting en heling
Als gevolg van de nieuwe technologische en economische realiteit acht de wetgever de tijd rijp om de misdrijven afpersing, misbruik van vertrouwen, oplichting en heling in een moderner jasje te steken.
Deze misdrijven hebben van oudsher als gemeenschappelijke deler dat ze betrekking hebben op roerende lichamelijke goederen. Komen (of beter: kwamen) in elk geval niet in aanmerking: onroerende goederen, roerende onlichamelijke goederen en dienstprestaties.
Dit traditioneel toepassingsgebied wordt nu uitgebreid als gevolg van de economische, gedigitaliseerde en technologische realiteit. De wetgever wenst ook gedematerialiseerde en gedigitaliseerde (virtuele) waarden en goederen te beschermen door ze mee op te nemen in de voornoemde strafbaarstellingen. Deze evolutie was overigens al sterk merkbaar (zie bv. de verschillende voorontwerpen tot invoering van een nieuw Strafwetboek en de rechtspraak van het Hof van Cassatie met betrekking tot het misdrijf misbruik van vertrouwen).
Sinds 18 september 2023 zijn de beschermde rechtsgoederen dan ook gevoelig uitgebreid met hieronder een opsomming van de nieuwe rechtsgoederen vs. de oude rechtsgoederen:
- Afpersing: een goed of een ongeoorloofd voordeel vs. gelden, waarden, roerende voorwerpen, schuldbrieven, biljetten, promessen, kwijtingen, hetzij de ondertekening of de afgifte van enig stuk dat een verbintenis, beschikking of schuldbevrijding inhoudt of teweegbrengt
- Misbruik van vertrouwen: een roerend goed met economische waarde vs. gelden, koopwaren, biljetten, kwijtingen, geschriften van om het even welke aard, die een verbintenis of een schuldbevrijding inhouden of teweegbrengen
- Oplichting: een onrechtmatig economisch voordeel vs. gelden, roerende goederen, verbintenissen, kwijtingen, schuldbevrijdingen
- Heling: goederen of een gedeelte ervan vs. zaken of een gedeelte ervan
Hiermee wordt de traditionele (striktere) benadering van de roerende lichamelijke goederen verlaten. Volgens het vernieuwde goederenrecht zijn goederen overigens alle lichamelijke en onlichamelijke voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening (incl. vermogensrechten). Ook data kunnen hieronder vallen.
Voornoemde misdrijven hebben bijgevolg een (veel) ruimer toepassingsgebied gekregen dan voorheen. Dit heeft gevolgen voor de verboden retroactieve toepassing van de ruimere (strengere) strafwet in de tijd zodat enkel feiten gepleegd vanaf 18 september 2023 onder de toepassing van de nieuwe artikelen kunnen vallen.
Men kan zich wel de vraag stellen waarom de wetgever zich beperkt tot de specifieke voornoemde misdrijven (bv. diefstal heeft ook enkel betrekking op roerende lichamelijke zaken) en waarom er nu in hetzelfde wetsartikel sprake is van verschillende begrippen; ‘goederen’ (heling) vs. ‘zaken’ (witwasmisdrijven). De wetgever had vanuit de nood aan coherentie wellicht beter het Strafwetboek globaal onder handen genomen.
Het is ook zeer opvallend dat oplichting (zonder al te veel reflectie of toelichting in de voorbereidende werken) is omgedoopt tot een gevaarzettingsmisdrijf (zoals dat heet in het jargon). Een effectieve afgifte (en dus benadeling) van een economisch voordeel is niet langer vereist aangezien het sinds 18 september 2023 voldoende is om een economisch voordeel te beogen (zoals dat ook het geval is voor het misdrijf informaticabedrog).
Er kan worden besloten dat de wetgever met de omzetting van de Europese Richtlijn niet alleen tegemoet is gekomen aan de wens van Europa door een nieuw hoofdstuk in te voeren (‘Hoofdstuk IIter. Namaking of vervalsing van niet-contante betaalinstrumenten’) maar van die gelegenheid gebruik maakte om het toepassingsgebied van enkele zeer courant toegepaste klassieke vermogensmisdrijven geruisloos gevoelig uit te breiden.
Overzichtstabel met de oude en de nieuwe strafbaarstellingen
Ruben Van Herpe
Waeterinckx Advocaten Ondernemingsstrafrecht
0 reacties